Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/3.7.1:3.7.1 De ontbonden rechtspersoon als partij bij een juridische splitsing
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/3.7.1
3.7.1 De ontbonden rechtspersoon als partij bij een juridische splitsing
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS439408:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Buijn 1996, p. 29.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De ontbonden rechtspersoon mag geen partij zijn bij een juridische splitsing (artikel 2:334b lid 5 BW). Partij bij de splitsing zijn: de splitsende rechtspersoon en iedere verkrijgende rechtspersoon, met uitzondering van de rechtspersoon of rechtspersonen die bij de splitsing worden opgericht (artikel 2:334a lid 4 BW). Het komt er op neer dat noch de splitsende rechtspersoon, noch de verkrijgende rechtspersoon ontbonden mag zijn op het moment van de splitsing, tenzij uit hoofde van de vereffening nog geen uitkering is gedaan. De rechtspersonen die bij de splitsing worden opgericht, kunnen vanzelfsprekend nog niet ontbonden zijn. Van een uitkering aan leden of aandeelhouders van de rechtspersoon die partij is bij de splitsing is sprake als daadwerkelijk aan de leden of aandeelhouders een uitkering wordt gedaan.1 Tot het moment van een daadwerkelijke uitkering aan de leden of aandeelhouders kan een ontbonden vennootschap partij zijn bij een juridische splitsing.
Deze regeling is opgenomen als implementatie van artikel 2 lid 2 Zesde richtlijn jo. artikel 3 lid 2 Richtlijn 2011/35/EU en artikel 21 lid 2 Zesde richtlijn jo. artikel 4 lid 2 Richtlijn 2011/35/EU. Krachtens die artikelleden in de Zesde richtlijn kunnen lidstaten bepalen dat splitsing ook kan plaatsvinden wanneer één of meer vennootschappen in liquidatie zijn, mits die mogelijkheid wordt beperkt tot vennootschappen die nog geen begin hebben gemaakt met de verdeling van hun vermogen onder de aandeelhouders.