V-N 2024/20.17
Hoge Raad geeft uitleg over begrip ‘nieuwe jurisprudentie’ in kader van ambtshalve vermindering
HR 26-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:667, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 2024
- Magistraten
Van Eijsden, Feteris, Wortel, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
23/00945
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS958194:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:667, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:102, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑01‑2024
- Wetingang
art. 45aa Uitv. reg. IB 2001
Essentie
De Hoge Raad geeft uitleg over het begrip ‘nieuwe jurisprudentie’ in het kader van verzoeken om ambtshalve vermindering. Een redelijke uitleg van de regels over nieuwe jurisprudentie brengt mee dat de inspecteur niet kan weigeren een aanslag ambtshalve te verminderen indien hij bij het opleggen van die aanslag is uitgegaan van een rechtsopvatting waarvan hij redelijkerwijs niet mocht menen dat die juist was.
Samenvatting
X verzoekt op 24 december 2019 om ambtshalve vermindering van de aanslagen IB/PVV 2014-2017, waarin uitkeringen uit onzuivere pensioenaanspraken, die vóór 1995 zijn opgebouwd, zijn gerekend tot het box 1-inkomen. De inspecteur wijst het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.