Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/7.6.4.1:7.6.4.1 De Finse benadering
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/7.6.4.1
7.6.4.1 De Finse benadering
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS435832:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de Finse wetgeving, waarin een regeling omtrent grensoverschrijdende splitsing is opgenomen, zijn tevens regels opgenomen ter bescherming van de vennootschapsrechtelijke medezeggenschap bij grensoverschrijdende splitsing. In het voorstel tot grensoverschrijdende splitsing moet de procedure zijn beschreven betreffende de bepaling van regels van vennootschapsrechtelijke medezeggenschap in de verkrijgende vennootschap (section 21 paragraph 2 sub 6 Osakeyhtiölaki). Voor de inschrijving van de grensoverschrijdende splitsing is vereist dat de werknemersmedezeggenschap in de verkrijgende vennootschap is verzekerd op een manier gelijkend op die van artikel 16 Tiende richtlijn (section 25 paragraph 2 Osakeyhtiölaki).
Duidelijk is dat de Finse wetgever wat betreft de bescherming van vennootschapsrechtelijke medezeggenschap bij grensoverschrijdende splitsing aansluiting heeft gezocht bij de regeling omtrent grensoverschrijdende fusie. Artikel 16 Tiende richtlijn is van overeenkomstige toepassing verklaard. Echter, hoe artikel 16 Tiende richtlijn precies moet wordt toegepast bij grensoverschrijdende splitsing, heeft de Finse wetgever in het midden gelaten. De reeds in paragraaf 7.6.3.2. gesignaleerde problemen bij analoge toepassing van artikel 2:333k BW voor grensoverschrijdende splitsing spelen ook in dit geval. Naar mijn mening zou vooral aangesloten moeten worden bij de beginselen van artikel 16 Tiende richtlijn, namelijk: in principe geldt de lex societatis van de verkrijgende vennootschap(pen), ook wat betreft vennootschapsrechtelijke medezeggenschap, tenzij onderhandeld moet worden over de vennootschapsrechtelijke medezeggenschap in het geval (i) bij de splitsende vennootschap ten minste vijfhonderd werknemers werkzaam zijn en een stelsel geldt van vennootschapsrechtelijke medezeggenschap, (ii) ten gevolge van de grensoverschrijdende splitsing medezeggenschapsrechten verloren gaan (het ‘voor-na-beginsel’) of (iii) de vennootschapsrechtelijke medezeggenschapsrechten van de verkrijgende vennootschap niet extraterritoriaal werken.