Besluit aanwijzing gevaarlijke stoffen, beroepsziekten en letsels Wet ongevallenverzekering BES
Artikel 2 Ziekten, die aangemerkt worden als ongeval
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 500 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 500 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Als ongeval als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet ongevallenverzekering BES wordt tevens aangemerkt het lijden aan de volgende ziekten:
- a.
aandoeningen als gevolg van:
- 1°
lood of loodhoudende stoffen,
- 2°
kwik of kwikhoudende stoffen,
- 3°
fosfor of zijn verbindingen,
- 4°
arsenicum of zijn verbindingen,
- 5°
benzol of zijn homologen,
- 6°
nitro- en amidoverbindingen van benzol of zijn homologen,
- 7°
halogeenderivaten van koolwaterstoffen,
- 8°
chroomverbindingen,
- 9°
mangaanverbindingen,
- 10°
nicotine of nicotinehoudende stoffen,
- 11°
cement,
- 12°
kunstmeststoffen en middelen tot bestrijding van de verwekkers van plantenziekten, van onkruiden en van schadelijk gedierte, of
- 13°
kininestof,
indien deze aandoeningen zich openbaren bij werknemers, die werkzaamheden verrichten, waarbij met de hierboven genoemde stoffen wordt omgegaan;
- b.
huidaandoeningen door teer, bitumen, roet, pek, mineraaloliën, paraffine of door verbindingen, producten of overblijfsels van die stoffen, indien deze zich openbaren bij werknemers, die werkzaamheden verrichten, waarbij met genoemde stoffen of met verbindingen, producten of overblijfsels van die stoffen wordt omgegaan;
- c.
bakkerseczeem, indien dit zich openbaart bij werknemers, die werkzaamheden verrichten tot vervaardiging van bakkerij- en banketbakkerijproducten of grondstoffen of puddingpoeder;
- d.
aandoeningen door koolmonoxide of kooldioxide, indien deze zich openbaren bij arbeiders van een werkgever, die werkzaamheden doet verrichten, waarbij zich koolmonoxide of kooldioxide in schadelijke hoeveelheden kan ontwikkelen;
- e.
pathologische aandoeningen door radium en andere radio-actieve stoffen of x-stralen, indien deze zich openbaren bij werknemers, die werkzaamheden verrichten waarbij deze werknemers aan de werking van radium, andere radio-actieve stoffen of x-stralen zijn of kunnen zijn blootgesteld;
- f.
miltvuur, trichophytie, sarcoptesschurft en ziekte van Bang, indien dit zich openbaart bij arbeiders van een werkgever, die werkzaamheden doet verrichten, waarbij wordt omgegaan met aan miltvuur, trichophytie, sarcoptesschurft of aan de besmettelijke abortus Bang lijdende dieren of met van die dieren afkomstige delen of met goederen besmet door die dieren of delen van die dieren;
- g.
mijnwormziekte, indien deze zich openbaart bij werknemers, die werkzaamheden doet verrichten in mijnen of in steenfabrieken;
- h.
silicose en asbestose, beide met of zonder longtuberculose, voor zover die silicose of asbestose oorzaak is van de ongeschiktheid tot werken of van de dood, indien deze zich openbaart bij werknemers, die werkzaamheden verrichten, waarbij de werknemer aan de schadelijke inwerking van kwarts (siliciumdioxyde) houdende stof of van asbeststof wordt blootgesteld;
- i.
tuberculose, indien deze zich openbaart bij werknemers, die werkzaamheden verrichten, verbonden aan:
- 1°
wijkverpleging,
- 2°
het houden en exploiteren van ziekenhuizen,
- 3°
nazorg inrichtingen,
- 4°
klinieken en poliklinieken,
- 5°
medische consultatie- en keuringsbureaus,
- 6°
verpleeginrichtingen, of
- 7°
bacteriologische laboratoria; en
- j.
caissonziekte, indien deze zich openbaart bij werknemers na het verrichten van werkzaamheden onder grotere dan de atmosferische luchtdruk.
2.
Indien een ziekte als bedoeld in het eerste lid zich na de beëindiging van de dienstbetrekking bij de werknemer openbaart, wordt deze ziekte, tenzij het tegendeel blijkt, geacht verband te houden met die dienstbetrekking, indien de vroegere werkgever van de werknemer tijdens diens dienstbetrekking werkzaamheden deed verrichten als in het eerste lid bij die ziekte is aangegeven en mits die ziekte zich heeft geopenbaard:
- a.
voor wat betreft de ziekten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, onder 1° tot en met 12°, b, d, e en h: binnen twaalf maanden;
- b.
voor wat betreft de ziekten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, onder 13°, c en g: binnen zes maanden;
- c.
voor wat betreft de ziekten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen f en i: binnen drie maanden.