RvdW 2010, 458
Antilliaanse zaak. Nietigheid exploot van betekening van appelakte/memorie van grieven wegens niet-naleving art. 1 lid 3 juncto art. 2 lid 1 RvNA; hernieuwde betekening na nietigverklaring exploot.
HR 26-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0592 (West Indies Dive Bar/Kildare e.a.)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 maart 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/03050
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BL0592
- Roepnaam
West Indies Dive Bar/Kildare e.a.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL0592, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL0592, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2008
Essentie
Antilliaanse zaak. Nietigheid exploot van betekening van appelakte/memorie van grieven wegens niet-naleving art. 1 lid 3 juncto art. 2 lid 1 RvNA; hernieuwde betekening na nietigverklaring exploot.
Nu het exploot van betekening wel vermeldt dat de gexploiteerde weigerde het exploot in ontvangst te nemen, maar niet dat de deurwaarder vervolgens (op de voet van art. 1 lid 3 juncto art. 2 lid 1 RvNA) een afschrift van het exploot aan de woonplaats van de gexploiteerde heeft achtergelaten in een gesloten envelop dan wel, indien dat feitelijk onmogelijk was, terstond een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.