JWB 2015/224
Strafprocesrecht, strafrechter, burgerlijke rechter, hoger beroep, ontvankelijkheid
HR 19-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1693
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juni 2015
- Zaaknummer
14/02113
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1693, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:418, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Strafprocesrecht, strafrechter, burgerlijke rechter, hoger beroep, ontvankelijkheid
Samenvatting
Casus
De eiseres tot cassatie en de verweerster in cassatie hebben een overeenkomst gesloten. De eiseres tot cassatie stelt dat de verweerster in cassatie de aan de eiseres tot cassatie toekomende exclusiviteit heeft geschonden en vordert derhalve vergoeding van de gederfde inkomsten. De rechtbank heeft de vordering van de eiseres tot cassatie afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De verweerster in cassatie is door de officier van justitie bij een rechtbank vervolgd wegens overtreding van afvalstoffenwetgeving. De rechtbank heeft aan de verweerster in cassatie een boete opgelegd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.