NJB 2018/1202
Medeplegen doodslag ingeval precieze rolverdeling niet vaststaat: in casu kon het hof aannemen dat sprake is geweest van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte, in het bijzonder erop gelet dat zij steeds samen zijn gebleven, dat zij aanwezig waren op de plaats waar en het moment waarop het letsel aan slachtoffer is toegebracht en daarvan wetenschap hebben gehad, dat zij nadat het letsel is toegebracht verder zijn gereden en slachtoffer of zijn dode lichaam naar de Weespertrekvaart hebben gebracht, dat medeverdachte slachtoffer of zijn dode lichaam in het water heeft losgelaten in het bijzijn van de verdachte, en dat de verdachte en medeverdachte slachtoffer daar vervolgens in het water hebben achtergelaten en zijn weggereden, terwijl de verdachte met betrekking tot deze voor het bewijs redengevende en voor de verdachte in hoge mate belastende omstandigheden niet een aannemelijke verklaring heeft gegeven waaruit een andere toedracht naar voren komt. Zwijgen verdachte en bewijsconstructie: de omstandigheid dat de verdachte weigert een verklaring af te leggen of een bepaalde vraag te beantwoorden kan op zichzelf, mede gelet op het bepaalde in art. 29 lid 1 Sv niet tot het bewijs bijdragen. Dat brengt echter niet mee dat de rechter, indien de verdachte voor zo'n omstandigheid die op zichzelf of in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd redengevend kan worden geacht voor het bewijs van het aan hem tenlastegelegde feit, geen aannemelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring heeft gegeven, zulks niet in zijn overwegingen omtrent het gebezigde bewijsmateriaal zou mogen betrekken
HR 05-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:796
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juni 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/06307
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:796, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:281, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2018
- Wetingang
Essentie
Medeplegen doodslag ingeval precieze rolverdeling niet vaststaat: in casu kon het hof aannemen dat sprake is geweest van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte, in het bijzonder erop gelet dat zij steeds samen zijn gebleven, dat zij aanwezig waren op de plaats waar en het moment waarop het letsel aan slachtoffer is toegebracht en daarvan wetenschap hebben gehad, dat zij nadat het letsel is toegebracht verder zijn gereden en slachtoffer of zijn dode lichaam naar de Weespertrekvaart hebben gebracht, dat medeverdachte slachtoffer of zijn dode lichaam in het water heeft losgelaten in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.