7.11.5.2 De Duitse benadering

In zijn proefschrift over grensoverschrijdende splitsing staat Prüm slechts kort stil bij het toepasselijke recht op de toekenning van aandelen bij een grensoverschrijdende splitsing. Volgens hem moet bij de toekenning van de aandelen zowel het recht van de verkrijgende vennootschap(pen) toegepast worden als het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap. Hij nuanceert deze regel echter door te stellen dat bij een grensoverschrijdende splitsing alleen de verkrijgende vennootschap(pen) aandelen toekent of toekennen en daarmee de verwijzing naar het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap in het luchtledige blijft hangen.1

In het Voorstel van de Spezialkommission für Internationales Gesellschaftsrecht is ook niet met veel woorden stilgestaan bij het toepasselijke recht op de toekenning van aandelen. Op basis van het Voorstel (artikel 6 jo. artikel 5 Vorschlag für eine Regelung auf europäische Ebene en artikel 10c jo. artikel 10b Vorschlag für eine autonome deutsche Regelung im EGBGB) kan de toekenning van aandelen worden gezien als een gevolg van grensoverschrijdende splitsing, waarop het recht van de bij de grensoverschrijdende splitsing betrokken vennootschappen van toepassing is. Omdat de splitsende vennootschap geen aandelen zal toekennen in het kader van grensoverschrijdende splitsing, zal met het Voorstel niet bedoeld zijn dat het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap de toekenning van aandelen beheerst.