RvdW 2016/907
Benadeling huwelijksgoederengemeenschap; schadevergoeding op voet art. 1:164 BW; dagvaarding of verzoekschrift?; nevenvoorziening in zin art. 827 lid 1, onder f , Rv?; vereiste van voldoende samenhang met echtscheidingsverzoek.
HR 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1457
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp
- Zaaknummer
15/02379
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Goederenrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1457, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:111, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2015
- Wetingang
Art. 1:164 BW; art. 827 Rv
Essentie
Benadeling huwelijksgoederengemeenschap; schadevergoeding op voet art. 1:164 BW; dagvaarding of verzoekschrift?; nevenvoorziening in zin art. 827 lid 1, onder f , Rv?; vereiste van voldoende samenhang met echtscheidingsverzoek.
Uit de totstandkomingsgeschiedenis van art. 1:164 BW blijkt niet dat de wetgever heeft beoogd met het begrip ‘rechtsvordering’ een specifieke procedure voor te schrijven. Voorts hangt de materie waarop deze bepaling ziet, sterk samen met de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en is het woord ‘rechtsvordering’ geen beletsel om in de onderhavige procedure te beslissen over het op art. 1:164 BW gebaseerde verzoek van de man. Art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.