Einde inhoudsopgave
Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten Generaal 2021
Artikel 9.11 Stemmingen over wetsvoorstel en amendementen
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2021
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Kamerstukken 2021, 35322 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken: 35322-50)
- Inwerkingtreding
31-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2021, Stb. 2021, 34 (uitgifte: 28-01-2021, kamerstukken: 35654)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De Kamer volgt bij het stemmen de artikelvolgorde van het wetsvoorstel, met dien verstande dat:
- a.
subamendementen in stemming komen voor het amendement dat zij wijzigen;
- b.
amendementen in stemming komen voor de artikelen die zij wijzigen;
- c.
de afzonderlijke artikelen in hun volgorde in stemming komen;
- d.
de beweegreden onmiddellijk voorafgaand aan de eindstemming in stemming komt; en
- e.
de eindstemming over het wetsvoorstel in zijn geheel altijd aan het slot plaatsvindt.
2.
De amendementen komen in hun geheel in stemming bij het eerste artikel dat zij wijzigen, tenzij de Kamer anders besluit.
3.
De amendementen op eenzelfde gedeelte van het wetsvoorstel komen steeds in stemming in volgorde van meest naar minst verstrekkend ten opzichte van het wetsvoorstel. Bij geschil over de verstrekkendheid van een amendement beslist de Kamer.
4.
Er wordt slechts afzonderlijk gestemd over artikelen of de beweegreden, of over onderdelen daarvan of over onderdelen van amendementen, indien de Kamer daartoe op verzoek van een lid besluit.
5.
De Kamer kan besluiten dat:
- a.
amendementen als vervallen moeten worden beschouwd door het aanbrengen van andere wijzigingen in het wetsvoorstel;
- b.
in het wetsvoorstel technische wijzigingen worden aangebracht die nodig zijn geworden door het aannemen van twee of meer amendementen.