Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren
Artikel 38 Verplichtingen van exploitanten die runderen houden met betrekking tot de middelen en methoden voor de identificatie van gehouden runderen en de aanbrenging en het gebruik ervan
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2021
- Bronpublicatie:
21-09-2021, PbEU 2021, L 438 (uitgifte: 08-12-2021, regelingnummer: 2021/2168)
- Inwerkingtreding
11-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-09-2021, PbEU 2021, L 438 (uitgifte: 08-12-2021, regelingnummer: 2021/2168)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Exploitanten die runderen houden, zorgen ervoor dat de runderen individueel worden geïdentificeerd door middel van een conventioneel oormerk zoals bedoeld in bijlage III, onder a), dat
- a)
op beide oren van het dier moet worden aangebracht met een zichtbare, leesbare en onuitwisbare vermelding van de identificatiecode van het dier op het identificatiemiddel;
- b)
bij runderen moet worden aangebracht in de inrichting waar zij zijn geboren;
- c)
niet verwijderd, gewijzigd of vervangen mag worden zonder toestemming van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de runderen worden gehouden.
2.
Exploitanten die runderen houden, mogen
- a)
een van de in lid 1 van dit artikel bedoelde conventionele oormerken vervangen door een elektronisch identificatiemiddel dat is goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de runderen worden gehouden, indien de lidstaat overeenkomstig artikel 41, lid 1, toestemming voor een dergelijke vervanging heeft verleend;
- b)
beide in lid 1 bedoelde conventionele oormerken vervangen door een elektronisch identificatiemiddel dat overeenkomstig de in artikel 39, lid 1, vastgestelde vrijstellingen is goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de runderen worden gehouden.