NJ 2019/318:Preventieve vrijheidsbeneming ter voorkoming van hooligangeweld. Reikwijdte art. 5 lid 1 sub c. Vrijheidsbeneming ook mogelijk op de enkele grond dat het ‘redelijkerwijs noodzakelijk’ is klagers te beletten een strafbaar feit te begaan?

NJ 2019/318

Preventieve vrijheidsbeneming ter voorkoming van hooligangeweld. Reikwijdte art. 5 lid 1 sub c. Vrijheidsbeneming ook mogelijk op de enkele grond dat het ‘redelijkerwijs noodzakelijk’ is klagers te beletten een strafbaar feit te begaan?

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Preventieve vrijheidsbeneming ter voorkoming van hooligangeweld. Reikwijdte art. 5 lid 1 sub c. Vrijheidsbeneming ook mogelijk op de enkele grond dat het ‘redelijkerwijs noodzakelijk’ is klagers te beletten een strafbaar feit te begaan?

Strafprocesrecht/Mensenrechten, grondslag preventieve vrijheidsbeneming.

Klagers worden aangemerkt als leiders van groepjes hooligans in de aanloop naar een voetbalwedstrijd tussen Zweden en Denemarken in Kopenhagen en in het kader van een grootschalige politieactie preventief in verzekering gesteld ter voorkoming van wanordelijkheden. Hierbij wordt de nationaalrechtelijke maximale termijn voor preventieve vrijheidsbeneming van 6 uur overschreden. Het EHRM oordeelt dat het ‘redelijkerwijs noodzakelijk zijn’ in art. 5 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.