RvdW 2021/999:Betrouwbaarheid getuigenverklaring. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2006/393, m.nt. Buruma, inhoudende dat selectie en waardering van beschikbaar feitenmateriaal is voorbehouden aan feitenrechter en motiveringsplicht voor rechter in geval van uitdrukkelijk onderbouwd standpunt t.a.v. gebruikt bewijsmateriaal. De door hof voor bewijs gebruikte verklaringen van de getuige bij de politie en Rh-C houden in dat — anders dan in het verweer van de raadsman tot uitgangspunt is genomen — de getuige zelf heeft gezien dat verdachte op de auto van aangever sprong en dat verdachte aangever tegen het hoofd trapte. Het verweer vindt afdoende weerlegging in de bewijsvoering, nu het hof in reactie daarop heeft overwogen dat het geen reden ziet om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de getuige, v.zv. deze verklaringen voor het bewijs zijn gebruikt.