Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag)
Artikel 56
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 68 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Grenswateren in de zin van dit hoofdstuk zijn oppervlaktewateren, met inbegrip van de oevers, die de Nederlands-Duitse grens overschrijden of ten dele deze vormen.
2.
De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor de Rijn, de Eems en de Dollard.
3.
Openbare lichamen in de zin van dit hoofdstuk zijn de op het gebied van elk der Verdragsluitende Partijen voor de grenswateren plaatselijk bevoegde provinciën, gemeenten en publiekrechtelijke lichamen.