De goede procesorde
Einde inhoudsopgave
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/2.3.4:2.3.4 Conjlictenrechtelijke wetgeving. Inachtneming beginselen behoorlijke rechtspleging als voorwaarde voor erkenning van een buitenlandse beslissing
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/2.3.4
2.3.4 Conjlictenrechtelijke wetgeving. Inachtneming beginselen behoorlijke rechtspleging als voorwaarde voor erkenning van een buitenlandse beslissing
Documentgegevens:
Mr. V.C.A. Lindijer, datum 08-11-2006
- Datum
08-11-2006
- Auteur
Mr. V.C.A. Lindijer
- JCDI
JCDI:ADS375010:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
40. Verwijzingen naar een behoorlijke rechtspleging zijn ten slotte te vinden in conflictenrechtelijke wetgeving. De erkenning van beslissingen van buitenlandse rechters wordt in deze wetgeving afhankelijk gesteld van onder meer de vraag of die buitenlandse beschikking met inachtneming van de beginselen van een behoorlijke rechtspleging tot stand is gekomen.
Zo bijvoorbeeld:1
Art. 2 Wet conflictenrecht inzake ontbinding huwelijk en scheiding van tafel en bed
1. Een buiten het Koninkrijk na een behoorlijke rechtspleging verkregen ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed wordt in Nederland erkend, indien zij is tot stand gekomen door de beslissing van een rechter of andere autoriteit aan wie daartoe rechtsmacht toekwam.
Art. 9 Wet conflictenrecht afstamming
1. Een buitenslands tot stand gekomen onherroepelijke rechterlijke beslissing waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld of gewijzigd, wordt in Nederland van rechtswege erkend, tenzij
...
b. aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan.
In de toelichting op het eerstgenoemde artikel merkte de minister op dat bijvoorbeeld een verstoting in Nederland erkend zou kunnen worden, mits door de tussenkomst van een autoriteit de verstoting het karakter heeft gehad van een met zekere waarborgen omgeven procedure. De tussenkomende autoriteit hoeft geen rechter te zijn, maar uit de gevolgde procedure moet blijken dat de rechten van de verdediging niet zijn miskend. Voorts is voor erkenning van de beslissing niet nodig dat de beslissing van de buitenlandse autoriteit beantwoordt aan het recht dat toepasselijk zou zijn ingeval de Nederlandse conflictregels inzake echtscheiding van toepassing waren geweest.2 De verwijzing naar een behoorlijke rechtspleging houdt met andere woorden een formele toets in, niet een materiële. Datzelfde kan worden gezegd van de verwijzing naar een behoorlijke rechtspleging in de overigen conflictenrechtelijke wetgeving.
Bij de bespreking van de jurisprudentie verderop in dit boek zal blijken dat de Nederlandse rechter een dergelijke toetsing ook meer algemeen aanlegt ter beantwoording van de vraag of een beslissing die afkomstig is van een buitenlandse rechter in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd.3 Daar zal ook nader worden ingegaan op de concrete maatstaven aan de hand waarvan de rechter beoordeelt of de procedure die in het buitenland is gevolgd 'behoorlijk' is geweest.