RvdW 2015/673
Art. 80a lid 1 RO. Personen- en familierecht. Opzéttelijke verzwijging van tot de huwelijksgemeenschap behorend onroerend goed, art. 3:194 lid 2 BW.
HR 22-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1292
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 mei 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
15/00642
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1292, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:407, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2015
Essentie
Art. 80a lid 1 RO. Personen- en familierecht. Opzettelijke verzwijging van tot de huwelijksgemeenschap behorend onroerend goed, art. 3:194 lid 2 BW.
Partij(en)
[De man], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. A.J.F. Gonesh,
tegen
[De vrouw], verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1.
In deze zaak over de vaststelling van de verdeling van de door echtscheiding ontbonden huwelijksgemeenschap van partijen (hierna ‘de man’, respectievelijk ‘de vrouw’), is de man tijdig in cassatie gekomen van de beschikking van het hof Den Haag van 12 november 2014. In cassatie gaat het om het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.