Verdrag tussen Nederland en Groot-Brittannië houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 29-07-1933
- Bronpublicatie:
31-05-1932, Stb. 1933, 364 (uitgifte: 21-07-1933, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-07-1933
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-1966, Trb. 1966, 295 (uitgifte: 01-01-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verdrag van 31 mei 1932
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,
en
Zijne Majesteit de Koning van Groot-Britannië, Ierland en de Britsche Overzeesche Gewesten, Keizer van Indië,
wenschende binnen hun wederzijdsch grondgebied het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken, die bij hunne rechterlijke autoriteiten aanhangig zijn of vermoedelijk zullen worden, wederzijds te vergemakkelijken;
Hebben besloten te dien einde een Verdrag te sluiten en hebben tot hunne gevolmachtigden benoemd:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
Jonkheer R. de Marees van Swinderen, Ridder-Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau, Commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, Ridder-Grootkruis in de Victoria-Orde, Hoogst Derzelver Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister te Londen;
en
Zijne Majesteit de Koning van Groot-Britannië, Ierland en de Britsche Overzeesche Gewesten, Keizer van Indië:
Voor Groot-Britannië en Noord-Ierland:
The Right Honourable Sir John Allsebrook Simon, G.C.S.I., K.C.V.O., O.B.E., K.C., M.P., Hoogst Deszelfs Eersten Staatssecretaris voor Buitenlandsche Zaken;
die, na elkander hunne in goeden en behoorlijken vorm bevonden volmachten te hebben medegedeeld, zijn overeengekomen als volgt:
Verdragpartijgroep