RO 2021/44
Derdenbeslag onder vof. Na beslaglegging gedane privé-opnames van vennoot vallen onder derdenbeslag.
HR 23-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:640
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
19/05234
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS283061:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Goederenrecht / Gemeenschap
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:640, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2019
- Wetingang
Art. 475 Rv; art. 3:276 BW
Essentie
Derdenbeslag. Vennootschap onder firma. Afgescheiden vermogen.
Derdenbeslag onder vof. Na beslaglegging gedane privé-opnames van vennoot vallen onder derdenbeslag.
Samenvatting
Eiser was tot eind 2008 samen met zijn broer vennoot in een vof. Artikel 9 van de vof-overeenkomst bepaalde: “Ieder der vennoten zal periodiek voor privégebruik een in onderling overleg te bepalen bedrag uit de kas der vennootschap mogen opnemen.”
De echtgenoot en vader van verweersters is in 2002 om het leven gekomen door een misdrijf, gepleegd door eisers broer. Eisers broer is in 2009 veroordeeld tot betaling van ruim 8 ton in euro’s aan verweersters. Ter verzekering van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.