NJ 1956/336
Stelling in cassatie, dat de Rb. een bewezen geacht feit niet uit de bewijsmiddelen kon afleiden. Novum in cassatie.
HR 01-06-1956, ECLI:NL:HR:1956:173
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juni 1956
- Magistraten
Mrs. Donner, van der Meulen, Hijink, Smits en Boltjes
- Zaaknummer
[01061956/NJ_1956-336]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS136153:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1956:173, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑06‑1956
- Wetingang
(Rv art. 398-429.)
Essentie
Stelling in cassatie, dat de Rb. een bewezen geacht feit niet uit de bewijsmiddelen kon afleiden. Novum in cassatie.
Samenvatting
Stelling, dat de Rb. het bewijs van zeker feit niet uit de bewijsmiddelen kon afleiden, kan niet tot cassatie leiden, omdat zij opkomt tegen de waardering door de Rb. van de bewijskracht der afgelegde getuigenverklaringen en mitsdien tegen een oordeel van zuiver feitelijken aard. Stelling, dat een voor het eerst in hoger beroep gevoerd verweer in eerste instantie gedekt is, kan niet met vrucht voor het eerst in cassatie worden te berde gebracht.
Partij(en)
B. Kemper, wonende te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.