Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1172
Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing minderjarige; geldigheidsduur verstreken; gebrek aan belang.
HR 08-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN1396
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/00593
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BN1396
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN1396, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN1396, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2010
Essentie
Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing minderjarige; geldigheidsduur verstreken; gebrek aan belang.
Aangezien de geldigheidsduur van de verlenging van de ondertoezichtstelling en die van de machtiging tot uithuisplaatsing reeds is verstreken, wordt het cassatieberoep wegens gebrek aan belang verworpen.
Partij(en)
[De moeder], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. P. Garretsen,
tegen
Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht, gevestigd te Utrecht, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
- a.
de beschikkingen in de zaak 263046/JE RK 09-414 van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.