Ze noemt geen periode en ik liet weg dat ze eind 2000 naar Nederland is gekomen. Akkoord?
Hof Arnhem-Leeuwarden, 22-11-2013, nr. 21-000878-11
ECLI:NL:GHARL:2013:8827
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
22-11-2013
- Zaaknummer
21-000878-11
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2013:8827, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 22‑11‑2013; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:2467, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 22‑11‑2013
Inhoudsindicatie
Uitspraak Sneep 2. Veroordeling mensenhandel en criminele organisatie. Interpretatie artikel 273f eerste lid aanhef sub 6 Sr (Opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander).
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000878-11
Uitspraak d.d.: 22 november 2013
TEGENSPRAAK
Promis
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Almelo van 18 februari 2011 met parketnummer 08-963012-07 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
laatste bekend adres: [woonplaats].
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 3 oktober 2011, 1 november 2011, 22 juni 20012, 12 september 2012, 20 december 2012, 5 april 2013, 20 september 2013, 8 oktober 2013 en 22 november 2013, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal kort en zakelijk weergegeven inhoudende dat verdachte terzake feit 8 zal worden vrijgesproken en terzake de feiten 1, 4, 5 en 10 zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman mr. A.C. Huisman, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht kort en zakelijk weergegeven inhoudende dat verdachte terzake de feiten 1, 4, 5, 8 en 10 zal worden vrijgesproken.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover verdachte hoger beroep heeft ingesteld tegen de vrijspraak van de onder 2, 3, 4, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten, zal de verdachte in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
Daarbij komt dat het hof met zijn beslissing van 1 november 2011 het openbaar ministerie terzake feit 2, 3, 6, 7 en 9 reeds niet-ontvankelijk heeft verklaard in het ingestelde hoger beroep.
Op grond van het voorstaande zijn in hoger beroep dus nog de volgende feiten aan de orde:
- feit 1: (medeplegen van/medeplichtigheid aan) mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 1] in verschillende varianten
- feit 4: (medeplegen van/medeplichtigheid aan) mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 2] in verschillende varianten
- feit 5: (medeplegen van/medeplichtigheid aan) mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 3] in verschillende varianten
- feit 8: (medeplegen van/medeplichtigheid aan) mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 4] in verschillende varianten
- feit 10: deelname aan een criminele organisatie
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen, omdat het tot andere bewijsbeslissingen komt terzake de onder 1 en 5 ten laste gelegd feiten komt.
Daarbij zij opgemerkt dat het hof terzake de feiten 4, 8 en 10 grotendeels tot dezelfde beslissingen komt als de rechtbank en zoals hierna weergegeven de overwegingen van de rechtbank terzake die feiten grotendeels tot de zijne maakt.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zoals deze tenlastelegging ter zake deze feiten in hoger beroep is gewijzigd, dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1];
en/of
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft,
enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 1];
en/of
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 1] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en), die afpersing en/of die fraude en/of dat misbruik en/of die misleiding en/of
die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) is/heeft/hebben/zijn
(telkens)
- met die [slachtoffer 1] een liefdesrelatie aangegaan en/of (emotioneel) van hem/hen verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en het geven van cadeau’s en van alles voor haar te betalen en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of
- voor die [slachtoffer 1] (een) kamer(s) en/of een gelegenheid geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of
- die [slachtoffer 1] naar de plek waar zij zich prostitueerde gebracht en/of laten brengen en/of van de plek waar zij zich prostitueerde opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 1] als prostituee en/of die [slachtoffer 1] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 1] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem/hen, verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], af te staan en/of af te laten dragen en/of
- die [slachtoffer 1] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], doen afstaan en/of die [slachtoffer 1] (aldus) in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], afhankelijke positie gehouden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen (beschermings)gelden te innen bij één of meerdere prostituees en/of
- die [slachtoffer 1] laten betalen voor bescherming door verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1] en/of
- die [slachtoffer 1] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 1] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen en/of
- die [slachtoffer 1] één of meermalen (met een ijzeren/metalen honkbalknuppel) geslagen en/of laten slaan en/of
- die [slachtoffer 1] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen (grote) geldbedragen afkomstig uit de prostitutie naar Turkije te brengen en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 1] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- bij die [slachtoffer 1] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 1] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of
- die [slachtoffer 1] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps)intimidatie, door verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1], waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waartegen zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 1], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 1] te controleren en/of
- die [slachtoffer 1] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten gehouden en/of in haar buurt gebleven en/of haar gecontroleerd en/of zorg gedragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door gegeven/gemeld aan [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en/of
- voorkomen dat [slachtoffer 1] tijdens haar werkzaamheden zonder toestemming (van verdachte en/of zijn mededader(s)) bezoek kreeg van andere vrouwen/prostituees en/of [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) daarvan op de hoogte te stellen en/of
- van en/of via haar (beschermings)gelden geïnd en/of zorg gedragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- de huur van zijn woning/verblijfplaats laten betalen door die [slachtoffer 1] en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst genomen en/of
- op afroep beschikbaar geweest als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 1] en/of
- voor die [slachtoffer 1] een kamer geregeld (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of
- die [slachtoffer 1] begeleid/gebracht van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats teruggebracht en/of [slachtoffer 1] aldus in (een) auto(‘s) vervoerd;
(in onderling verband en samenhang bezien met de rest van het dossier)
SUBSIDIAIR, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden,
[medeverdachte 1] en/of een of meer van zijn mededader(s) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in
Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1];
en/of
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft,
enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 1];
en/of
- [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 1] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen die [medeverdachte 1] en/of diens
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 1] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft / hebben gehad;
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en), die afpersing en/of die fraude en/of dat misbruik en/of die misleiding en/of
die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) is/heeft/hebben/zijn
(telkens)
- met die [slachtoffer 1] een liefdesrelatie aangegaan en/of onderhouden en/of ingepalmd en/of (emotioneel) van hem/hen, [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s),afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en het geven van cadeau's en van alles voor haar te betalen en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of
- voor die [slachtoffer 1] (een) kamer(s) en/of een gelegenheid geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of
- die [slachtoffer 1] naar de plek waar zij zich prostitueerde gebracht en/of laten brengen en/of van de plek waar zij zich prostitueerde opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 1] als prostituee en/of die [slachtoffer 1] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 1] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen, om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem/hen, [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s), af te staan en/of af te laten dragen en/of
- die [slachtoffer 1] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s), doen afstaan en/of die [slachtoffer 1] (aldus) in een (verder) van hem/hen, [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen (beschermings)gelden te innen bij/van één of meerdere prostituees en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] laten betalen voor bescherming door die [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 1] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 1] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen, en/of
- die [slachtoffer 1] één of meermalen (met een ijzeren/metalen honkbalknuppel) geslagen en/of laten slaan en/of
- die [slachtoffer 1] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen, althans bewogen (grote) geldbedragen afkomstig uit de prostitutie naar Turkije te brengen en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 1] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s), althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- die [slachtoffer 1] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 1] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 1] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps)intimidatie, door [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s), en/of waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waartegen zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 1], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 1] te controleren
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf /misdrijven verdachte, [verdachte], op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 07 februari 2007, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest door voornoemde [slachtoffer 1] onder druk te zetten en/of
- die [slachtoffer 1] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten te houden en/of in haar buurt te blijven en/of haar te controleren en/of zorg te dragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door te geven/melden aan [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en/of
- voorkomen dat [slachtoffer 1] tijdens haar werkzaamheden zonder toestemming (van verdachte en/of zijn mededader(s)) bezoek kreeg van andere vrouwen/prostituees en/of [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) daarvan op de hoogte te stellen en/of
- van en/of via haar (beschermings)gelden te innen en/of zorg te dragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst te nemen en/of
- op afroep beschikbaar te zijn als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 1] en/of
- voor die [slachtoffer 1] een kamer te regelen (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of
- die [slachtoffer 1] te begeleiden/brengen van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde) en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats terug te brengen en/of [slachtoffer 1] aldus in (een) auto(‘s) te vervoeren;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2];
en/of
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft,
enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 2];
en/of
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 2] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en), die afpersing en/of die fraude en/of dat misbruik en/of die misleiding en/of
die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) is/heeft/hebben/zijn
(telkens)
- met voornoemde [slachtoffer 2] een (liefdes)relatie aangegaan en/of onderhouden en/of die [slachtoffer 2] (emotioneel) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], afhankelijk gemaakt en/of
- die [slachtoffer 2] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 2] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen en/of
- voor die [slachtoffer 2] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [slachtoffer 2] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 2] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 2] als prostituee en/of die [slachtoffer 2] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 2] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 2] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], doen afstaan en/of die [slachtoffer 2] (aldus) in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], afhankelijke positie gehouden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] laten betalen voor bescherming door verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 2] en/of
- die [slachtoffer 2] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- bepaald wat die [slachtoffer 2] moest doen en/of wanneer en/of hoe lang zij moest werken en/of waar zij naar toe mocht gaan (waardoor zij geen keuzevrijheid had) en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 2] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- bij die [slachtoffer 2] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 2] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 2] gedreigd en/of laten dreigen met het inlichten van haar ouders over haar prostitutiewerkzaamheden en/of
- die [slachtoffer 2] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps)intimidatie, door verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 2], waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 2], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 2] te controleren en/of
- die [slachtoffer 2] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten gehouden en/of in haar buurt gebleven en/of haar gecontroleerd en/of zorg gedragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door gegeven/gemeld aan [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) en/of
- voorkomen dat [slachtoffer 2] tijdens haar werkzaamheden zonder toestemming (van verdachte en/of zijn mededader(s)) bezoek kreeg van andere vrouwen/prostituees en/of [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) daarvan op de hoogte te stellen en/of
- van en/of via haar (beschermings)gelden geïnd en/of zorg gedragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst genomen en/of
- op afroep beschikbaar geweest als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 2] en/of een bodyguard toegewezen aan die [slachtoffer 2] en/of
- voor die [slachtoffer 1] een kamer geregeld (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of
- die [slachtoffer 1] begeleid/gebracht van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats teruggebracht en/of [slachtoffer 1] aldus in (een) auto(‘s) vervoerd;
SUBSIDIAIR, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden,
[medeverdachte 2] en/of een of meer van zijn mededader(s) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2];
en/of
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft,
enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan die [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 2];
en/of
- [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 2] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen die [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 2] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en), die afpersing en/of die fraude en/of dat misbruik en/of die misleiding en/of
die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) is/heeft/hebben/zijn
(telkens)
- met voornoemde [slachtoffer 2] een (liefdes)relatie aangegaan en/of onderhouden en/of die [slachtoffer 2] (emotioneel) van hem/hen, [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- die [slachtoffer 2] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 2] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen en/of
- voor die [slachtoffer 2] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [slachtoffer 2] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 2] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 2] als prostituee en/of die [slachtoffer 2] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 2] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 2] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s), doen afstaan en/of die [slachtoffer 2] (aldus) in een (verder) van hem/hen, [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] laten betalen voor bescherming door [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 2] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- bepaald wat die [slachtoffer 2] moest doen en/of wanneer en/of hoe lang zij moest werken en/of waar zij naar toe mocht gaan (waardoor zij geen keuzevrijheid had) en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 2] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s), althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- bij die [slachtoffer 2] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 2] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 2] gedreigd en/of laten dreigen met het inlichten van haar ouders over haar prostitutiewerkzaamheden en/of
- die [slachtoffer 2] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps)intimidatie, door [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s), waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 2], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 2] te controleren en/of
- die [slachtoffer 2] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten gehouden en/of in haar buurt gebleven en/of haar gecontroleerd en/of zorg gedragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door gegeven/gemeld aan [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) en/of
- voorkomen dat [slachtoffer 2] tijdens haar werkzaamheden zonder toestemming (van verdachte en/of zijn mededader(s)) bezoek kreeg van andere vrouwen/prostituees en/of [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) daarvan op de hoogte te stellen en/of
- van en/of via haar (beschermings)gelden geïnd en/of zorg gedragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst genomen en/of
- op afroep beschikbaar geweest als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 2] en/of een bodyguard toegewezen aan die [slachtoffer 2] en/of
- voor die [slachtoffer 1] een kamer geregeld (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of
- die [slachtoffer 1] begeleid/gebracht van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats teruggebracht en/of [slachtoffer 1] aldus in (een) auto(‘s) vervoerd;
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf /misdrijven verdachte, [verdachte], op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente te Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest door voornoemde [slachtoffer 2] onder druk te zetten en/of
- die [slachtoffer 2] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten te houden en/of in haar buurt te blijven en/of haar te controleren en/of zorg te dragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door te geven/melden aan [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) en/of
- voorkomen dat [slachtoffer 2] tijdens haar werkzaamheden zonder toestemming (van verdachte en/of zijn mededader(s)) bezoek kreeg van andere vrouwen/prostituees en/of [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) daarvan op de hoogte te stellen en/of
- van en/of via haar (beschermings)gelden te innen en/of zorg te dragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tegen die [slachtoffer 2] te zeggen haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst te nemen en/of
- op afroep beschikbaar te zijn als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 2] en/of
- voor die [slachtoffer 2] een kamer te regelen (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of
- die [slachtoffer 2] te begeleiden/brengen van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde) en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats terug te brengen en/of [slachtoffer 2] aldus in (een) auto(‘s) te vervoeren;
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 3] telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 3] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 3];
en/of
- [slachtoffer 3] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 3] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 3] heeft,
enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 3];
en/of
- [slachtoffer 3] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 3] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 3] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en), die afpersing en/of die fraude en/of dat misbruik en/of die misleiding en/of
die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) is/heeft/hebben/zijn
(telkens)
- met die [slachtoffer 3] een liefdesrelatie aangegaan en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 3] afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en het geven van cadeau’s en van alles voor haar te betalen en/of
- die [slachtoffer 3] als prostituee laten werken en/of
- voor die [slachtoffer 3] (een) kamer(s) en/of een gelegenheid geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of
- die [slachtoffer 3] naar de plek waar zij zich prostitueerde gebracht en/of laten brengen en/of van de plek waar zij zich prostitueerde opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 3] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of
- die [slachtoffer 3] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 3] als prostituee en/of die [slachtoffer 3] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 3] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 3] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem/hen, [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te laten dragen en/of
- die [slachtoffer 3] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s), doen afstaan en/of die [slachtoffer 3] (aldus) in een (verder) van hem/hen, [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 3] en/of
- die [slachtoffer 3] laten betalen voor bescherming door [medeverdachte 3] en/of diens mededader(s) en/of
- woonruimte voor die [slachtoffer 3] geregeld en/of laten regelen en/of
- die [slachtoffer 3] één of meermalen (met een ijzeren/metalen honkbalknuppel) geslagen en/of laten slaan en/of
- die [slachtoffer 3] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 3] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s), althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- die [slachtoffer 3] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 3] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 3] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps)intimidatie, door [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s), waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 3], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 3] te controleren en/of
- die [slachtoffer 3] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten gehouden en/of in haar buurt gebleven en/of haar gecontroleerd en/of zorg gedragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door gegeven/gemeld aan [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) en/of
- van haar (beschermings)gelden geïnd en/of zorg gedragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- aan [medeverdachte 3], althans één van zijn, verdachtes, mededaders doorgeven als [slachtoffer 3] geen geld wilde afstaan en/of
- tegen die [slachtoffer 3] gezegd haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst genomen en/of
- op afroep beschikbaar geweest als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 3] en/of
- die [slachtoffer 3] begeleid/gebracht van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats teruggebracht en/of [slachtoffer 3] aldus in (een) auto(‘s) vervoerd;
SUBSIDIAIR, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden,
[medeverdachte 3] en/of één of meer van hun/zijn mededader(s) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 3] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 3] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 3];
en/of
- [slachtoffer 3] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 3] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 3] heeft,
enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan die [medeverdachte 3] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 3];
en/of
- [slachtoffer 3] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 3] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen die [medeverdachte 3] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 3] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft / hebben gehad;
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en), die afpersing en/of die fraude en/of dat misbruik en/of die misleiding en/of
die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat [medeverdachte 3] en/of diens mededader(s) is/heeft/hebben/zijn
(telkens)
- met die [slachtoffer 3] een liefdesrelatie aangegaan en/of (emotioneel) van hem/hen [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en het geven van cadeau's en van alles voor haar te betalen en/of
- die [slachtoffer 3] als prostituee laten werken en/of
- voor die [slachtoffer 3] (een) kamer(s) en/of een gelegenheid geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of
- die [slachtoffer 3] naar de plek waar zij zich prostitueerde gebracht en/of laten brengen en/of van de plek waar zij zich prostitueerde opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 3] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of
- die [slachtoffer 3] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 3] als prostituee en/of die [slachtoffer 3] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 3] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 3] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem/hen, [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te laten dragen en/of
- die [slachtoffer 3] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s), doen afstaan en/of die [slachtoffer 3] (aldus) in een (verder) van hem/hen, [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen bij/van die [slachtoffer 3] en/of
- die [slachtoffer 3] laten betalen voor bescherming door [medeverdachte 3] en/of diens mededader(s) en/of
- woonruimte voor die [slachtoffer 3] geregeld en/of laten regelen en/of
- die [slachtoffer 3] één of meermalen (met een ijzeren/metalen honkbalknuppel) geslagen en/of laten slaan en/of
- die [slachtoffer 3] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onder druk laten zetten en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 3] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werk en/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s), althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- die [slachtoffer 3] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 3] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of dierbare huisdieren en/of
- die [slachtoffer 3] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps)intimidatie, door [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s), waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond, waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 3], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 3] te controleren en/of
- die [slachtoffer 3] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten gehouden en/of in haar buurt gebleven en/of haar gecontroleerd en/of zorg gedragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door gegeven/gemeld aan [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) en/of
- van haar (beschermings)gelden geïnd en/of zorg gedragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- aan [medeverdachte 3], althans één van zijn, verdachtes, mededaders doorgeven als [slachtoffer 3] geen geld wilde afstaan en/of
- tegen die [slachtoffer 3] gezegd haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst genomen en/of
- op afroep beschikbaar geweest als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 3] en/of
- die [slachtoffer 3] begeleid/gebracht van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats teruggebracht en/of [slachtoffer 3] aldus in (een) auto(‘s) vervoerd;
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf /misdrijven verdachte, [verdachte], op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 07 februari 2007, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest door voornoemde [slachtoffer 3] onder druk te zetten en/of
- die [slachtoffer 3] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten te houden en/of in haar buurt te blijven en/of haar te controleren en/of zorg te dragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door te geven/melden aan [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) en/of
- voorkomen dat [slachtoffer 3] tijdens haar werkzaamheden zonder toestemming (van verdachte en/of zijn mededader(s)) bezoek kreeg van andere vrouwen/prostituees en/of [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) daarvan op de hoogte te stellen en/of
- van en/of via haar (beschermings)gelden te innen en/of zorg te dragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tegen die [slachtoffer 3] te zeggen haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst te nemen en/of
- op afroep beschikbaar te zijn als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 3] en/of
- voor die [slachtoffer 3] een kamer te regelen (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of
- die [slachtoffer 3] te begeleiden/brengen van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde) en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats terug te brengen en/of [slachtoffer 2] aldus in (een) auto(‘s) te vervoeren;
8.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 20 januari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 4] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 4] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 4];
en/of
- [slachtoffer 4] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 4] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 4] heeft,
enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 4] zich daardoor beschikbaar zou / zouden stellen tot het verrichten van arbeiden/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 4];
en/of
- [slachtoffer 4](telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 4] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 4] met of voor (een)derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel tengevolge heeft /hebben gehad;
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en), die afpersing en/of die fraude en/of dat misbruik en/of die misleiding en/of
die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) is/heeft/hebben/zijn
(telkens)
- die [slachtoffer 4] als prostituee laten werken en/of
- voor die [slachtoffer 4] (een) kamer(s) en/of een gelegenheid geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of
- die [slachtoffer 4] naar de plek waar zij zich prostitueerde gebracht en/of laten brengen en/of van de plek waar zij zich prostitueerde opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [slachtoffer 4] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 4] als prostituee en/of die [slachtoffer 4] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 4] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controleren en/of
- die [slachtoffer 4] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem/hen, verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6], af te staan en/of af te laten dragen en/of
- die [slachtoffer 4] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6], doen afstaan en/of die [slachtoffer 4] (aldus) in een (verder) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5], [medeverdachte 6], afhankelijke positie gehouden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen van/bij die [slachtoffer 4] en/of
- die [slachtoffer 4] laten betalen voor bescherming door verdachte en/of verdachtes mededader(s), waaronder [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of
- die [slachtoffer 4] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 4] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen en/of
- die [slachtoffer 4] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen over de vloer te kruipen en/of die [slachtoffer 4] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen (sigaretten)peuken op te eten en/of haar beurtelings onder een hete en koude douche gezet en/of laten zetten, althans die [slachtoffer 4] mishandeld en/of laten mishandelen en/of jegens haar geweld gepleegd en/of laten plegen en/of
- die [slachtoffer 4] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onderdruk laten zetten en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 4] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werken/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6], althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- die [slachtoffer 4] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 4] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of
- die [slachtoffer 4] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps)intimidatie door verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6], waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 4], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 4] te controleren en/of
- die [slachtoffer 4] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten te houden en/of in haar buurt te blijven en/of haar te controleren en/of zorg te dragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door te geven/melden aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of zijn mededader(s) en/of
- voorkomen dat [slachtoffer 4] tijdens haar werkzaamheden zonder toestemming (van verdachte en/of zijn mededader(s)) bezoek kreeg van andere vrouwen/prostituees en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of zijn mededader(s) daarvan op de hoogte te stellen en/of
- van en/of via haar (beschermings)gelden te innen en/of zorg te dragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tegen die [slachtoffer 4] te zeggen haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst te nemen en/of
- op afroep beschikbaar te zijn als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 4];
SUBSIDIAIR, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden,
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of één of meer van hun/zijn mededader(s) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 20 januari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of
Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- [slachtoffer 4] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 4] heeft, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 4];
en/of
- [slachtoffer 4](telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 4] heeft, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of (telkens) onder de omstandighe(i)d(en) dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 4] heeft,
enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 4] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard);
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 4];
en/of
- [slachtoffer 4](telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer 4] heeft, heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 4] met of voor (een) derde;
terwijl dat feit / die feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft /hebben gehad;
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en), die afpersing en/of die fraude en/of dat misbruik en/of die misleiding en/of
die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of zijn/hun mededader(s) is/heeft/hebben/zijn
(telkens)
- die [slachtoffer 4] als prostituee laten werken en/of
- voor die [slachtoffer 4] (een) kamer(s) en/of een gelegenheid geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of
- die [slachtoffer 4] naar de plek waar zij zich prostitueerde gebracht en/of laten brengen en/of van de plek waar zij zich prostitueerde opgehaald en/of op laten halen en/of
- die [slachtoffer 4] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 4] als prostituee en/of die [slachtoffer 4] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of
- die [slachtoffer 4] (voortdurend) gecontroleerd en/of (voortdurend) laten controlerenen/of
- die [slachtoffer 4] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem/hen, [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of en/of diens mededader(s) af te staan en/of af te laten dragen en/of
- die [slachtoffer 4] (het) door haar met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of en/of diens mededader(s), doen afstaan en/of die [slachtoffer 4] (aldus) in een (verder) van hem/hen, [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of diens mededader(s)afhankelijke positie gehouden en/of
- (beschermings)gelden geïnd en/of laten innen van/bij die [slachtoffer 4] en/of
- die [slachtoffer 4] laten betalen voor bescherming door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of diens mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 4] in een (recreatie)woning ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer 4] woonruimte en/of onderdak geregeld en/of laten regelen, en/of
- die [slachtoffer 4] gedwongen en/of laten dwingen, althans bewogen en/of laten bewegen over de vloer te kruipen en/of die [slachtoffer 4] gedwongen en/of laten dwingen,althans bewogen en/of laten bewegen (sigaretten)peuken op te eten en/of haar beurtelings onder een hete en koude douche gezet en/of laten zetten, althans die [slachtoffer 4] mishandeld en/of laten mishandelen en/of jegens haar geweld gepleegd en/of laten plegen en/of
- die [slachtoffer 4] geslagen en/of laten slaan en/of onder druk gezet en/of onderdruk laten zetten en/of
- de keuzevrijheid van die [slachtoffer 4] beperkt en/of ontnomen om tijdens het werken/of buiten het werk te gaan en staan en/of om om te gaan met anderen dan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of diens mededader(s), althans het moeten afleggen van verantwoording over het gaan en staan en/of omgang met andere mensen tijdens het werk en/of buiten het werk om en/of
- die [slachtoffer 4] angst ingeboezemd (waardoor zij geen/niet eerder hulp zocht en/of aangifte deed) en/of
- angst ingeboezemd bij die [slachtoffer 4] voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of vrienden en/of
- die [slachtoffer 4] onder druk gezet en/of in een afhankelijksheidsrelatie gebracht waardoor zij zich niet kon onttrekken aan de (groeps)dwang en/of (groeps)intimidatie, door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of diens mededader(s), waardoor een dermate dreigende sfeer ontstond waaraan zij geen weerstand kon bieden en/of
- instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 4], teneinde de prostitutiewerkzaamheden en de inkomsten van die [slachtoffer 4] te controleren
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf /misdrijven verdachte, [verdachte], op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 20 januari 2007, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag (elders) in Nederland en/of Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest door die [slachtoffer 4] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten te houden en/of in haar buurt te blijven en/of haar te controleren en/of zorg te dragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of zijn bevindingen door te geven/melden aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of zijn mededader(s) en/of
- voorkomen dat [slachtoffer 4] tijdens haar werkzaamheden zonder toestemming (van verdachte en/of zijn mededader(s)) bezoek kreeg van andere vrouwen/prostituees en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of zijn mededader(s) daarvan op de hoogte te stellen en/of
- van en/of via haar (beschermings)gelden te innen en/of zorg te dragen voor de afdracht van (een gedeelte van) haar verdiensten aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tegen die [slachtoffer 4] te zeggen haar tegen betaling te beschermen en/of aldus geld van haar in ontvangst te nemen en/of
- op afroep beschikbaar te zijn als bodyguard voor [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 4] en/of
- voor die [slachtoffer 4] een kamer te regelen (alwaar zij zich kon prostitueren) en/of
- die [slachtoffer 4] te begeleiden/brengen van en naar haar kamer/werkplek (alwaar zij zich prostitueerde) en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats terug te brengen en/of [slachtoffer 4] aldus in (een) auto(‘s) te vervoeren;
10.
hij in of omstreeks de periode 01 januari 2006 tot en met 14 maart 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen en/of Amstelveen en/of Diemen en/of [plaats] en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije, heeft deelgenomen aan een organisatie, onder meer bestaande uit [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 8] en/of verdachte ("de organisatie [organisatienaam]"), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273a (oud) van het Wetboek van Strafrecht en/of 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het seksueel uitbuiten van vrouwen (prostituees) en/of
- (zware) mishandeling, als bedoeld in artikel 300 en/of 302 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die (zware) mishandeling onder andere bestond uit het slaan en/of stompen en/of schoppen van (meerdere) personen (prostituees, klanten van prostituees en/of pooiers) en/of
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (onder andere het bedreigen van prostituees en/of klanten van prostituees) en/of
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie (onder andere het voorhanden hebben van steek- en/of vuurwapens) en/of
- afpersing, als bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht ( onder andere het afhandig maken van geld van prostituees).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 ([slachtoffer 1])
Met de rechtbank, het openbaar ministerie en de raadsman is het hof van oordeel dat onvoldoende bewijs voorhanden is voor het met [medeverdachte 1] medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 1] voor zover dat is toegesneden op artikel 273a (oud)/273f eerste lid aanhef, sub 1, 4 en 9. Hetzelfde geldt voor het tenlastegelegde zwaar lichamelijk letsel dat het gevolg zou zijn geweest van de mensenhandel. Verdachte moet van dit alles worden vrijgesproken.
Anders dan de raadsman acht het hof wel wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van mensenhandel voor zover dat is toegesneden op artikel 237a (oud)/273f eerste lid aanhef, sub 6 Sr. Dat betekent dat het hof de door de rechtbank vastgestelde feiten en omstandigheden anders kwalificeert dan de rechtbank. Op basis van die feiten en omstandigheden komt het hof tot bewezenverklaring van het zelfstandig plegen van mensenhandel in de vorm van het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander en derhalve tot een deel van het primair tenlastegelegde feit. Het hof komt daardoor niet toe aan niet toe aan de door de rechtbank bewezenverklaarde subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid aan mensenhandel.
Ter onderbouwing van deze beslissing zal het hof eerst uiteenzetten hoe het de desbetreffende delictsomschrijving interpreteert, waarna zal worden gemotiveerd waarom in casu de bestanddelen van die delictsomschrijving worden vervuld. Hetgeen het hof daarover zal overwegen met betrekking tot artikel 273f eerste lid aanhef sub 6 Sr geldt ook voor artikel 273a (oud) eerste lid aanhef sub 6 Sr.
Interpretatie delictsomschrijving artikel 273f eerste lid aanhef sub 6 Sr
In het kader van de vraag of sprake is van opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van [slachtoffer 1], heeft het openbaar ministerie het hof uitdrukkelijk verzocht de rechtsvraag te beantwoorden of het voor een bewezenverklaring van dat feit nodig is te bewijzen dat het opzet van verdachte mede gericht was op de uitbuiting van de ander. Het antwoord op die vraag kan naar het oordeel van het hof worden gevonden in de wetsgeschiedenis.
Het huidige artikel 273f eerste lid aanhef sub 6 Sr vindt zijn oorsprong in het oude artikel 250a eerste lid aanhef sub 4 Sr zoals dat in de Wet opheffing algemeen bordeelverbod (Stb. 1999, 464) werd geïntroduceerd. Daarin werd strafbaar gesteld ‘degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich onder de onder 1 genoemde omstandigheden beschikbaar stelt tot het plegen van die handelingen’. Deze onder 1 genoemde omstandigheden betreffen de (ongeoorloofde) middelen die een uitbuitingsituatie creëren of, anders gezegd, de (dwang)middelen waardoor iemand zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling. Als achtergrond wordt in de bijbehorende Memorie van Toelichting de introductie van deze strafbaarstelling, voor zover hier van belang, als volgt gemotiveerd: “Daar het niet volstrekt zeker is of met behulp van deelnemingsconstructies in voldoende mate effectief kan worden opgetreden tegen achtergronddaders, wordt voorgesteld ook uitdrukkelijk strafbaar te stellen degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met een derde, terwijl hij weet of behoort te weten dat die andere zich onvrijwillig prostitueert (…)” (Kamerstukken II 1996-1997, 25 437, nr. 3, p. 9)
Naar het oordeel van het hof kan deze (oude) delictsomschrijving niet anders worden uitgelegd dan dat het opzet gericht dient te zijn op het voordeel trekken en dat als bijkomende voorwaarde voor strafbaarheid de verdachte op zijn minst redelijkerwijs moet vermoeden dat diegene van wie hij voordeel trekt zich in een uitbuitingsituatie bevindt. De vergelijking dringt zich in dit verband op met het delict schuldheling. Ook de Memorie van Toelichting bij de Wet opheffing algemeen bordeelverbod geeft geen aanleiding de daarbij geïntroduceerde delictsomschrijving van artikel 250a eerste lid aanhef sub 4 anders te interpreteren. Daarin wordt alleen ten aanzien van het tevens nieuw geïntroduceerde artikel 250a eerste lid aanhef sub 5 (‘degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling, indien die ander minderjarig is’) uitdrukkelijk vastgesteld dat het opzet gericht dient te zijn op het voordeel trekken en dus niet op de minderjarigheid (Kamerstukken II 1996-1997, 25437, nr. 3, p. 9).
Bij de Wet ter uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel (Kamerstukken II 2003-2004, 29 291, nrs. 1-2) is de delictsomschrijving in artikel 250a eerste lid aanhef sub 4 vervangen door de huidige delictsomschrijving in artikel 273 lid 1 aanhef sub 6. Daarin werd als schuldige aan mensenhandel strafbaar gesteld ‘degene die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander’. Ter toelichting hierop valt in de Memorie van Toelichting slechts te lezen dat daarmee het bepaalde in artikel 250a, eerste lid, onderdeel 4, geacht wordt te zijn uitgebreid tot andere vormen van uitbuiting dan seksuele uitbuiting (Kamerstukken II 2003-2004, 29 291, nr. 3, p. 19). Bij de verdere behandeling van deze wet wordt aan deze delictsomschrijving verder geen aandacht besteed, zodat de conclusie gerechtvaardigd lijkt dat de wetgever geen wijziging in de reikwijdte van de strafbaarstelling van het opzettelijk voordeel trekken uit seksuele uitbuiting heeft willen nastreven.
De slotsom, en daarmee het antwoord op de door het openbaar ministerie opgeworpen rechtsvraag, moet daarom ook zijn dat het opzet bij seksuele uitbuiting slechts gericht hoeft te zijn op het trekken van voordeel uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling en derhalve niet op de situatie van seksuele uitbuiting op zichzelf. Naar het oordeel van het hof blijft, gelet op het voorgaande, echter wel als voorwaarde voor strafbaarheid op grond van artikel 273 lid 1 aanhef sub 6 staan dat diegene die voordeel trekt weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat sprake is van seksuele uitbuiting.
Om te komen tot een bewezenverklaring dient derhalve wettig en overtuigend bewezen te kunnen worden:
1.
Dat sprake was van een uitbuitingssituatie;
2.
Dat verdachte daaruit opzettelijk voordeel heeft getrokken;
3.
Dat verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat sprake was van een uitbuitingsituatie.
Motivering bewezenverklaring opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van [slachtoffer 1]
Uitbuitingssituatie
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat [slachtoffer 1] door [medeverdachte 1] werd uitgebuit. Door de raadsman is dit op zichzelf ook niet weersproken en het hof is van oordeel dat op dit punt kan worden volstaan met door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen zoals die in bijlage 1 zullen worden opgenomen en welke het hof voor zover daarin opgenomen tot de zijne maakt.
Opzettelijk voordeel trekken
Het hof is voorts van oordeel dat verdachte voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 1]. Verdachte heeft in de tenlastegelegde periode tegen betaling en onder gezag van [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] gebracht en gehaald van en naar haar werkplek en [slachtoffer 1] beschermd tegen lastige klanten. In het kader van deze werkzaamheden kreeg verdachte ook opdracht van [medeverdachte 1] om [slachtoffer 1] te controleren. Verdachte kreeg voor deze werkzaamheden uitbetaald door [slachtoffer 1] in opdracht van [medeverdachte 1]. Deze feiten en omstandigheden volgen eveneens uit de bewijsoverwegingen en bewijsconstructie van de rechtbank die het hof voor zover die in bijlage 1 zijn opgenomen tot de zijne maakt.
Wetenschap of vermoeden van uitbuitingssituatie
Tenslotte is het hof ook van oordeel dat verdachte ten tijde van zijn (betaalde) werkzaamheden voor [slachtoffer 1] op z’n minst redelijkerwijs had moeten vermoeden dat [slachtoffer 1] werd uitgebuit. Verdachte had zich er van moeten vergewissen dat geen sprake was van een uitbuitingssituatie. Het hof neemt daartoe in aanmerking dat verdachte wist over de misstanden in de prostitutiewereld op de Amsterdams Wallen, dat verdachte op enig moment wist dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich schuldig maakten aan vrouwenhandel en dat hij ten aanzien van [slachtoffer 1] in het bijzonder concrete aanwijzingen had van dwang: verdachte werkte onder gezag van [medeverdachte 1] en niet louter voor en in opdracht van [slachtoffer 1], verdachte kreeg in het kader van zijn werkzaamheden opdracht [slachtoffer 1] te controleren en overlegde met anderen dan [slachtoffer 1] over zijn bodyguardwerkzaamheden. Ook deze feiten en omstandigheden volgen uit de bewijsoverwegingen en bewijsconstructie van de rechtbank die het hof voor zover die in bijlage 1 zijn opgenomen tot de zijne maakt en voorts uit het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] op 27 januari 2010 bij de rechter-commissaris in de Rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo, voor zover inhoudende op pagina 9 van het proces-verbaal als verklaring van [getuige 1] – zakelijk weergegeven – als volgt:
‘Als de rechter-commissaris mij vraagt wat [naam] en [alias verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) dan hebben gezegd over [alias medeverdachte 2] dan zeg ik dat zij gezegd hebben dat hij een grote jongen was van daar. Als de rechter-commissaris vraagt wat ik daarmee bedoel, dan zeg ik: “vrouwenhandel”. Zij hebben gezegd dat hij vrouwen verkoopt. Dit hebben ze ook van [medeverdachte 1] gezegd’.
Vrijspraak ten aanzien van feit 4 ([slachtoffer 2])
Door het openbaar ministerie is in hoger beroep gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld terzake de tenlastegelegde mensenhandel voor zover dat is toegesneden op artikel 273f eerste lid aanhef sub 6 Sr: het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van de ander. Verdachte zou opzettelijk voordeel hebben getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 2] door [medeverdachte 2]. Anders dan het openbaar ministerie acht het hof echter niet wettig en overtuigend bewezen dat [slachtoffer 2] door [medeverdachte 2] is uitgebuit.
Het hof overweegt daartoe als volgt.
[slachtoffer 2] verklaart zelf dat ze op haar 20e in de prostitutie is gaan werken. In 1997/1998 ontmoet ze [medeverdachte 2]. Ze krijgen in 2001/2002 een relatie. [slachtoffer 2] vertelt dat ze in het begin verliefd was op hem. Later kregen ze vaak ruzie. Dat was de reden dat ze uit elkaar zijn gegaan. [slachtoffer 2] zegt dat ze zelfstandig in de prostitutie werkte. Haar werknaam was [alias slachtoffer 2]. Ze bepaalde zelf haar werktijden. Haar verzorging regelde ze zelf. Soms belde ze een loopjongen van de lunchroom en soms nam ze een “zwarte taxi”, een snorder. [slachtoffer 2] heeft niets over verdachte verklaard.
De enige verklaringen in het dossier die als belastend kunnen worden uitgelegd, zijn die van [getuige 2] en [getuige 3]. De verdediging heeft aangevoerd dat deze verklaringen derdehands, innerlijk tegenstrijdig en niet geloofwaardig zijn.
[getuige 2] verklaart onder andere dat [medeverdachte 2] leefde van het geld dat hij kreeg van vrouwen, onder wie [slachtoffer 2] (het hof begrijpt: [slachtoffer 2]). [getuige 2] zou een paar weken in de woning van [slachtoffer 2] en [alias medeverdachte 2] (het hof begrijpt: [medeverdachte 2]) zijn geweest. Daar had [slachtoffer 2] haar gezegd dat ze niet alles aan haar moest vertellen. Ze kreeg daar problemen mee met [alias medeverdachte 2]. Ze kreeg dan klappen.
[getuige 3] verklaart onder meer dat [naam] en [alias slachtoffer 2] (het hof begrijpt: [slachtoffer 2]) de bron van inkomsten van [medeverdachte 2] zijn. Hij nam deze meisjes regelmatig geld af. [alias slachtoffer 2] zou ook een keer naar Duitsland zijn gevlucht. Ze hebben haar toen gevonden via de creditcard en haar weer teruggehaald.
[getuige 2] en [getuige 3] verklaren niet erg gedetailleerd. Zo is bijvoorbeeld niet duidelijk wat [getuige 2] precies bedoelt met het feit dat [slachtoffer 2] problemen kreeg met [alias medeverdachte 2] of klappen kreeg als [getuige 2] haar teveel zou vertellen. Uit haar verhaal blijkt niet dat die klappen iets te maken zouden hebben met gedwongen werken in de prostitutie. Ook blijkt uit [getuige 3]’s verklaring niet op welke wijze het geld van [slachtoffer 2] werd afgenomen door [medeverdachte 2], of dat onder dwang gebeurde en zo ja, waaruit de dwang bestond. Veel van wat [getuige 2] en [getuige 3] verklaren is van horen zeggen. Dat betekent dat de bewijskracht van hun verklaring minder groot is dan wanneer ze uit eigen waarneming zouden hebben verklaard.
Door het openbaar ministerie is voorts nog aangevoerd dat ook [getuige 4] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] onder bedreiging en dwang werkte. Het hof stelt ten aanzien van die verklaring echter vast dat ook die verklaring niet berust op een eigen waarneming.
In het dossier bevinden zich ten slotte wat mutaties van zedencontroles waaruit blijkt dat [slachtoffer 2] werkzaam was als prostituee en veel bel- en sms-contacten, tussen [slachtoffer 2] en [medeverdachte 2], in de periode 26 april 2003 t/m 3 juli 2003, waaruit het beeld oprijst dat [medeverdachte 2] wil dat [slachtoffer 2] bij hem terugkomt. Méér bewijs is er niet.
Op grond van het vorenstaande moet worden vastgesteld dat de belastende verklaringen op het punt van de uitbuiting van [slachtoffer 2] door [medeverdachte 2] lijnrecht tegenover de ontlastende verklaring van [slachtoffer 2] zelf staan. Dit terwijl de belastende verklaringen op het punt van de bedreiging en dwang merendeels ‘van horen zeggen’ en weinig gedetailleerd zijn, hetgeen hun bewijskracht niet ten goede komt. Bij deze stand van zaken vallen de in het dossier aanwezige sms-berichten en tapgesprekken niet nader te duiden en valt ook op grond daarvan niet wettig en overtuigend te bewijzen dat [slachtoffer 2] haar prostitutiewerkzaamheden onvrijwillig heeft verricht of in een situatie waarin de mogelijkheid ontbrak of was verminderd om een bewuste keuze te maken.
Nog daargelaten de door de rechtbank terecht geconstateerde onduidelijkheid over de rol van verdachte bij de veronderstelde uitbuiting van [slachtoffer 2] door [medeverdachte 2], kan reeds hierom niet tot bewijs gekomen worden van de als feit 4 tenlastegelegde feiten: het primair tenlastegelegde plegen/medeplegen van mensenhandel in verschillende varianten alsmede aan de subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid daaraan. Het hof zal verdachte, zij het op andere gronden, net als de rechtbank van de onder 4 tenlastegelegde feiten vrijspreken.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 5 ([slachtoffer 3])
Met de rechtbank, het openbaar ministerie en de raadsman is het hof van oordeel dat onvoldoende bewijs voorhanden is voor het met [medeverdachte 3] medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 3] voor zover dat is toegesneden op artikel 273f eerste lid aanhef, sub 1, 4 en 9 Sr. Hetzelfde geldt voor het tenlastegelegde zwaar lichamelijk letsel dat het gevolg zou zijn geweest van de mensenhandel. Verdachte moet van dit alles worden vrijgesproken.
Anders dan de raadsman acht het hof wel wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van mensenhandel voor zover dat is toegesneden op artikel 273f eerste lid aanheft, sub 6 Sr. Dat betekent dat het hof de door de rechtbank vastgestelde feiten en omstandigheden anders kwalificeert dan de rechtbank. Op basis van die feiten en omstandigheden komt het hof tot bewezenverklaring van het zelfstandig plegen van mensenhandel in de vorm van het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander en derhalve tot een deel van het primair tenlastegelegde feit. Het hof komt daardoor niet toe aan niet toe aan de door de rechtbank bewezenverklaarde subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid aan mensenhandel.
Ter onderbouwing van deze beslissing verwijst het hof in de eerste plaats naar hetgeen het hof in verband met het onder 1 tenlastegelegde feit heeft overwogen omtrent de interpretatie van de betreffende delictsomschrijving. Met betrekking tot de wijze waarop in casu de bestanddelen van die delictsomschrijving worden vervuld overweegt het hof als volgt.
Motivering bewezenverklaring opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van [slachtoffer 3]
Uitbuitingssituatie
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat [slachtoffer 3] door [medeverdachte 3] werd uitgebuit. Door de raadsman is dit op zichzelf ook niet weersproken en het hof is van oordeel dat op dit punt kan worden volstaan met de bewijsoverweging van de rechtbank terzake alsmede de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen zoals die in bijlage 2 zullen worden opgenomen en welke het hof telkens voor zover opgenomen tot de zijne maakt.
Opzettelijk voordeel trekken
Het hof is voorts van oordeel dat verdachte voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 3]. Verdachte heeft in de tenlastegelegde periode tegen betaling en onder gezag van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] bodyguardwerkzaamheden voor [slachtoffer 3] verricht, gekeken of [slachtoffer 3] bezet was, [slachtoffer 3] gehaald van haar werkplek en beschermingsgeld bij [slachtoffer 3] geïnd. Deze feiten en omstandigheden volgen eveneens uit de bewijsoverwegingen en bewijsconstructie van de rechtbank die het hof voor zover die in bijlage 2 zijn opgenomen tot de zijne maakt.
Wetenschap of vermoeden van uitbuitingssituatie
Ten slotte is het hof ook van oordeel dat verdachte ten tijde van zijn (betaalde) werkzaamheden voor [slachtoffer 1] op z’n minst redelijkerwijs had moeten vermoeden dat [slachtoffer 3] werd uitgebuit. Verdachte had zich er van moeten vergewissen dat geen sprake was van een uitbuitingssituatie. Het hof neemt daartoe in aanmerking dat verdachte wist over de misstanden in de prostitutiewereld op de Amsterdams Wallen, dat verdachte op enig moment wist dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich schuldig maakten aan vrouwenhandel en dat hij ten aanzien van [slachtoffer 3] in het bijzonder concrete aanwijzingen had van dwang: verdachte werkte onder gezag van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en niet louter voor en in opdracht van [slachtoffer 3], verdachte kreeg in het kader van zijn werkzaamheden opdracht bij [slachtoffer 3] te kijken of ze bezet was en overlegde met anderen dan [slachtoffer 3] over zijn bodyguardwerkzaamheden (met [medeverdachte 3] die hem op zijn beurt weer adviseert daarover met [medeverdachte 1] te spreken). Ook deze feiten en omstandigheden volgen uit de bewijsoverwegingen en bewijsconstructie van de rechtbank die het hof voor zover die in bijlage 2 zijn opgenomen tot de zijne maakt en voorts uit de bij bespreking van het onder 1 tenlastegelegde feit aangehaalde proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] op 27 januari 2010 bij de rechter-commissaris welk proces-verbaal het hof voor zover dat onder 1 is weergegeven ook terzake het bewijs van feit 5 redengevend acht.
Vrijspraak ten aanzien van feit 8 ([slachtoffer 4])
Met het openbaar ministerie en de raadsman is het hof van oordeel dat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken. Het hof verenigt zich dan ook ten aanzien van feit 8 met de bewijsoverwegingen van de rechtbank en maakt haar overwegingen voor zover in bijlage 3 zijn overgenomen tot de zijne.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 10 (Deelneming aan de criminele organisatie [organisatienaam])
Het hof verenigt zich ten aanzien van feit 10 met de bewijsoverwegingen van de rechtbank en de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen en maakt die overwegingen en bewijsconstructie van de rechtbank voor zover ze in bijlage 4 zijn opgenomen tot de zijne. Voor het bewijs acht het hof tevens redengevend de door de rechtbank gebezigde bewijsoverwegingen en bewijsmiddelen ter zake de feiten 1 en 5 voor zover die in respectievelijk bijlage 1 en 2 zijn opgenomen.
In aanvulling daarop overweegt het hof als volgt:
1.
Met betrekking tot het oogmerk van de organisatie overweegt het hof (evenals de rechtbank in andere zaken heeft gedaan, terwijl dat in onderstaande overwegingen in deze zaak kennelijk abusievelijk achterwege is gelaten) dat uit de verklaring van [getuige 5] (zoals weergegeven onder 10. van de in bijlage 4 opgenomen bewijsmiddelen) kan worden afgeleid dat pooiers die niet tot de organisatie behoorden protectiegeld aan [medeverdachte 1] moesten betalen.
2.
Het hof acht voor het bewijs van feit 10 tevens redengevend het bij bespreking van het onder 1 tenlastegelegde feit aangehaalde proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] op 27 januari 2010 bij de rechter-commissaris voor zover dat aldaar is weergegeven. Daaruit blijkt nogmaals de wetenschap bij verdachte van het criminele karakter van de organisatie waarvoor hij werkzaamheden verrichten. Anders dan de raadsman vermag het hof niet in te zien in hoeverre de verklaring van [getuige 1] bij de rechter-commissaris op 11 juli 2012 ontlastend is, in het licht van de eerdere verklaringen van [getuige 1] (bij de politie op 22 april 2007 en daarna op 27 januari 2010 bij de rechter-commissaris) welke hij bij gelegenheid van het verhoor op 11 juli 2012 bevestigt.
3.
Voorts verwijst het hof voor wat betreft de van de bewijsoverweging van de rechtbank onderdeel uitmakende passage “De mishandeling van klanten van prostituees is het gevolg van de werkwijze van de organisatie als het gaat om de bescherming van de vrouwen die – voor de organisatie – in de raamprostitutie werkten. De wapens werden gebruikt om mensen bang te maken en onder druk te zetten” naar de door de rechtbank terzake dit feit gebezigde bewijsmiddelen met de nummers 10 en 42.
4.
Ten slotte verwerpt het hof het verweer van de raadsman voor zover inhoudende dat de bij gelegenheid van de behandeling in eerste aanleg gevoegde verklaring van [getuige 4] onrechtmatig in het dossier is toegevoegd en dient te worden uitgesloten van het bewijs. Voor zover de door de raadsman geschetste gang van zaken is gevolgd, ziet het hof niet in hoe de verdediging daardoor is beperkt in haar verdedigingsrechten, nog daargelaten dat de verklaring van [getuige 4] niet voor het bewijs gebezigd wordt.
Anders dan de raadsman acht het hof op grond van het voorgaande derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deelname aan de criminele organisatie [organisatienaam]. Hetgeen door de raadsman overigens is aangedragen vindt naar het oordeel van het hof haar weerlegging in onderstaande bewijsoverwegingen en bewijsmiddelen.
Bewezenverklaring
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 4 primair en subsidiair en 8 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, 5 primair en 10 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 07 februari 2007 te Amsterdam - opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1];
bestaande die handelingen hieruit dat verdachte is/heeft
- die [slachtoffer 1] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten gehouden en/of in haar buurt gebleven en/of haar gecontroleerd en/of zorg gedragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en/of zijn bevindingen door gegeven/gemeld aan [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en
- de huur van zijn woning/verblijfplaats laten betalen door die [slachtoffer 1] en
- geld van haar in ontvangst genomen en
- op afroep beschikbaar geweest als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 1] en- die [slachtoffer 1] begeleid/gebracht van en naar haar kamer/werkplek alwaar zij zich prostitueerde ;
5.
hij in de periode van 01 september 2006 tot 6 november 2006 te Amsterdam
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 3];
bestaande die handeling(en) hieruit dat verdachte is/heeft
- die [slachtoffer 3] (tijdens haar prostitutiewerkzaamheden) in de gaten gehouden en/of haar gecontroleerd en/of zorg gedragen voor de controle en/of het toezicht op haar prostitutiewerkzaamheden en
- van haar beschermingsgelden geïnd en
- geld van haar in ontvangst genomen en
- op afroep beschikbaar geweest als bodyguard voor één of meer van zijn mededader(s) en/of voor die [slachtoffer 3] en
- die [slachtoffer 3] begeleid/gebracht van haar kamer/werkplek alwaar zij zich prostitueerde en/of van en naar haar/hun woning/verblijfplaats teruggebracht en/of [slachtoffer 3] aldus in (een) auto(‘s) vervoerd;
10.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 7 februari 2007 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, onder meer bestaande uit [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 8], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 250a (oud) van het Wetboek van Strafrecht en/of 273a (oud) van het Wetboek van Strafrecht en/of 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het seksueel uitbuiten van vrouwen (prostituees) en
- mishandeling, als bedoeld in artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mishandeling onder andere bestond uit het slaan en/of stompen en/of schoppen van (meerdere) personen (prostituees en/of klanten van prostituees) en
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (onder andere het bedreigen van prostituees en
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie (onder andere het voorhanden hebben van steek- en/of vuurwapens) en
- afpersing, als bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht (onder andere het afhandig maken van geld van prostituees).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair en 5 primair bewezen verklaarde levert op, telkens:
Mensenhandel
Het onder 10 bewezen verklaarde levert op:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting het door de rechtbank gestelde kader als uitgangspunt genomen. Daarbij heeft het hof betrokken dat dit kader niet veel afwijkt van het door het openbaar ministerie in hoger beroep voorgestane straftoemetingskader, zeker niet in de concrete toepassing daarvan. Daar waar de uiteindelijk opgelegde straf afwijkt van de eis van het openbaar ministerie wordt dat vooral veroorzaakt door andere bewijsoordelen.
Het kader van de rechtbank houdt in dat voor de bewezenverklaarde mensenhandelzaken een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van tien maanden per slachtoffer wordt gehanteerd, waarbij een verhoging zal worden toegepast indien er sprake was van geweld, ernstig geweld of verkrachting of wanneer het feit in vereniging werd gepleegd dan wel wanneer het ging om een lange periode. Het hof voegt daar aan toe dat het terzake mensenhandel indien dit louter gepleegd is in de vorm van het opzettelijke voordeel trekken uit uitbuiting als bedoeld in artikel 273f eerste lid, aanhef sub 6 Sr in beginsel een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zeven maanden per slachtoffer geïndiceerd acht.
Voor deelneming aan een criminele organisatie gaat het hof met de rechtbank uit van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van twaalf maanden, te verlagen als de rol van verdachte in vergelijking met die van anderen ondergeschikt was.
Dit betekent voor verdachte het volgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijke voordeel trekken uit de seksuele uitbuiting van twee vrouwen. Daarnaast heeft verdachte gedurende ongeveer een jaar deel uitgemaakt van een criminele organisatie. Hij vervulde, als bodyguard, een relatief ondergeschikte rol.
Het hof is evenals de rechtbank van oordeel dat in het bijzonder gelet op de ernst van die feiten, de inbreuken die met die feiten op de geestelijke en fysieke integriteit van de slachtoffers is gemaakt, alsmede het gewelddadige karakter van de criminele organisatie waaraan verdachte heeft deelgenomen als straf niets anders in aanmerking komt dan een vrijheidsbenemende straf.
Voor de mensenhandel in de vorm van het opzettelijk voordeel trekken uit de seksuele uitbuiting van een ander zal het hof aan verdachte een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van 14 maanden opleggen. Voor de deelname aan de criminele organisatie legt het hof een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van 10 maanden op.
Het hof acht anders dan door de verdediging is betoogd het tijdsverloop niet van dien aard dat sprake is van schending van de redelijke termijn. Hoewel in eerste aanleg noch in hoger beroep een einduitspraak is gevolgd binnen twee jaar, acht het hof het tijdsverloop in verhouding tot de omvang van het dossier en het onderzoek, de ingewikkeldheid van de zaken en de verwevenheid met andere zaken redelijk. Dat het openbaar ministerie er voor heeft gekozen een deel van de verdachten in het Sneeponderzoek eerder te dagvaarden dan verdachte acht het hof begrijpelijk gezien het feit dat die verdachten ten tijde van de behandeling van hun strafzaak preventief gehecht waren.
Aan verdachte wordt derhalve evenals door de rechtbank een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van 24 maanden opgelegd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63, 140, 273a (oud) en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2, 3, 4, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde.
Verklaart de verdachte en de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2, 3, 6, 7 en 9 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 primair en subsidiair en 8 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 5 primair en 10 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 5 primair en 10 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr J.P. Bordes, voorzitter,
mr M. Otte en mr P.L.M van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr R. Robroek, griffier,
en op 22 november 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Bijlage 1.
Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen rechtbank feit 1
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat, geordend per feit, de genummerde bewijsmiddelen.
Ter toelichting op een aantal bewijsmiddelen geldt, voor zover van toepassing, het volgende.
Algemeen bewijsmiddel
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier Sneep, proces-verbaal Z32084, 27-019999 van het Korps landelijke politiediensten, Dienst Nationale Recherche. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Proces-verbaal van verhoor door rechter-commissaris
Wanneer hierna wordt verwezen naar het proces-verbaal van de rechter-commissaris, betreft dit een proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo.
Telefoontap
Wanneer hierna wordt verwezen naar een tapgesprek, betreft dit een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een schriftelijke weergave van een telefoongesprek waarvan de kenmerken worden vermeld – voorzover van toepassing – namelijk datum, tijdstip, lijnnummer, gespreksnummer, ordnernummer/pagina. Indien het gesprek in een vreemde taal is gevoerd, wordt verwezen naar de schriftelijke weergave van de vertaling in de Nederlandse taal.
Sms-bericht
Wanneer hierna wordt verwezen naar een sms-bericht, betreft dit een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een schriftelijke weergave van een getapt sms-bericht waarvan de kenmerken worden vermeld – voorzover van toepassing – namelijk datum, tijdstip, lijnnummer, volgnummer, ordnernummer/pagina. Indien het bericht in een vreemde taal is geschreven, wordt verwezen naar de schriftelijke weergave van de vertaling in de Nederlandse taal.
Foto
Wanneer in de bewijsmiddelen wordt gesproken over foto’s uit ordner 16 dan betreffen dit - tenzij anders wordt vermeld – in ordner 16 onder de noemer ‘verdachten-betrokkenen’ of ‘slachtoffers’ opgenomen foto’s. De ordner bevat verder twee ambtsedige processen-verbaal waarin wordt gerelateerd welke foto’s van welke ‘verdachten’ of ‘slachtoffers’ in de ordner zijn opgenomen. Ook wanneer in het voorbereidend onderzoek foto’s zijn getoond onder andere aanduidingen (bijvoorbeeld ‘de fotomap’) maar met een uit de context op te maken corresponderende nummering, gaat de rechtbank ervan uit dat gedoeld wordt op ordner 16.
In die gevallen waarin het bewijsmiddel zelf niet vermeldt wie volgens de in ordner 16 opgenomen processen-verbaal op de getoonde foto zijn afgebeeld, zal de rechtbank dit zelf doen. Zij brengt dit tot uitdrukking door toevoeging in het bewijsmiddel (achter het fotonummer) van de tekst: “de rechtbank stelt vast (…)”, gevolgd door de naam van de persoon die staat afgebeeld op de uit ordner 16 afkomstige foto. Die vaststelling door de rechtbank is gebaseerd op de inhoud van voornoemde ambtsedige processen-verbaal (16/80018004 voor de verdachten en 16/80638067 voor de slachtoffers).
Bewijsoverwegingen rechtbank ten aanzien van feit 1
Verklaring verdachte
Verdachte is in 2007 diverse keren door de politie gehoord en ontkent zich aan mensenhandel te hebben schuldig gemaakt. Hij verklaart dat hij sinds 2001 als bodyguard op de Wallen in Amsterdam gewerkt heeft, hetgeen inhield dat hij bij problemen tussen de prostituees en klanten, ‘bemiddelde’ (38). Pooiers zegt hij niet te kennen. Verder beroept hij zich op zijn zwijgrecht.
Verklaring [slachtoffer 1]
(hierna en in de bewijsmiddelen ook wel: [slachtoffer 1], [slachtoffer 1] e.d.) is diverse keren door zowel de politie als de rechter-commissaris gehoord en heeft, kort gezegd, steeds verklaard geen slachtoffer van mensenhandel te zijn. Zij herkent verdachte, die zij [alias verdachte] noemt, op de haar getoonde foto 12 en verklaart dat hij bodyguard was in de ‘[bedrijf]’ en dat het werk van een bodyguard is er tegen betaling voor te zorgen dat zij veilig thuiskomt (6, 8, 15).
Rol verdachte
Het dossier bevat diverse bewijsmiddelen die betrekking hebben op verdachtes rol bij de mensenhandel van [medeverdachte 1] ten aanzien van [slachtoffer 1]. De rechtbank onderscheidt daarbij de volgende werkzaamheden.
Brengen en/of halen naar/van werkplek, beschermen tegen betaling voor [medeverdachte 1] en beschermingsgelden innen
In de eerste plaats zijn er tapgesprekken in de periode van 23 september tot en met 23 december 2006 waaraan [medeverdachte 1], [slachtoffer 1] en verdachte deelnemen en/of waarin [slachtoffer 1] en [medeverdachte 1] over verdachte spreken. Die gesprekken gaan over betalingen aan verdachte door [slachtoffer 1] en/of [medeverdachte 1] (24, 25A, 29A). Vastgesteld kan worden dat het betalingen betreft voor door verdachte verrichte werkzaamheden in relatie tot prostituees, waaronder [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] belt verdachte met de vraag of hij haar komt halen (29D). Verdachte bespreekt met medeverdachte [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3]) zijn werkzaamheden en spreekt daar over de meisjes, waaronder [slachtoffer 1], ‘heen en weer’ brengen, op straat de gedurende de werkuren van de prostituees aanwezig zijn en alles in de gaten houden (‘wachten’) (29B).
Dan is er een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en verdachte over het door verdachte incasseren van geld bij andere vrouwen dan [slachtoffer 1], kennelijk aan de hand van een bij [slachtoffer 1] op te halen lijst (24). Bovendien woont of verblijft verdachte in een door [slachtoffer 1] voor medeverdachte [medeverdachte 9] gehuurde en betaalde woning (6, 38).
Prostituee [getuige 6] bevestigt dat verdachte als bodyguard in Amsterdam werkte en duidt hem aan als bodyguard van de groepering [organisatienaam] (16, 39). Overig bewijs voor het zijn van bodyguard (beschermen van prostituees) is te vinden in verdachtes eigen verklaring (30, 38) en een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 9] (32A).
De rechtbank stelt op basis van het hiervoor besproken bewijs vast dat verdachte in Amsterdam en in de tenlastegelegde periode, tegen betaling, onder gezag van [medeverdachte 1], [slachtoffer 1] bracht naar en/of haalde van haar werkplek en dat hij haar beschermde tegen lastige klanten (…) en door haar kreeg uitbetaald in opdracht van [medeverdachte 1]. In die zin legt de rechtbank ook de verklaring van [slachtoffer 1] uit dat [medeverdachte 1] ervoor zorgt dat [alias verdachte] betaald wordt (6).
Controle
In een tapgesprek op 23 december 2006 instrueert [medeverdachte 1] verdachte dat het voor [slachtoffer 1] absoluut verboden is dat zij naar [betrokkene 1] gaat of omgekeerd. Bezoek is verboden voor ‘onze meisjes’, er mag geen bezoek komen. [medeverdachte 1]: “Ik zeg het tegen jou dat jij het weet (…)”. Hij voegt daaraan nog toe: “Als zij naar huis komt zal ik haar (onverstaanbaar) doen. Dit gesprek wordt gevoerd om 01:44:18 uur (34, 35). (…) [U]it dit tapgesprek blijkt dat [medeverdachte 1] aan verdachte opdracht heeft gegeven om erop toe te zien dat [slachtoffer 1] bleef waar ze was, op haar werkplek, en haar dus liet controleren. [slachtoffer 1] heeft in een verhoor door de politie ook erkend dat [medeverdachte 1] – door middel van de bodyguards – controleerde of zij wel aan het werk was (8).
(…)
Verdachte is, naar eigen zeggen, al sinds 2001 werkzaam op de wallen. Hij heeft verklaard dat hij een vrouw, die door haar Albanese pooier was mishandeld, heeft gered uit de handen van de Albanezen. Twee andere vrouwen heeft hij ook geholpen. Hij werd vervolgens door die Albanezen bedreigd en zijn huis werd vernield. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte wist van de misbruik- en/of afhankelijkheidssituaties waarin prostituees op de wallen konden verkeren. Juist hij had zich ervan moeten vergewissen dat de vrouw voor wie hij werkte, [slachtoffer 1], geen slachtoffer van uitbuiting was. Er waren immers ook aanwijzingen voor dwang: [slachtoffer 1] sprak niet uitsluitend zelf met hem zaken af, maar ook haar man [medeverdachte 1] bemoeide zich met betalingen, controle, in de gaten houden en gaf rechtstreeks instructies aan verdachte( 15, 24, 25A, 29A, 29C, 39).
Uit het meergenoemd tapgesprek van 30 oktober 2006 (29B) leidt de rechtbank af dat verdachte met onder andere medeverdachte – en de nauw met [medeverdachte 1] samen opererende – [medeverdachte 3], afspraken maakte over zijn werkzaamheden en wat hij ermee zou verdienen. [medeverdachte 3] adviseert verdachte om met [medeverdachte 1] over de werkdruk te spreken en op welke wijze. In een tapgesprek van 19 oktober 2006, tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] (opgenomen onder 5 en 6 (…) bij feit 10) spreekt verdachte met [medeverdachte 3] af dat er kogelvrije vesten worden aangeschaft voor de bodyguards die deels door de bodyguards werden betaald. In een tapgesprek van 29 oktober 2006, tussen [medeverdachte 3] en verdachte (opgenomen onder 17 (…) bij feit 10), belt verdachte niet een prostituee, maar [medeverdachte 3], wanneer het wachten op de ‘meisjes’ hem te lang duurt. Verdachte besprak al die zaken dus niet met [slachtoffer 1] of een andere prostituee, maar met hun mannen.
Bewijsmiddelen rechtbank ten aanzien van feit 1
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 7] van 14 februari 2007, pagina 46A/21208 t/m 21214, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Toen mijn dochter [slachtoffer 1] net 18 jaar oud was is ze weggegaan. Ik heb een vriendin die achter de bar werkt op De Wallen in Amsterdam. [slachtoffer 1] is op een gegeven moment bij haar langs geweest en heeft aan haar verteld dat ze in de prostitutie zat. Mijn vriendin heeft dit uiteraard aan mij verteld. Toen [slachtoffer 1] mij weer eens belde heb ik haar hiermee geconfronteerd en zij gaf toe dat zij werk als prostituee deed. Van mijn vriendin had ik gehoord dat ze daar met een engerd liep op De Wallen. Zij had het over een Turk. [slachtoffer 1] heeft mij nooit zijn naam genoemd, maar later zag ik een keer dat zij een ketting droeg waar de naam [medeverdachte 1] opstond. Ik begreep van [slachtoffer 1] dat zij deze van haar man had gekregen.
Het was mij al opgevallen dat [slachtoffer 1] bepaalde dingen kennelijk niet mocht of kon. Daarmee bedoel ik dus gewone dingen, zoals contact met familie, ergens heengaan. Als ik dan wel eens een afspraak met haar had dan kwam ze niet opdagen, of ze belde op het laatste moment af. Ik vroeg haar wel eens wat leuks te gaan doen. Ik stelde dan voor om naar Scheveningen te gaan en daar te overnachten en dan de volgende dag weer terug. [slachtoffer 1] zei dat dat niet kon, omdat ze de kamerhuur al betaald had. In de vakanties was zij met hem op visite bij zijn ouders in Turkije. Zij vertelde dat ze de hele tijd bij zijn ouders moest blijven. Ze mocht niet alleen weg, en ze mocht weg als [medeverdachte 1] met haar meeging.
In december vorig jaar vertelde [slachtoffer 1] mij dat ze er een beetje de balen van kreeg. Ik heb toen tegen haar gezegd dat ze er mee moest stoppen. [slachtoffer 1] zei dat ze er toch niet meer uitkon en of ik dacht dat ze er zo maar mee kon stoppen. [slachtoffer 1] werkte 7 dagen in de week. Dat vertelde ze mij. Meestal ging ze om 19.30 uur aan het werk en kwam ze om 07.00 uur weer thuis. Ze vertelde mij dat ze 1000 euro per dag wilde/moest verdienen.
Hoe lang heeft [slachtoffer 1] gewerkt terwijl ze samen was met [medeverdachte 1]?
Dat zal zijn geweest vanaf eind 2003 tot aan het moment van aanhouding.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige 10] van 13 maart 2007, pagina 46A/21298 t/m 21302, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik ben de stiefmoeder van [slachtoffer 1]. Vanaf april 2000 ken ik haar.
Ik weet dat ze geslagen is met een knuppel door [medeverdachte 1]. Dat zal tussen oktober en nu zijn geweest. Ze vertelde het als ze klappen had gehad. Die kreeg ze als ze zich niet had gedragen. Ik vroeg haar wat er gebeurd was. Ik zei tegen haar: "[slachtoffer 1], ben je weer geslagen?" en zij zei : "Ja". Ik zei wel eens van wat doet hij dan. Dan zei [slachtoffer 1]; "Niet over de telefoon". Ik vroeg haar dan of ze weer mishandeld was. Ze zei dan : "Nou". Uiteindelijk kwam het er wel uit dat ze weer geslagen was. Hij sloeg haar met de knuppel op haar hoofd, haar lichaam en in haar gezicht. Ze heeft wel eens niet kunnen werken omdat ze blauwe ogen had.
Hij las altijd haar SMSjes. Ze moest al haar geld afstaan aan hem. [slachtoffer 1] werkte 7 dagen in de week. [medeverdachte 1] was haar pooier, dat heeft [slachtoffer 1] mij zelf verteld. Ze was wel eens gestrest en moe, dan zei ze dat ze graag vrij wilde zijn. Ze wilde ook wel eens bij haar broertje en zusje zijn, maar ze mocht nooit blijven slapen. [slachtoffer 1] zei dat dat niet mocht van [medeverdachte 1].
Ik heb wel eens tegen haar gezegd dat ze moest stoppen met dit werk. [slachtoffer 1] heeft mij toen gezegd dat dat niet kan, want als je wilt stoppen met het werken als prostituee dan moet je 30.000 euro boete betalen.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 5] van 21 februari 2004, pagina 46A/21396 t/m 21401, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de verdachte [getuige 5]:
Ik werk als boodschappenjongen voor een groep pooiers op De Wallen in Amsterdam. Het zijn allemaal Turkse mannen, genaamd [medeverdachte 1], [medeverdachte 7], [alias medeverdachte 2], [alias medeverdachte 3] en [naam]. Die groep heeft meisjes voor zich werken.
De eerste is [slachtoffer 1]. Zij is Nederlands. Zij is mishandeld door [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] heeft haar op haar gezicht geslagen. Ze had een blauw oog en heeft twee weken niet kunnen werken. Zij vertelde mij dat. Ik heb de blauwe plekken in haar gezicht gezien. Zij vertelt mij alles wat [medeverdachte 1] doet. Zij moet al haar geld aan [medeverdachte 1] afstaan, alles, ze krijgt alleen maar 10 euro voor de taxi. Ze heeft geen zin om te werken. Ze moet aan [medeverdachte 1] vragen of ze een vrije dag mag hebben. [slachtoffer 1] werkt bij [bedrijf]. Ze is daar elke dag. [medeverdachte 1] zegt dat ze tot 4 of 5 uur in de nacht moet blijven werken. Ze is daar dan vanaf een uur of acht 's avonds.
Ik ben ervan overtuigd dat alle meisjes tegen hun wil werken voor [medeverdachte 1]. Ik weet van alle meisjes dat zij hun verdiende geld moeten afstaan.
4.
Het op 19 maart 2009 door de officier van justitie aan het dossier toegevoegde en in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde personen opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [getuige 8] van 6 maart 2009, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als ververklaring van [getuige 8]:
Foto 2. Zijn naam is [medeverdachte 1]. Ik ken zijn vriendin, dat is [slachtoffer 1]. Ik heb met haar altijd samengewerkt in de [adres]. [slachtoffer 1] hield heel veel van hem. Maar hoe hij met [slachtoffer 1] omging. [slachtoffer 1] heb ik wel een of twee keer met een blauw oog gezien. [slachtoffer 1] was er heel open in en zei gewoon dat haar man haar had geslagen.
Opmerking verbalisant. De man afgebeeld op foto nummer 2 betreft: [medeverdachte 1].
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 2 maart 2007, pagina 46A/21208 t/m 21214, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1]:
Ik woon aan de [adres] in [plaats] met mijn vriend [medeverdachte 1]. Ik werk als prostituee.
6.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 3 maart 2007, pagina 46A/21136 t/m 21151, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [slachtoffer 1]:
Ik heb een vast telefoonnummer dat ik alleen voor [medeverdachte 1] gebruik omdat ik veel aan de telefoon zit met vriendinnen en hij niet de voicemail wil krijgen. Zo ben ik altijd te bereiken.
De meisjes betalen [alias verdachte] voor zijn bodyguard werkzaamheden. Hij is de man die altijd in de [bedrijf] was. De meisjes moeten geld voor de bodyguard betalen. Per week 100 euro. Op uw vraag of ik dat geld elke week moet ontvangen antwoord ik dat ik kijk of iedereen heeft betaald. Het is mijn taak te zorgen dat de meisjes betalen, zodat de bodyguards betaald krijgen. Soms krijg ik daarvoor een lijst mee. [medeverdachte 1] zorgt ervoor dat [alias verdachte] betaald wordt. Voor de rest van het geld huur ik een huis voor de bodyguards.
7.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 4 maart 2007, pagina 46A/21152 t/m 21158, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [slachtoffer 1]:
Opmerking verbalisanten: wij laten verdachte het tapgesprek op 04-10-2006 te 20.06:33 uur van [slachtoffer 1] naar [medeverdachte 1], 17-G, 246 horen.
V: Wie zijn dit?
A: Ik en mijn man [medeverdachte 1].
V: Hij zegt dat hij anders met je om moet gaan. Wat bedoelt hij hiermee?
(…)
A: Dat hij me niet zoveel meer relaxed moet behandelen.
V: Wat bedoel jij?
A: Dan heb ik minder vrijheid. Dan kan ik niet meer naar Alkmaar gaan.
V: Bepaalt hij dat?
A: Ja (…).
A: Nee, Ik houd er niet van als hij tegen mij schreeuwt, ik weet dat hij het dan echt meent.
Als ik rond ga paraderen en de dingen die ik doe, dan moet ik respect hebben voor de vrijheid die ik heb.
8.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 7 maart 2007, pagina 46A/21159 t/m 21172, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [slachtoffer 1]:
Ik ben verliefd op mijn man [medeverdachte 1]. Te verliefd. Ik heb nog niet echt mijn grenzen gezien.
(Opmerking verbalisant: De verdachte werden uit fotoboek foto 12 getoond.) Dat is [alias verdachte]. Hij is bodyguard. Het werk van een bodyguard is ervoor te zorgen dat wij veilig thuis komen.
Opmerking verbalisanten: wij lezen verdachte het tapgesprek van 30-11-2006 te 00:51:12,
30-G, 29 ( de rechtbank begrijpt: het hierna als bewijsmiddel opgenomen tapgesprek van pagina 23/10608) tussen [medeverdachte 1] en NN [medeverdachte 9] ([alias medeverdachte 9]) voor.
(Vraag: in dit gesprek zegt [medeverdachte 9] dat [slachtoffer 1] is komen werken. [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 9] in de gaten moet houden dat [slachtoffer 1] op haar kamer geen andere meisjes ontvangt en als dat het geval is hem moet bellen. ) Ik weet van die gesprekken van mijn man niets af en ik zie dat hij mij controleert. Mijn man is wel een erge bemoeial, maar ik heb een man nodig met een sterke hand, die mij vertelt wat ik moet doen. Ik ben sterk te beïnvloeden. Hij is wel de man die mij van de drugs heeft afgehaald. Hij is de eerste man waar ik echt verliefd op ben. Voor mijn man heb ik respect. Ik kon niet eens klok kijken Mijn man heeft mij leren klok kijken, hij is mijn vader, mijn man, mijn alles.
Wij lezen verdachte het gesprek lijn 30-G, nummer 691 (de rechtbank begrijpt: het hierna als bewijsmiddel opgenomen bewijsmiddel van pagina 23/10608) voor.
A: Mijn man wil niet dat ik met [betrokkene 1] omga.
We hebben je nu een aantal gesprekken voorgelezen en laten horen.
V: Het blijkt dat de bodyguards op de meisjes letten, maar ook kijken of ze aan het werk zijn, want de meisjes moeten gewoon werken. Klopt dit?
Opmerking verbalisant:
De verdachte knikt ja.
Vervallen
Vervallen
Het proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige 9] van 22 februari 2007, pagina 46A/21250 en 21251, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
(Opmerking verbalisant: De getuige werd een foto getoond onder nummer 11. Op de foto staat een vrouw genaamd [slachtoffer 1], geboren op 16 augustus 1984.)
[slachtoffer 1] is de vriendin van [medeverdachte 1]. Ze is ook wel bang gemaakt. Op de dag voordat de politie mij uit de woning haalde had [slachtoffer 1] ruzie met [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] heeft [slachtoffer 1] toen geslagen. Ik hoorde geschreeuw en geluid van iemand die slaat. Later heeft [slachtoffer 1] gehuild bij mij. [slachtoffer 1] durfde er niet over te praten, want dan zou [medeverdachte 1] woedend worden. In de woning heeft [slachtoffer 1] tegen mij gezegd dat ze [medeverdachte 1] haatte en dat ze van hem hield.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo, voor zover inhoudende de verklaring van getuige [getuige 9] van 29 januari 2008:
[medeverdachte 1] heeft op een avond toen hij ruzie had met [slachtoffer 1] haar flink geslagen. Ik hoorde [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] ruzie maken. Ik hoorde het geluid van een klap en daarna hoorde ik [slachtoffer 1] huilen. [slachtoffer 1] heeft me toen verteld dat ze al meer dan eens was geslagen door [medeverdachte 1].
(…)
15.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo, voor zover inhoudende de verklaring van getuige [slachtoffer 1] van 9 oktober 2009:
De naam [verdachte] zegt mij wel iets. Ik weet wel wie dat is. Wij noemden hem [alias verdachte]. Hij was ook bodyguard. Als u mij voorhoudt dat [alias verdachte] gezegd heeft tegen u, dat ik hem meestal betaalde en af en toe [medeverdachte 9], dan zeg ik daarop dat ik hem meestal zelf betaalde
Het klopt dat ik een huis huurde voor de bodyguards. [medeverdachte 9] en [alias verdachte] hebben daar samen gewoond.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] van 29 oktober 2007, pagina 46A/21415 t/m 21417, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
De man afgebeeld op foto 2 is [medeverdachte 1]. Ik weet dat [slachtoffer 1] voor hem heeft werken.
Opmerking verbalisant. De man afgebeeld op foto 2 betreft [medeverdachte 1].
De man afgebeeld op foto 12 herken ik als bodyguard van de groepering [organisatienaam]. Hij was bodyguard in Amsterdam en liep ook samen met de andere bodyguards [naam] en de bodyguard die ik voorheen heb herkend.
Opmerking verbalisant. De man afgebeeld op foto 12 betreft [verdachte], bijnaam [alias verdachte].
17.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo, voor zover inhoudende de verklaring van getuige [getuige 3] van 22 april 2008 afgelegd in de strafzaken tegen [medeverdachte 1], [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8]:
Ik ken [medeverdachte 1]. Ik heb gezien dat [medeverdachte 1] andere vrouwen sloeg. Ik bedoel daarmee te zeggen dat ik gezien heb hoe zij eruit zagen nadat hij ze geslagen had. Dat hij ze geslagen had heb ik van [medeverdachte 1] zelf vernomen. Hij heeft mij regelmatig de opdracht gegeven om ijs te brengen. Hij belde dan wel eens om te zeggen dat hij [slachtoffer 1] een blauw oog had geslagen en dat hij ijs nodig had1..
18.
Een tapgesprek tussen (S) [slachtoffer 1] (stemherkenning) en NN vrouw [getuige 10]2.(naam genoemd) op 5 augustus 2006 om 20:42:09 uur, lijn 04-G, nummer 51, pagina 46A/21309:
N: Wanneer ga je een keer mee naar Slowakije
S: Ja dat weet ik niet
N: Dat mag niet he?
S: Ja ik mag wel maar dan dan moet ik ook met mijn kerel gaan.
H: Oh die moet dan mee …
S: Ja
19.
Een tapgesprek tussen [slachtoffer 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 1] (stemherkenning) op 13 augustus 2006 om 02:42:44 uur, lijn 04-G, nummer 262, pagina 46A/21312A:
[slachtoffer 3]: Heb jij je minimum?
[slachtoffer 1]: No, heb ik niet.
(…)
[slachtoffer 1]: Je moet je minimum hebben, weet je, dit is shhhhit …
20.
Een tapgesprek tussen (R) [slachtoffer 3] (stemherkenning) en (S) [slachtoffer 1] (stemherkenning) op 13 augustus 2006 om 23:06:54 uur, lijn 04-G, nummer 278, pagina 46A/21317A en 21317B:
S: Ja man, kom op, je kunt je man niet altijd te veel geld geven want dan willen ze dat altijd.
R: Ja! Dan is hij gewend dat je altijd tweeduizend in het weekend maakt en hij wordt gek, als je het niet maakt.
S: Ja. Nu hij altijd … Hij zegt ‘Oh, je maakt alleen maar dit? Je maakt geen tweeduizend?’
R: Hey, zeventig is ook al genoeg. Zij zijn verdomme gek … (niet te verstaan)
S: Zij krijgen geld overal vandaan. En zij weten niet hoe zwaar dit werk is.
21.
Een tapgesprek tussen (S) [slachtoffer 1] (stemherkenning) en (R) [slachtoffer 3] (stemherkenning) op 15 augustus 2006 om 01:50:19 uur, lijn 04-G, nummer 310, pagina 46A/21304A:
S: Ik heb mijn minimum, ik ben zo blij.
(…)
S: Maar ik denk dat ik naar de [adres] ga, want ik zag [betrokkene 2] lopen, weet je.
R: Ja ik heb hem ook gezien (…)
S: Oh shit, misschien ga ik naar de [adres] … even proberen bij ‘[naam]’(fon?)
R: Ja maar wees voorzichtig, ja?
S: Ja
R: Ja want hij is misschien net vijf minuten in jouw richting gelopen.
22.
Een tapgesprek tussen [slachtoffer 1] (naam genoemd) en NN vrouw op 6 september 2006 om 01:10:56 uur, lijn 14-G, nummer 169, pagina 46A/21218:
[slachtoffer 1]: Ja hallo met [slachtoffer 1], de vrouw van [medeverdachte 1]. Wil je een spelletje met me spelen of zo.
NN: Wat.
[slachtoffer 1]: Ik ben de vrouw van [medeverdachte 1]. Jij moet mijn boyguard betalen. Speel je een spelletje met me.
23.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [slachtoffer 1] (stemherkenning) op 22 september 2006 om 19:29:25 uur, lijn 17-G, nummer 128, pagina 46A/21345:
[medeverdachte 1] vraagt waar ben je?
[slachtoffer 1]: Ha, ik ben thuis, dus Abi brengt me (… niet te verstaan)
[medeverdachte 1]: Thuis? Baby, 't is half acht, baby?
[slachtoffer 1]: Ja, baby
[medeverdachte 1]: Ja
[slachtoffer 1]: Ja.
[medeverdachte 1]: JA
[slachtoffer 1]: Ja
[medeverdachte 1]: Ja, wanneer wil je Abi … eh … werken.
(…)
[slachtoffer 1]: Ik pak m’n spullen nou (…niet te verstaan)
[medeverdachte 1]: (Onderbreekt) Ja, hoe laat wil je met werken beginnen, [alias medeverdachte 1]?
[slachtoffer 1]: Ah?
[medeverdachte 1]: Ja, hoe laat wil je met werken beginnen, tien uur?
[slachtoffer 1] :Nee, natuurlijk niet
[medeverdachte 1]: Ja wat nou baby, moet ik weer met jou spreken op dikke manier?
[slachtoffer 1]: Nee, baby!
[medeverdachte 1]: Ja, het is nu half acht, [alias medeverdachte 1].
[slachtoffer 1]: Ja, baby … ’t is half acht …
[medeverdachte 1]: (onderbreekt) Je bent nog steeds thuis … Ja, je bent nog steeds thuis om half acht!
24.
Een tapgesprek tussen [verdachte] (stemherkenning) en [medeverdachte 1] (stemherkenning) op 23 september 2006 om 02:06:53 uur, lijn 05-G, nummer 2066, pagina 46A/21330:
[medeverdachte 1]: Je hebt geen zakgeld, klopt dat?
[verdachte]: Ja abi.
[medeverdachte 1]: Ik zal straks naar [slachtoffer 1] bellen, zij zal het straks aan jou geven.
[verdachte]: Heel erg bedankt.
(…)
[verdachte]: Ik heb van twee vrouwen de dinges genomen, het geld en ik moet nog van twee nog ontvangen…heb je nog andere wensen abi?
[medeverdachte 1]: Nee, je moet de lijst die [slachtoffer 1] aan jou heeft gegeven ophalen, hetgeen ik gezegd heb.
(…)
[medeverdachte 1]: (…) van [naam], je moet het van zijn meisje nemen. Luister, van het meisje van [betrokkene 2], [naam], van het meisje van [medeverdachte 6], die meisje in de passage [alias slachtoffer 4] of zoiets... Wie heb je verder daar [naam meisje 3] is vandaag niet aanwezig, die [naam meisje 4] is er niet.
[verdachte]: [naam meisje 3] is vandaag hier.
[medeverdachte 1]: Is [naam meisje 3] aanwezig? Dan ook van haar vragen.. Van [naam meisje 3] moet je 130 nemen, is dat goed..
[verdachte]: Is goed.
25A.
Een tapgesprek tussen [slachtoffer 1] ([slachtoffer 1]) (stemherkenning) en [medeverdachte 1] ([medeverdachte 1]) (stemherkenning) op 30 september 2006 om 00:26:20 uur, lijn 17-G, nummer 215, pagina 23/10522:
[medeverdachte 1] meldt zich met [alias medeverdachte 1] en vraagt of [slachtoffer 1] hem gestuurd voor bodyguard
heeft. [slachtoffer 1] zegt van niet. [alias medeverdachte 1] zegt dat [slachtoffer 1] hem moet sturen
[medeverdachte 1]: Die vrouw van... .(ntv), ze moet twee en half betalen vandaag, dat weet je he.
(…) en schrijf op van wie jij wat hebt (…) zeg tegen hem, hij moet van [slachtoffer 3] alleen vijftig nemen van [getuige 2] (…)
[slachtoffer 1]: Ok baby.
[medeverdachte 1]: Ze hebben toch honderdvijftig al betaald weet je, van [getuige 2] en [slachtoffer 3] samen alleen nog maar vijftig.
[slachtoffer 1]: Ok baby.
[medeverdachte 1] vraagt verder wat [slachtoffer 1] aan het doen is.
[medeverdachte 1]: En dan later als al het geld hebt, bel me, dan moet je [alias verdachte] vandaag driehonderdvijftig geven, ok.
[slachtoffer 1]: ok baby.
25B.
Een tapgesprek tussen (Sa) [medeverdachte 1] (stemherkenning) en (St) [slachtoffer 1] (stemherkenning) op 1 oktober 2006 om 22:19:14 uur, lijn 17-G, nummer 225, pagina 46A/21347:
Sa: Heb je wat gekocht voor haar?
St: Ja maar alles was gesloten
Sa: Hee ik wist het toch ja, ja he, he ik moet je helemaal kapot slaan he? Ik zei je van vooraf he? Dat je moet op tijd gaan om die dingen te kopen hè?
(…)
Sa: Ja en hoezo heb je niet kopen kunnen?
St: He, omdat het gesloten was?
Sa: He? Ja en hoezo ben je te laat?
(…)
Sa: Hoezo ben je niet eerder gegaan hè, hoezo ben je niet eerder gegaan dan Kut?
(…)
St: Omdat de taxi zo laat kwam, baby...
Sa: (onderbreekt) Nee, nee, omdat je laat gebeld hebt, de taxi!
(…).
Sa: Ik moet je weer aan je oren trekken, ik weet het hè?
St: Nee, je hoeft me niet …
Sa: (onderbreekt) Je luistert weer niet goed, je luistert niet goed hè?
26.
Een samenvatting van een tapgesprek tussen [slachtoffer 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 1] (stemherkenning) op 7 oktober 2006 om 04:34:25 uur, lijn 19-G, nummer 71, pagina 46A/21266:
[slachtoffer 1] heeft 750 totaal. Ze wil morgen vroeg opstaan om overdag te gaan werken. Ze heeft geen geld genoeg. Alle meisjes werken langer omdat er niets te doen is. [slachtoffer 1] zegt: voordat mijn man komt en ik door het huis vlieg kan ik beter overdag proberen.
Vervallen
28.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [slachtoffer 1] (stemherkenning) op 8 oktober 2006 om 00:26:48 uur, lijn 17-G, nummer 278, pagina 46A/21265:
[medeverdachte 1]: Hoeveel heb je?
[slachtoffer 1]:(…) Ik heb nu denk ik 14 of 15 (…)
(…)
[medeverdachte 1]: Werk nog een beetje, dan kom je twee uur naar de…
29A.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [slachtoffer 1] (stemherkenning) op 28 oktober 2006 om 04:20:33 uur, lijn 17-G, nummer 419, pagina 23/10527:
[medeverdachte 1]: (…) heb jij die geld?
(…)
Heb je het van iedereen?
[slachtoffer 1]: Ja
(…)
(…) die [alias verdachte] heb ik al geld gegeven ja?
[medeverdachte 1]: Driehonderdvijftig, ja?
[slachtoffer 1]: Ja
[medeverdachte 1]: Ahha, volgende keer alleen maar honderd nog afnemen dan heeft ie zijn schulden betaald.
29B.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 30 oktober 2006 om 23.41 uur, pagina 48A/36102A en 36102B:
U: Welke meisjes werken door de week zo lang?
Z: Ten eerste het meisje van [betrokkene 2] gegarandeerd.. 6 uur, 7 uur.. helemaal geen probleem, ik zit als een ezel te wachten.. Ze zitten mij aan te staren en zitten te lachen.. Daarna [slachtoffer 1] ook hetzelfde.. en ‘yenge’ (yenge = tante wordt de partner/echtgenote van een mannelijk familielid, vriend genoemd) gaat ook om 4 uur naar huis.. zij zegt van niemand is meer in de straat.. Kijk het is niet zo dat ik aan het klagen ben broeder. Ik ben alleen. Ik heb tot half negen in de ochtend hier zitten wachten. Geloof mij.
U: Hoe kan [slachtoffer 1] werken, dat kan niet dat [slachtoffer 1] werkt, misschien is het een keer voorgekomen.
Z: Ze heeft nu een andere kamer genomen. Ze werkte beneden, ze is nu naar nummer 50 gekomen, hier kan ze van 7 uur tot 7 uur werken.. Tot 7 uur in de ochtend. Ik.. geloof mij ik kan het niet meer aan ik ben 37 jaar oud.. als ik iemand bij mij zou hebben dat een van ons gaat en de andere blijft en dat we om de dag kunnen wisselen.. dat is ook niet zo. We hebben niemand aangenomen. Niemand zegt iets. Ik.. Ik zeg dit niet omdat ik ziek ben maar normaal door de weeks.. vrijdag en zaterdag zal ik tot 8 uur in de ochtend wachten en ik heb ook gewacht en ik heb altijd mijn woord gehouden..
U: Ik begrijp het.
Z: Maar zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag..
U: Nou oke.. wacht even we gaan het zo doen.. Reis (baas).. wist niet dat zoiets het geval was..
(…) Ik zal dan tegen Reis zeggen..euh..(…) Ik zal naar Reis een telefoonnummer sturen. Hij zal jou bellen en je zult dan met Reis spreken, is dat Oke. Is dat goed?
Z: Akkoord (…) Jij kunt praten met hem het is niet nodig dat ik het vertel..
U: Als ik praat dan gaat het niet.. Jij moet vertellen en zeggen van abi er komen voorvallen voor van zo en zo …”Abi ik wil alles voor jou doen maar als bepaalde dingen zo gebeuren..voor jou wil ik alles wel doen maar jij hebt in het begin tegen mij gezegd van zo en zo zal het gebeuren en later is alles langer gaan duren” moet je zeggen.. Ik blijf alleen over en ik zeg dan ook niets.. begrijp je moet je zeggen.. je moet het zo vertellen..
Z: We hebben in jouw woning gepraat, er waren 8 vrouwen, kun jij je herinneren?
U: Ja.
Z: Dat zal ik ook vertellen, er waren 8 vrouwen, we werkten met twee personen samen met [betrokkene 6], wij kregen met ons beiden 1000 lira. Ik krijg 500 lira en doe het werk van [betrokkene 6] en breng de meisjes ook weg.. ik doe het alleen.
U: Jij moet zeggen van ik vraag niet om geld..(…) mijn lichaam kan het niet aan. Ik breng de meisjes heen en weer en na een bepaald tijdstip verdraagt mijn lichaam het niet. Geloof mij abi moet je zeggen.
Z: Dank je wel voor je advies.
29C.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [slachtoffer 1] (stemherkenning) op 31 oktober 2006 om 03:45:30 uur, lijn 17-G, nummer 443, pagina 46A/21345:
[slachtoffer 1] zegt dat ze nog niet weet hoe ze terug moet komen.
[medeverdachte 1]: Is er geen snorder?
[slachtoffer 1]: Ja, er zijn genoeg snorders, maar ik wou 't je eerst vragen
[medeverdachte 1]: Ja, of ik stuur [betrokkene 3] naar jou, ja? Nu?
[slachtoffer 1]: Ja?
[medeverdachte 1]: Goed, tot hoe laat werk je?
[slachtoffer 1]: Ehm, ja bebe, ik wil nog één klant, dan heb ik mijn geld
(…)
[medeverdachte 1]: Hoeveel heb je dan?
[slachtoffer 1]: Duizend.
[medeverdachte 1]: Ah. Oo (niet te verstaan) Oke.
29D.
Een tapgesprek tussen [slachtoffer 1] (stemherkenning) en [verdachte] (stemherkenning) op 11 november 2006 om 06:20:53 uur, lijn 22-G, nummer 260, pagina 23/10511:
[slachtoffer 1] wil worden opgehaald.
30.
Het proces-verbaal van bevindingen van 18 november 2006, pagina 22/10188, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Op zaterdag 18 november 2006 kwam ik, verbalisant, op de [adres] in Amsterdam de mij bekende [verdachte] tegen. [verdachte] verklaarde dat de man die bij hem liep hem ging opvolgen als bodyguard op de wallen. De man die bij hem liep overhandigde mij een Duits identiteitsbewijs op naam van [medeverdachte 9], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats], wonende in [woonplaats].
Een samengevat tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 9] alias [alias medeverdachte 9] (stemherkenning) op 30 november 2006 om 00:22:58 uur, lijn 30-G, 25 pagina 23/10600:
[medeverdachte 1] vraagt of [slachtoffer 1] naar haar werk is gekomen, ze zou nu moeten komen werken. [medeverdachte 9] moet [medeverdachte 1] op de hoogte brengen als zij gekomen is.
32.
Een deels samengevat tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 9] alias [alias medeverdachte 9] (stemherkenning) op 30 november 2006 om 00:51:12 uur, lijn 30-G, 29 pagina 23/10601:
[medeverdachte 9] zegt dat [slachtoffer 1] is komen werken. [medeverdachte 9] moet ook in de gaten houden dat [slachtoffer 1] op haar kamer geen visite, geen andere meisjes ontvangt. Als dit het geval is moet [medeverdachte 9] [medeverdachte 1] bellen.
[medeverdachte 1]: (…) Klopt het dat [slachtoffer 1] altijd laat begint met werken, jij zou het moeten weten?
[medeverdachte 9]: Nee is een leugen. We vertrokken altijd om 7 uur bij jou vandaan en we waren om half acht hier.
[medeverdachte 1]: ze zou zich omkleden en altijd met een vriendin gaan praten en dat het 9 - 10 uur is
voordat ze begint, klopt het?
[medeverdachte 9]: nee, hoor … ik heb het niet gemerkt ...
[medeverdachte 1]: (…) Wil jij daar een beetje op letten?
[medeverdachte 9]: Is goed.
32A.
Een deels samengevat tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 9] (wordt genoemd) alias [alias medeverdachte 9] (stemherkenning) op 19 december 2006 om 20:52:39 uur, lijn 30-G, 604 pagina 23/10602:
[medeverdachte 1] vraagt of [alias verdachte] gekomen is. [medeverdachte 9] zegt dat [alias verdachte] gekomen is. [medeverdachte 1] vraagt of [slachtoffer 1] aan het werk is. [medeverdachte 9] heeft haar niet gezien
[medeverdachte 1]: Hoe kun je haar niet gezien hebben. Hoe laat is het. Ik bel haar en ze neemt haar telefoon niet op.
[medeverdachte 9]: Zal ik dan een rondje gaan maken?
[medeverdachte 1]: Ga even daarheen en kijk waarom haar telefoon uit staat.
[medeverdachte 9]: Oke.
[medeverdachte 1]: Bel dan terug.
[medeverdachte 9]: Oke.
33.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 9] alias [alias medeverdachte 9] (stemherkenning) en [slachtoffer 1] op 19 december 2006 om 20:57:24 uur, lijn 30-G, 605 pagina 23/10603:
[medeverdachte 9]: uister, ze is pas aangekomen.
[medeverdachte 1]: Wt?
[medeverdachte 9]: k zeg dat ze pas gekomen is.
[medeverdachte 1]: oe net gekomen.
[medeverdachte 9]: Weet ik niet. Ze is net gekomen.
[medeverdachte 1]: Het is 9 uur! Geef haar.
[slachtoffer 1] komt aan de lijn
[medeverdachte 1]: Wat is er aan de hand, baby?
(…)
[medeverdachte 1]: Het is negen uur. Je bent net daar aangekomen.
[slachtoffer 1]: Ik heb het net pas aangedaan, mijn telefoon.
[medeverdachte 1]: Je bent net aangekomen hoorde ik. Hoezo?
[slachtoffer 1]: [getuige 11] had gebeld, die ging om zeven uur. Die waren al weg toen ik had gebeld.
[medeverdachte 1]: Ja, en?
[slachtoffer 1]: Dus ik had [naam] gebeld en [naam] zegt half acht. Die was tien over half acht gekomen.
[medeverdachte 1]: Tien over half acht en nu is het negen uur, begin je, of moet je nog starten?
[slachtoffer 1]: Nee baby, ik ben al begonnen.
(…)
[medeverdachte 1]: (Praat zachtjes) Oh baby, je maakt mij hoofdpijn, echt.
34.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 9] (wordt genoemd) alias [alias medeverdachte 9] (stemherkenning) op 23 december 2006 om 01:37:15 uur, lijn 30-G, 691, pagina 23/10606:
[medeverdachte 9]: Ik wilde dit zeggen Abi. Jouw meisje wilde naar (…) [betrokkene 1] toegaan. Zij zei van ik wil daarnaar toe kun je me brengen. Ik zei dat ik eerst aan abi moet vragen, dat ik haar niet kon brengen.
(…)
[medeverdachte 9]: [alias verdachte] heeft kennelijk iets tegen hun gezegd met zo van zonder het te vragen kan dit niet e.d.
[medeverdachte 1]: Ntuurlijk.
[medeverdachte 9]: Ik heb het ook gezegd.
[medeverdachte 1]: Dat heb je goed gezegd. Zo moet het. Niemand mag daar naar binnen ik zal die stommerik bellen.
35.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 23 december 2006 om 01:44:18 uur, lijn 30-G, 693, pagina 23/10608:
S: Luister naar mij. [betrokkene 1] mag niet naar [slachtoffer 1] en [slachtoffer 1] mag niet naar [betrokkene 1] toegaan.
[verdachte] zegt: dat hij het gezegd heeft.
S: Wat ik tegen jou zeg is dat er geen bezoek mag komen voor onze meisjes. Voor [slachtoffer 1] is het verboden. Absoluut verboden. Ik zeg het tegen jou dat jij het weet en [medeverdachte 9] is ook op de hoogte. Ik heb zonet [slachtoffer 1] gebeld en ik heb haar huid vol gescholden. Als zij naar huis komt zal ik haar (onverstaanbaar) doen.
36.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 9] (wordt genoemd) alias [alias medeverdachte 9] (stemherkenning) op 31 december 2006 om 02:44:26 uur, lijn 30-G, 743, pagina 23/10610:
B: De accu van de telefoon van jouw meisje is leeg.
S: Welke?
B: [slachtoffer 1].
S: Ja.
S: Jij had aan mij een telefoon gegeven. (…) Die heb ik aan haar gegeven.
(…)
Had die telefoon niet gegeven. Ze moet mij niet bellen met die telefoon. Zeg het haar.
(…)
B: (…) Ik wilde eerst mijn telefoon geven …
S: Nee, nee dat is nog slechter.
(…)
S: Ze mag mij buiten haar eigen telefoon met geen enkel telefoon bellen absoluut niet.
37.
Een tapgesprek tussen (S) [medeverdachte 1] (stemherkenning) en (H) [betrokkene 2] (stemherkenning) op 4 februari 2006 om 21:51 uur, lijn TA 24, nummer 120, pagina 46A/21303 en 21303A:
S: Als je klaar bent met eten moet je even kijken naar [slachtoffer 1], hoe zij werkt.
H: Is goed abi.
S: Kijk even kort en kom dan daarna, is dat goed.
H: Oke abi.
(…)
S: Kijk even, hoe ze werkt, met wie ze praat daarna moet je komen.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 13 maart 2007, pagina 24/10887 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Mijn roepnaam is [alias verdachte]. Sinds 2001 doe ik bodyguardwerkzaamheden op de wallen. Ik paste op hen, zij betaalden mij iedere week geld. Begin 2006 had ik allerlei meisjes waarop ik paste. Ik was altijd correct. Daardoor werd ik ook aan andere meisjes voorgesteld. Ik heb een naam opgebouwd als bodyguard. Als er problemen waren met klanten bemiddelde ik. Ik was van 20.00 tot 4.00 uur aanwezig. In het weekend tot 8.00 uur ’s ochtends.
Ik verblijf op de [adres] in Amsterdam bij [medeverdachte 9].
Omstreeks augustus 2004 zag ik dat een Pools meisje op de wallen bont en blauw was geslagen door haar Albanese pooier. Ik heb haar toen naar Utrecht gebracht. Ik zei tegen haar dat ik het op zou lossen. De Albanezen hebben mij toen bedreigd met een pistool. Ook de snorder die het meisje naar mijn huis bracht, is bedreigd door de Albanees. Ook heb ik [naam meisje 1] en [naam meisje 2], twee Poolse meisjes, geholpen. Omdat er toen drie Poolse meisjes in mijn huis waren, voelde ik dat ik in gevaar was. [naam meisje 1] en [naam meisje 2] zijn toen vertrokken, [naam] is bij mij gebleven. Ik werd nog steeds lastig gevallen door de Albanezen. Zij vernielden mijn huis en vielen haar lastig.
39.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] van 29 oktober 2007, pagina 46A/21416, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
De man afgebeeld op foto 2 is [medeverdachte 1]. Ik weet dat [slachtoffer 1] voor hem werkt. Opmerking verbalisant. De man afgebeeld op foto 2 betreft [medeverdachte 1].
De man afgebeeld op foto 12 herken ik als bodyguard van de groepering [organisatienaam]. Hij was bodyguard in Amsterdam. Opmerking verbalisant. De man afgebeeld op foto 12 betreft [verdachte], bijnaam [alias verdachte].
Bijlage 2.
Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen rechtbank feit 5
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat, geordend per feit, de genummerde bewijsmiddelen.
Ter toelichting op een aantal bewijsmiddelen geldt, voor zover van toepassing, het volgende.
Algemeen bewijsmiddel
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier Sneep, proces-verbaal Z32084, 27-019999 van het Korps landelijke politiediensten, Dienst Nationale Recherche. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Proces-verbaal van verhoor door rechter-commissaris
Wanneer hierna wordt verwezen naar het proces-verbaal van de rechter-commissaris, betreft dit een proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo.
Telefoontap
Wanneer hierna wordt verwezen naar een tapgesprek, betreft dit een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een schriftelijke weergave van een telefoongesprek waarvan de kenmerken worden vermeld – voorzover van toepassing – namelijk datum, tijdstip, lijnnummer, gespreksnummer, ordnernummer/pagina. Indien het gesprek in een vreemde taal is gevoerd, wordt verwezen naar de schriftelijke weergave van de vertaling in de Nederlandse taal.
Sms-bericht
Wanneer hierna wordt verwezen naar een sms-bericht, betreft dit een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een schriftelijke weergave van een getapt sms-bericht waarvan de kenmerken worden vermeld – voorzover van toepassing – namelijk datum, tijdstip, lijnnummer, volgnummer, ordnernummer/pagina. Indien het bericht in een vreemde taal is geschreven, wordt verwezen naar de schriftelijke weergave van de vertaling in de Nederlandse taal.
Foto
Wanneer in de bewijsmiddelen wordt gesproken over foto’s uit ordner 16 dan betreffen dit - tenzij anders wordt vermeld – in ordner 16 onder de noemer ‘verdachten-betrokkenen’ of ‘slachtoffers’ opgenomen foto’s. De ordner bevat verder twee ambtsedige processen-verbaal waarin wordt gerelateerd welke foto’s van welke ‘verdachten’ of ‘slachtoffers’ in de ordner zijn opgenomen. Ook wanneer in het voorbereidend onderzoek foto’s zijn getoond onder andere aanduidingen (bijvoorbeeld ‘de fotomap’) maar met een uit de context op te maken corresponderende nummering, gaat de rechtbank ervan uit dat gedoeld wordt op ordner 16.
In die gevallen waarin het bewijsmiddel zelf niet vermeldt wie volgens de in ordner 16 opgenomen processen-verbaal op de getoonde foto zijn afgebeeld, zal de rechtbank dit zelf doen. Zij brengt dit tot uitdrukking door toevoeging in het bewijsmiddel (achter het fotonummer) van de tekst: “de rechtbank stelt vast (…)”, gevolgd door de naam van de persoon die staat afgebeeld op de uit ordner 16 afkomstige foto. Die vaststelling door de rechtbank is gebaseerd op de inhoud van voornoemde ambtsedige processen-verbaal (16/80018004 voor de verdachten en 16/80638067 voor de slachtoffers).
Bewijsoverwegingen rechtbank ten aanzien van feit 5
Op basis van de (…) bewijsmiddelen, is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 3], [slachtoffer 3] als prostituee heeft laten werken (7, 8, 10, 23 en 38) en haar geld heeft afgenomen (9, 30, 33 en 34). Hij liet haar in de gaten houden (1 t/m 4), hij sloeg haar (5), zette haar onder druk en hij maakte haar bang door haar te bedreigen (13, 16, 21 en 29). Hij liet haar beschermen en naar en van het werk brengen en halen (39 en 40) en ook daarvoor moest ze betalen (6 en 31).
Verklaring verdachte
Voor de verklaring van verdachte verwijst de rechtbank naar hetgeen daarover in dit vonnis onder 5.1.2 is opgenomen (opmerking hof: dit betreft hetgeen over de verklaring van verdachte is opgenomen in de bewijsoverwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 1 zoals deze hiervoor is weergegeven).
Verklaring [slachtoffer 3]
is door zowel de politie als de rechter-commissaris gehoord en heeft, kort gezegd, verklaard geen slachtoffer van mensenhandel te zijn. Zij werkt sinds 2002 in de prostitutie. Ze kreeg in december 2003 een relatie met [medeverdachte 3]. Hij bemoeide zich niet met haar werktijden. Ze herkent verdachte, die zij [alias verdachte] noemt, op de haar getoonde foto 12 en verklaart dat hij één van de bodyguards was. Ze kon een bodyguard bellen als de situatie op het werk onveilig was. Ze betaalde hem 150 euro per week. De bodyguard begeleidde haar ook wel van en naar de auto (35).
Overige bewijsmiddelen
[medeverdachte 3] zegt dat [slachtoffer 3] al vier jaar zijn vriendin is en dat ze samen met hun hond in Amsterdam wonen (36). [slachtoffer 1] verklaart dat [alias verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) als bodyguard werkt: “Hij werkt voor ons. We betalen hem. Ook [slachtoffer 3]” (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 3]) (37).
Het dossier bevat nog een aantal andere bewijsmiddelen die betrekking hebben op verdachte en [slachtoffer 3].
Er zijn twee tapgesprekken, op 8 september 2006 (1 en 2) tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3]) en [verdachte] alias [alias verdachte], waarin [medeverdachte 3] vraagt aan verdachte om eens te kijken of er iemand bij zijn meisje in de kamer is. Verdachte belt terug en zegt dat ze bezet is. Hetzelfde gebeurt nog een keer op 14 september 2006 (3 en 4).
Er is één tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en verdachte, op 23 september 2006 (6), waarin [medeverdachte 1] tegen verdachte zegt dat [slachtoffer 1] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1]) verdachte zakgeld zal geven. In datzelfde gesprek wordt gesproken over het door verdachte incasseren van geld bij vrouwen, aan de hand van een bij [slachtoffer 1] op te halen lijst. In dat gesprek wordt ook [slachtoffer 3] genoemd als een vrouw bij wie geld moet worden opgehaald. Verdachte zegt dat de vrouwen hem vertellen dat ze geen geld hebben. De zaken gaan niet zo goed. [medeverdachte 1] zegt dan dat het vrijdag is, het is 12.00 uur geweest. Ze moeten betalen. Verdachte zegt “Begrijp me niet verkeerd abi…omdat ik het tot vandaag niet gedaan heb”. En er is een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] en verdachte van 6 oktober 2006 (opgenomen onder 26 (…) bij feit 10), waarin verdachte zegt “ik ga straks bij de dames het geld inzamelen”.
Er is één gesprek op 2 november 2006 waarin [slachtoffer 3] zegt tegen [slachtoffer 1] dat ze [alias verdachte] belt (11). Kennelijk om hen op te halen. Tenslotte is er een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] en verdachte op 1 oktober 2006 (opgenomen onder 16 (…) bij feit 10), waaruit blijkt dat verdachte klaagt dat hij het te druk heeft doordat hij zo vaak vrouwen heen en weer moet brengen, waaronder [getuige 2] naar [slachtoffer 3] brengen.
Rol verdachte
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank over de rol van verdachte het volgende vast.
Controleren en ophalen van het werk
Verdachte heeft, in Amsterdam, in de periode van 8 september tot en met 6 november 2006, twee keer op verzoek van [medeverdachte 3] gekeken of [slachtoffer 3] bezet was en [slachtoffer 3] opgehaald van haar werkplek.
De raadsman voert aan dat niet vaststaat dat verdachte [slachtoffer 3] ook echt heeft opgehaald en dat de verzoeken van [medeverdachte 3] om bij zijn meisje te kijken ook anders kunnen worden uitgelegd dan controle.
Uit het tapgesprek van 2 november 2006 waarin [slachtoffer 3] zegt dat ze verdachte zal bellen, in combinatie met het tapgesprek van 1 oktober 2006 waaruit blijkt dat verdachte vaak vrouwen heen en weer moet brengen, leidt de rechtbank af dat [slachtoffer 3] ook daadwerkelijk door verdachte van haar werk is gehaald.
De rechtbank is het met de raadsman eens dat niet precies blijkt waarom verdachte bij het meisje van [medeverdachte 3] moest kijken, maar dat hij moest kijken staat vast en de de rechtbank bestempelt dat als een vorm van controle.
(Beschermings)gelden innen
Verder staat vast dat [medeverdachte 1] verdachte op 23 september 2006 opdracht gaf om geld op te halen bij vrouwen (6). Uit het tapgesprek van 6 oktober 2006, leidt de rechtbank af dat verdachte ook daarna nog geld bij de vrouwen en dus ook bij [slachtoffer 3] ophaalde.
(…)
Samenvattend stelt de rechtbank vast dat bewezen kan worden dat verdachte [slachtoffer 3] heeft gehaald van haar werk, haar heeft gecontroleerd en beschermingsgelden bij haar heeft geïnd.
(…)
Verdachte is, naar eigen zeggen, al sinds 2001 werkzaam op de Wallen. Hij heeft verklaard dat hij een aantal vrouwen die gedwongen werden om in de prostitutie te werken, heeft gered uit de handen van hun Albanese pooiers (opgenomen onder bewijsmiddel 38 (…) bij feit 1). Verdachte was dus bekend met het gegeven dat niet alle prostituees daar vrijwillig werken. Een bodyguard zoals hij, die met die wetenschap in deze branche werkzaam is, dient zich er telkens van te vergewissen dat de prostituee voor wie hij werkt, vrijwillig werkt. Aanwijzingen voor dwang kunnen zijn dat niet de prostituee zelf met hem zaken afspreekt, maar dat de man van de prostituee zich bemoeit met haar werk. En dat hij degene is die contact opneemt met de bodyguard en hem instructies geeft. Ook kan een aanwijzing zijn dat de man zorgt voor de betaling van de bodyguard. Of dat hij zich daarmee bemoeit.
De rechtbank heeft zich ten aanzien van [slachtoffer 3] de vraag gesteld of er sprake is van zodanige voor verdachte kenbare aanwijzingen voor dwang en oordeelt dat die vraag bevestigend beantwoord moet worden.
Uit het (…) tapgesprek van 30 oktober 2006 blijkt immers dat verdachte met onder andere [medeverdachte 3] afspraken maakte over zijn werkzaamheden en wat hij daarmee zou verdienen. Uit dat gesprek blijkt ook dat [medeverdachte 3] verdachte adviseert om en op welke wijze met [medeverdachte 1] daarover te spreken. Uit een tapgesprek van 19 oktober 2006, tussen verdachte en [medeverdachte 3] (opgenomen onder 5 (…) bij feit 10) blijkt dat verdachte met [medeverdachte 3] afsprak dat er kogelvrije vesten worden aangeschaft die deels door de mannen werden betaald. Uit een tapgesprek van 29 oktober 2006, tussen [medeverdachte 3] en verdachte (opgenomen onder 17 (…) bij feit 10), blijkt dat verdachte niet een prostituee, maar [medeverdachte 3] belt, wanneer het wachten op de meisjes hem te lang duurt.
Verdachte besprak al die zaken dus niet met [slachtoffer 3] of een andere prostituee, maar met hun mannen.
Bewijsmiddelen rechtbank ten aanzien van feit 5
1.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 8 september 2006 om 01:36 uur, pagina 40/18403A:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U
Z: zeg het maar?
U: Kijk eens, wat ik tegen jou wil zeggen, je moet even naar mijn meisje toegaan en onopvallend kijken of er iemand in de kamer is.
Z: Is goed mijn beste broeder.
2.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 8 september 2006 om 01:40 uur, pagina 40/18404:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U
U: Hallo?
Z: Zij is bezet.. bezet.
U: Oke beet maar kijk even.. ehh het is al 3 á 5 minuten dat ze binnen zijn.. hoeveel minuten later men naar buiten gaat en wat voor persoon naar buiten komt qua type.
Z: Is goed mijn beste broeder.. Ik zal meteen kijken.
3.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 14 september 2006 om 00:49 uur, pagina 40/18407A:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U
Z: zeg het maar broeder.
U: Wat ben je aan het doen?
Z: Goed dank Allah. Ik ben bij de brug.
U: Goed. Is mijn meisje bezet?
Z: Wacht, ik zal even kijken. Vermoedelijk., ja.
U: Kijk even wie daar naar buiten komt.
Z: Is goed broeder.
4.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 14 september 2006 om 00:57 uur, pagina 40/18408A:
[verdachte]: Hij is naar buiten gekomen, de man weet ook niet waarom ik zit te wachten.
[medeverdachte 3]: Goed.
[verdachte]: Het is een Amerikaan.
[medeverdachte 3]: Is het zo. Is goed.
5.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en NN [betrokkene 4] (stemherkenning) op 19 september 2006 om 15:34 uur, pagina 40/18436A:
[medeverdachte 3] = U en [betrokkene 4] = F
U: Ik zeg het soms moet je ze bij de keel pakken.. zo bij de haren pakken.. en zeggen van ik zal je neuken/zal je wat aandoen en in de ogen kijken en zo wegsmijten. Dat is dan voldoende voor haar.
F: Je zegt dus zo eventjes angst laten voelen.
U: Ik lieg niet... ik zweer het je.. laatst hebben we een twist gehad en ik sloeg haar heel erg, ik heb haar een beetje geslagen. Ze is nu als een lammetje.
F: Ze is nu een poes en miauwt en gaat zitten in de hoek.
U: Ja en nadien zie ik ze is weer verstandig geworden.
6.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 23 september 2006 om 02:06 uur, pagina 40/18503A en 15503B:
NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) belt uit met NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning).
[medeverdachte 3] = U en [verdachte] = Z
U: Luister.. heb jij geld nodig?
Z: Ja. Geloof mij broeder ik ben altijd te laat met het opsturen.. het wordt dan maandag. Indien het mogelijk is. Neem mij niet kwalijk.
U: Heummm wacht even ik geef ‘abi even.
[medeverdachte 1] (stemherkenning) komt aan de telefoon. [verdachte] = Z en [medeverdachte 1] = S
S: Hallo.
Z: Zeg het maar abi.
S: Je hebt geen zakgeld klopt dat?
Z: Klopt abi.
S: Ik zal straks naar het meisje, [slachtoffer 1] bellen zij zal het straks aan jou geven, is dat goed?
Z: Heel erg bedankt.
S: . . . [onverstaanbaar].
Z: Ik heb van twee vrouwen de dinges genomen, het geld en ik moet nog van twee nog ontvangen. Heb je nog andere wensen abi?
S: Nee, je moet de lijst die [slachtoffer 1] aan jou heeft gegeven ophalen, het geen ik gezegd heb.
Z: Ze heeft mij geen lijst gegeven. Begrijp me niet verkeerd ik ga daar de vrouwen toe en zij zeggen dan van moeten we het vandaag betalen, we hebben geen geld... de zaken gaan niet goed.. Dit zeggen ze allemaal.
S: Dat is niet ter sprake.. het is vrijdag vandaag.. het is al 12 uur geweest.. ze moeten het geven, breng iedereen op de hoogte.. hoe kan zoiets.
Z: Begrijp mij niet verkeerd abi.. omdat ik het tot vandaan niet gedaan heb.
S: Nee, nee iedereen weet het.. waarom zoiets ter sprake brengen. Zij allen weten dit. Wie heeft dat tegen jou gezegd?
Z: Wat?
S: Wie heeft het gezegd.
Z: Wat?
S: Wie hebben die woorden tegen jou gezegd.
Z: Die kleintje.. die meisje van [medeverdachte 6] heeft het geld gegeven.. Toen ik van [slachtoffer 3] (fonetisch) vroeg zei ze van was het vandaag abi? Ik heb gezegd van het is vandaag.
S: Heeft [slachtoffer 3] gezegd van “is het vandaag”?
Z: Ja.
S: Weet [slachtoffer 3] niet dat het vandaag gegeven moet worden... [Kennelijk spreekt [medeverdachte 1] met een derde persoon op de achtergrond. [slachtoffer 3] heeft het gezegd van was het vandaag, dat vroeg ze.]
Z: Verder niet.
S: Iedereen weet dat het vandaag is.
Z: Ook van die meisje van [naam] nemen?
S: Van iedereen, van iedereen!
Z: Oke abi.
S: Is dat goed? Van iedereen.
Z: Goed.. abi. Want [naam] is niet hier.
S: Maakt niet uit van [naam], je moet het van zijn meisje nemen. Luister, van het meisje van [betrokkene 2], [naam], van het meisje van [medeverdachte 6], die meisje in de passage [alias slachtoffer 4] of zoiets... Wie heb je verder daar [naam meisje 3] is vandaag niet aanwezig, die [naam meisje 4] is er niet.
Z: [naam meisje 3] is vandaag hier.
S: Is [naam meisje 3] aanwezig? Dan ook van haar vragen. Van [naam meisje 3] moet je 130 nemen, is dat goed.
Z: Is goed.
S: Oke.
Z: Oke.. ik zal dan wachten op een telefoontje van [slachtoffer 1].
S: Is goed.
Z: Tot ziens.
7.
Een SMS-bericht van 15 oktober 2006 om 16:12:39 uur, pagina 40/18426:
Getapt nummer :[telefoonnummer]
Lijnnummer : 05-G
Gespreksnummer : 260370190
Tijdstip: 15-10-2006 16:12:39
Met nummer: [telefoonnummer]
Inhoud: Can i make free today
Kan ik vandaag vrij krijgen
8.
Een tapgesprek tussen [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 3] op 15 oktober 2006 om 16:13 uur, pagina 40/18426 en 18427:
[alias medeverdachte 3]: Je vroeg me vrij... wat is dat.
R: Wat is wat.
Einde gesprek
9.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) van 31 oktober 2006 om 19:31 uur, pagina 40/18438:
[medeverdachte 3] = U en [medeverdachte 1] = S
U: Ik wil een tweede trut.. potverdikkemie.
S: (lacht).
U: Sinds een maand eet ik uit mijn eigen zak, ik zweer het je.
S: Ik zei het al sinds lang.. [onverstaanbaar].. je moet het zelf weten jij zei nee.
U: Ik zweer het je, ik zit uit eigen zak te eten. Kun jij je herinneren., ik had gezegd dat ik 10 pegels had.. en ik zweer het je van die 10 pegels heb ik 4 pegels over.. ik heb gezegd meisje.. de zaken gaan niet goed, gisteren heeft zij weer 300 pegels.. 150 is weg en is met 150 gekomen... ik was helemaal uit stemming.
10.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) van 1 november 2006 om 18:50:23 uur, pagina 40/18444:
[medeverdachte 1]: Is het meisje thuis, werkt ze vandaag niet.
[medeverdachte 3]: Nee, ze gaat werken, ze moet werken. Hoezo niet werken?
[medeverdachte 1]: Oke.
11.
Een tapgesprek tussen [slachtoffer 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 1] (stemherkenning) van 2 november 2006 om 03:54 uur, pagina 40/18584A:
R: Nee baby dat gaat niet, dat gaat niet, ik moet heel snel weg he? Ik wil geen stress met mijn man ha?
S: Eh oke playmate, want ik ben net bezig met mijn kleren aan te doen.
R: Ah ja ik bel [alias verdachte] oke.
S: Oke.
R: Ok baby ik zie je in de auto ja?
S: Ja.
Vervallen
13.
Een tapgesprek tussen [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 3] (stemherkenning) op 6 november 2006 om 20:24 uur, pagina 40/18446 en 18447:
C: Ik ga...[niet te verstaan].
R: Baby alsjeblieft. Baby, ik weet dat je dit extra doet omdat je in dit hotel wilt blijven vannacht. Ik weet het.
C: Ik doe het extra! Ja wat doe ik extra. Wil je dat ik je hond vermoord?! Wil je dat? Hoezo extra. Ik ga niet naar dat hotel. Ik ga zeker niet naar het hotel. Je kunt daar later gaan kijken.
14
en 15.
Vervallen
16.
Een tapgesprek tussen [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 3] (stemherkenning) op 6 november 2006 om 23:45 uur, pagina 40/18450:
R: Ja.
C: Weet je wat. Wie alleen je kan helpen?
R: Wat
C: Politie kan je alleen helpen.
R: Waarvoor.
C: Ik vermoord je vandaag.
R: Je vermoordt mij vandaag?
C: Ja.
R: Ja, je vindt dit leuk, want je bent wezen drinken.
C: Ehe.
R: Wat wil je van me.
C: Wat ik van je wil, ik vind je overal.
R: Waarom
C: Waarom? Ergens
R: Waarom, wat heb ik je gedaan.
C: Ik haat je.
R: Je haat me, ik weet dat je me haat, ga dan weg.
C: Ik ga waar jij gaat. We zullen zien.
R: Ik ga niet, weet je, ik blijf hier.
C: Ja? Oke, dan moet je naar de politie gaan.
R: Oke.
C: Oke?
R: Oke.
C: Ik neuk je moeder, die shit...
Verbinding verbroken.
17
t/m 20.
Vervallen
21.
Een tapgesprek tussen [slachtoffer 3] (naam genoemd) en [betrokkene 4] (naam genoemd) van 6 november 2006 om 23:55 uur, pagina 40/18590:
F: [slachtoffer 3], [getuige 11] is niet in Amsterdam, hij is weg, hij zegt na een uur.
R: Ik weet niet wat ik moet doen.
F: Nee, [slachtoffer 3], hij gaat [naam] niet vermoorden.
R: Ik weet niet wat ik moet doen [betrokkene 4].
F: [slachtoffer 3], ik zeg tegen je,
R: Wat moet ik doen met hem.
F: hij doet jou niets en [naam] ook niet. Als hij wat doet, hij doet [naam] niets, nooit van zijn leven. Oke, een beetje. .[niet te verstaan].
R: Ja, hij doet. [betrokkene 4] je kent hem nu niet.
F: Hij zou hem nooit vermoorden, [slachtoffer 3].
R: Niet?
F: Nee man, stop alsjeblieft, nooit van zijn leven.
R: Weet je, ik ga niet naar huis vannacht.
F: Ja, kom hier.
R: Nee, ik ga ook niet naar jouw huis, ik kan het niet.
F: Waarom niet, hij doet je niets.
R: He, [alias verdachte] komt hier naar toe om te zeggen, dat hij niet meer voor mij werkt. Hij zegt, bel me niet, als je problemen hebt.
F: Wat?
R: [alias medeverdachte 3] heeft tegen hem gezegd, dat hij niet meer naar me toe mag komen als ik problemen heb. [alias verdachte] kwam bij mij en zei: bel me niet meer als je problemen heb, ik werk niet meer voor jou.
F: Ja?
R: Ik zweer het [betrokkene 4], geloof je me niet? Kun je hem bellen.
F: Ja waarom.
R: Bel hem alsjeblieft en praat met hem.
F: Ja, maar waarom, wat is er gebeurd.
R: Jij weet wat er is gebeurd. Je kent het verhaal.
F: Ik ken het verhaal.
R: Ja. Over dit fucking.. ik kan het niet zeggen over de telefoon. Je weet waarover het is. Hij heeft geen vrijheid, hij is gek in het hoofd. Bel hem alsjeblieft en vraag hem of jullie elkaar kunnen zien en praat met hem, alsjeblieft. Want ik weet niet wat ik kan doen.. [niet te verstaan].
22.
Vervallen
23.
Een tapgesprek tussen [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 3] (stemherkenning) op 7 november 2006 om 00:28 uur, pagina 40/18483:
R: Luister. Jij zegt, dat ik om 7 uur moet gaan werken en daarom ging ik vroeg zodat ik geld kan verdienen..
24
t/m 28.
Vervallen
29.
Een tapgesprek tussen [slachtoffer 3] (stemherkenning) en NNvrouw, genaamd [naam vrouw 1] (naam genoemd) van 7 november 2006 om 17:05 uur, pagina 40/18461 en 18462:
[slachtoffer 3] = R en [naam vrouw 1] = M
M: Hi liefje.
R: Hi mamma.
M: hoe is het.
R: Oh, oke en jij?
M: (lacht) oke.
R: Wat doe je.
M: Oh, ik zoek een brief. Moet ik je halen?
R: Kun je me komen halen.
M: Ja.
R: Oh, ik heb je zoveel te vertellen [naam vrouw 1], ik heb zoveel stress over wat er gebeurd is.
M: Oh [slachtoffer 3]!
R: Hij wil me vermoorden.
M: hoe laat is het nu.
R: vijf uur.
M: vijf. Eehm, zal ik om 6 uur komen?
R: Ja, maar niet later, mamma, want als hij terug komt en ik ben hier na zeven uur, vermoordt hij me.
M: Ach Jezus.
R: Ik zweer het. Weet je wat? Omdat ik niet neuk. Wat is er toch. Hij is te veel een kind voor mij. Dat heb ik hem ook gezegd. Maar kom me halen.
30.
Een tapgesprek tussen [slachtoffer 3] (stemherkenning) en NNvrouw [naam meisje 3] (naam genoemd) van 7 november 2007 om 17:34 uur, pagina 18486 t/m 18488:
R: altijd, altijd, ik zweer ik zeg niets, ik zeg niets. Altijd. Als ik naar boven ga.. [slachtoffer 3] kom beneden. Dit ontbreekt, dat ontbreekt. Geld ontbreekt. Waarom zou ik je geld nemen, ik heb het daar zelf neergelegd, waarom zou ik het wegnemen. Nee, er was gisteren 1000 euro meer en nu is het er niet meer. Misschien was je dronken gisteren, misschien heeft hij het uitgegeven en weet het niet meer. (…)
R: Hij verveelt zich, maar ik ook. Maar ik mag niets zeggen. En dan zegt hij: iedereen verdient 1000 iedere nacht. En dan zeg ik: ja dat ben jij, je bent zo stom om daar naar te luisteren. En dan wordt hij woedend. Helemaal gek. En als ik 1000 verdien is het niet goed genoeg.
NN: En dan, dan is het: oh ik heb geld nodig, kun je me geld geven.
(…)
R: (…) Ik weet hoeveel ik verdien en als hij het had bewaard had ik nooit in het raam hoeven te staan, als hij het vanaf het begin had gespaard. Maar nee, hij moet voor iedereen betalen en al die anderen hebben geld; maar niet [alias medeverdachte 3], hij leent iedereen aldoor geld en krijgt het nooit terug, of misschien na een half jaar, 500, 500, 500. Hoe krijg je dan geld bij elkaar. Als je het blijft weggeven. Hij zei dat ik nooit meer iets mag kopen voor mijzelf, zelfs niet van Etos om make-up te kopen. Volgens hem ga ik om de dag, [getuige 12] ik teveel, en ik [getuige 12] shit.
R: (…) En hij zei: en ik heb gehoord, dat je geen Turken en Marokkanen binnen laat. En ik zei: nee. En toen zei hij: je zult ze smeken om binnen te komen. En ik: mooi niet. Ik neem geen Turken en Marokkanen. En dat doe ik ook niet [naam meisje 3]. En hij zei: je moet, je moet, en als je het niet doet vermoord ik je. Want hij wil dat ik neuk voor mijn geld. En bij een Turk is het binnen 3 minuten voorbij.
NN: God.
R: Ik weet het niet. Baby, dit is eerder gebeurd. Zijn vroegere vriendin is weggerend omdat hij haar zo vaak schopte.
NN: Hij is niet goed bij zijn hoofd.
31.
Een tapgesprek tussen [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 3] (stemherkenning) op 17 november 2006 om 23:50 uur, pagina 40/18500:
R: [naam meisje 3] vroeg me hoeveel ze moet betalen.
Ch: twee.
R: twee, oke.
Ch: jij betaalt 150.
R: wat?
Ch: jij betaalt 150, ja.
R: weet ik.
Vervallen
33.
Een tapgesprek tussen [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [slachtoffer 3] (stemherkenning) op 21 november 2006 om 02:50 uur, pagina 40/18419A:
C: hoe is het met de handel.
R: ja goed, ik heb 1350 (dertien vijftig) maar [getuige 2] wil om drie uur naar huis.
C: ga ook om drie (fonetisch).
R: okay ik kom terug.
34.
Een tapgesprek tussen [alias medeverdachte 3] en [slachtoffer 3] op 27 november 2006 om 02:36 uur, pagina 40/18421A:
C: wat heb je?
R: huh?
C: hoeveel heb je?
R: ik heb nu 1000, er is hier niks.
C: dan hou je op.
R: ja ik wacht tot drie.
35.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige [slachtoffer 3] van 17 september 2007, pagina 2 t/m 9:
Ik ken [medeverdachte 3]. Ik ken hem sinds 2003. Ik werkte op dat moment al ongeveer een jaar in de prostitutie. Onze relatie startte in december 2003. In januari 2004 zijn we samen gaan wonen. Ik bleef werken. [medeverdachte 3] werkte niet. Ik werk zeven dagen per week. Meestal begin ik na 22.00 uur en werk door tot 04.00 uur. Ik ging met een taxi naar mijn werk. Na het werk ging ik naar huis met een vriendin of met een taxi. Ik had steeds dezelfde taxichauffeur, zijn naam is [getuige 11]. Als de situatie op het werk onveilig was dan kon ik een bodyguard bellen omdat je niet op de politie kon wachten. De bodyguards liepen rond op de Wallen. Ik betaalde voor de bescherming die deze bodyguards gaven. Één van de bodyguards was [alias verdachte], van de anderen ken ik de naam niet. Ik betaalde voor de bescherming door een bodyguard 150 euro per week. Ik betaalde dit aan [alias verdachte]. De bodyguards begeleidden mij ook wel van en naar de auto van het werk. Meestal vroeg ik hem alleen.
De naam [verdachte] zegt me wel iets; dat is [alias verdachte]. U toont mij foto 12 en dat is [alias verdachte].
36.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] van 8 februari 2007, pagina 40/18384 en 18386, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
A: Ik ben niet getrouwd, maar heb een vriendin. Haar naam is [slachtoffer 3]. Ik ken haar al 4 jaar. Wij zijn toen gaan wonen in Amsterdam. We zijn daar met z’n tweeën gaan wonen en 1 hond.
37.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 3 maart 2007, pagina 40/18514 en 18515, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
V: Wie is [alias verdachte]?
A: Die helpt ons. Die zorgt dat niemand onze tassen steelt.
Ik noem het geen bodygard want wij bellen hem nooit [alias verdachte] brengt mij naar de taxi.
Als ik een lastige klant heb die mij misschien wil slaan bel ik liever een bodygard dan de politie.
V:Zijn er nog meer meisjes die [alias verdachte] betalen voor zijn bodyguard werkzaamheden?
A:De meisjes die bij mij in de buurt wonen, [slachtoffer 3], [naam meisje 5]. [alias verdachte] is een bekende op de wallen, iedereen kent hem.
38.
Het in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [getuige 8] van 6 maart 2009, pagina 9, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Foto 32 (de rechtbank stelt vast: [medeverdachte 3]).
Dat is [alias medeverdachte 3]. Zijn echte naam is [medeverdachte 3]. Hij heeft een meisje voor zich werken. Zij heet [slachtoffer 3]. Ik weet dat [slachtoffer 3] zo ontzettend veel verdiende en op de dag van de arrestatie er geen cent meer in huis was. [slachtoffer 3] verdiende doordeweeks 1700 of 1800 euro per dag en in het weekend wel 2500 euro.
39.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 11] van 20 maart 2007, pagina 46A/21391, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De persoon op foto 12 ken ik. Deze persoon ken ik als [verdachte]. Ik heb ook wel eens gesproken met [verdachte]. Als ik de meisjes naar huis moest brengen dan was hij vaak in de buurt om de meisjes te helpen. Ik bedoel hiermee dat hij mogelijk de meisjes moest beschermen omdat de buurt nogal onveilig is. Ik zag hem dus regelmatig om de meisjes heen.
40.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 11] van 13 maart 2007, pagina 40/18559, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Soms rijden we met de auto rond met meisjes. Ik haal meisjes op van huis. Soms word ik gebeld door een meisje [slachtoffer 3] en die breng ik dan naar haar werk. [slachtoffer 3] is de vrouw van [alias medeverdachte 3]. [slachtoffer 3] werkt waar vrouwen werkzaam zijn. Ik breng haar naar het Red Light district. Ik kende haar eerst niet, maar toen ik [alias medeverdachte 3] heb leren kennen heb ik [slachtoffer 3] ook leren kennen. Als hij een taxi nodig heeft dan belt hij mij.
Bijlage 3.
Bewijsoverwegingen rechtbank feit 8
Verklaring [slachtoffer 4]
Er is slechts één bewijsmiddel voor de tenlastegelegde dwangmiddelen in het dossier te vinden. Dat is het proces-verbaal van bevindingen met daarin de verklaring van [slachtoffer 4] over een man die zij [betrokkene 3] noemt. Hij zou haar mishandeld hebben en zij zou aan die [betrokkene 3] geld hebben afgestaan dat zij in de prostitutie verdiend had.
Overige bewijsmiddelen
In de als bewijsmiddel opgevoerde tapgesprekken in september 2006 worden namen genoemd waarvan niet met een voldoende mate van zekerheid vastgesteld kan worden dat daarmee op [slachtoffer 4] wordt gedoeld. Deelnemers aan die gesprekken zijn onder meer [medeverdachte 1], [medeverdachte 3], [medeverdachte 4] en verdachte. Er wordt gesproken over ‘omkijken’ naar de meisjes van [naam] en een (vroeger) meisje/meisjes van [medeverdachte 6]/[medeverdachte 6] en/of [naam] en betalingen (daarvoor) door die meisjes/dat meisje aan voornoemde mannen. Uit die tapgesprekken blijkt dat er bij de mannen verwarring is over de identiteit van dit meisje/deze meisjes. Er is sprake van een [slachtoffer 4] (dat zou [slachtoffer 4] kunnen zijn) en van een [alias slachtoffer 4] (idem), de ene keer zou daar wel naar omgekeken moeten worden, de andere keer zijn de deelnemers aan de gesprekken daar niet zeker van. Wie [slachtoffer 4] is en wie [alias slachtoffer 4], of daarmee op [slachtoffer 4] wordt gedoeld: de rechtbank kan dit uit het dossier niet met zekerheid vaststellen.
Hetzelfde geldt voor de identiteit van genoemde [betrokkene 3]. Voor het maken van een koppeling van verdachte aan door een zekere [betrokkene 3] op [slachtoffer 4] uitgeoefend geweld, is uiteraard van belang dat vastgesteld kan worden wie die [betrokkene 3] is. Illustratief voor de onduidelijkheid daarover is het feit dat de officier van justitie in het requisitoir - niet nader onderbouwd - stelt dat de door [slachtoffer 4] genoemde [betrokkene 3], [betrokkene 3] is. De rechtbank kan voor die stelling in het dossier echter geen bewijs vinden. Wel bevat het dossier op pagina 46L/025279 een in een loopproces-verbaal verwoord vermoeden van verbalisanten dat ‘[betrokkene 3]’ in werkelijkheid [medeverdachte 4] is.
Bewijsminimum
De enkele verklaring van [slachtoffer 4] is, gelet op het voorschrift van artikel 342, tweede lid, Sv, onvoldoende om tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feitelijkheden uit haar verklaring te komen. De uit de overige bewijsmiddelen te destilleren feiten kunnen niet zonder redelijke twijfel worden gekoppeld aan hetgeen [slachtoffer 4] heeft verklaard.
Het dossier bevat dus onvoldoende bewijsmiddelen voor de tenlastegelegde dwangmiddelen. Daarom kan niet bewezen worden dat van de onder sub 1°, sub 4° of sub 9° bedoelde situatie sprake was en evenmin dat een uitbuitingssituatie bestond waaruit opzettelijk voordeel werd getrokken als bedoeld onder 6°. Aan beantwoording van de vraag of verdachte bij een en ander als pleger, medepleger of medeplichtige betrokken is geweest, komt de rechtbank bij deze stand van zaken niet meer toe.
Bijlage 4.
Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen rechtbank feit 10
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat, geordend per feit, de genummerde bewijsmiddelen.
Ter toelichting op een aantal bewijsmiddelen geldt, voor zover van toepassing, het volgende.
Algemeen bewijsmiddel
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier Sneep, proces-verbaal Z32084, 27-019999 van het Korps landelijke politiediensten, Dienst Nationale Recherche. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Proces-verbaal van verhoor door rechter-commissaris
Wanneer hierna wordt verwezen naar het proces-verbaal van de rechter-commissaris, betreft dit een proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo.
Telefoontap
Wanneer hierna wordt verwezen naar een tapgesprek, betreft dit een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een schriftelijke weergave van een telefoongesprek waarvan de kenmerken worden vermeld – voorzover van toepassing – namelijk datum, tijdstip, lijnnummer, gespreksnummer, ordnernummer/pagina. Indien het gesprek in een vreemde taal is gevoerd, wordt verwezen naar de schriftelijke weergave van de vertaling in de Nederlandse taal.
Sms-bericht
Wanneer hierna wordt verwezen naar een sms-bericht, betreft dit een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een schriftelijke weergave van een getapt sms-bericht waarvan de kenmerken worden vermeld – voorzover van toepassing – namelijk datum, tijdstip, lijnnummer, volgnummer, ordnernummer/pagina. Indien het bericht in een vreemde taal is geschreven, wordt verwezen naar de schriftelijke weergave van de vertaling in de Nederlandse taal.
Foto
Wanneer in de bewijsmiddelen wordt gesproken over foto’s uit ordner 16 dan betreffen dit - tenzij anders wordt vermeld – in ordner 16 onder de noemer ‘verdachten-betrokkenen’ of ‘slachtoffers’ opgenomen foto’s. De ordner bevat verder twee ambtsedige processen-verbaal waarin wordt gerelateerd welke foto’s van welke ‘verdachten’ of ‘slachtoffers’ in de ordner zijn opgenomen. Ook wanneer in het voorbereidend onderzoek foto’s zijn getoond onder andere aanduidingen (bijvoorbeeld ‘de fotomap’) maar met een uit de context op te maken corresponderende nummering, gaat de rechtbank ervan uit dat gedoeld wordt op ordner 16.
In die gevallen waarin het bewijsmiddel zelf niet vermeldt wie volgens de in ordner 16 opgenomen processen-verbaal op de getoonde foto zijn afgebeeld, zal de rechtbank dit zelf doen. Zij brengt dit tot uitdrukking door toevoeging in het bewijsmiddel (achter het fotonummer) van de tekst: “de rechtbank stelt vast (…)”, gevolgd door de naam van de persoon die staat afgebeeld op de uit ordner 16 afkomstige foto. Die vaststelling door de rechtbank is gebaseerd op de inhoud van voornoemde ambtsedige processen-verbaal (16/80018004 voor de verdachten en 16/80638067 voor de slachtoffers).
Bewijsoverwegingen rechtbank ten aanzien van feit 10
Juridisch kader
Volgens bestendige jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr worden verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Het oogmerk van die organisatie, te weten het plegen van misdrijven, hoeft in de tenlastelegging niet nader omschreven te zijn, maar zal uit de bewijsmiddelen moeten blijken. Voor het bewijs van dit oogmerk zal o.a. betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie, en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. Niet hoeft te worden bewezen dat verdachte in meerdere misdrijven heeft geparticipeerd. Er is sprake van deelnemen aan de organisatie indien de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor deelneming is voldoende dat betrokkene in zijn algemeenheid weet dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. De betrokkene behoeft dus geen wetenschap te hebben van één of verscheidene concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.
De rechtbank behandelt de vraag of de tenlastegelegde deelneming aan een criminele organisatie kan worden bewezen in drie stappen, te weten:
- het bestaan van een organisatie
- het oogmerk van de organisatie
- de deelneming aan de organisatie door verdachte.
Het bestaan van een organisatie
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten vast.
[getuige 5] heeft op 21 februari 2004 verklaard dat hij sinds een maand of twee op de Wallen in Amsterdam werkte voor een groep pooiers, die allemaal uit Duitsland kwamen en elkaar al heel lang kenden. Ze waren genaamd [medeverdachte 1], [medeverdachte 7], [alias medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt telkens daar waar over [alias medeverdachte 2]/[alias medeverdachte 2] gesproken wordt: [medeverdachte 2]) en [alias medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt telkens daar waar over [alias medeverdachte 3]/[alias medeverdachte 3] gesproken wordt: [medeverdachte 3]). De groep had meisjes voor zich werken in Amsterdam en in Den Haag. [medeverdachte 1] was volgens [getuige 5] één van de leiders van de groep. [getuige 5] heeft voor die groep als boodschappenjongen gewerkt en hij moest meisjes beschermen tegen lastige klanten (10). Daarnaast hebben de getuigen [getuige 6] (8) en [getuige 3] (9) beiden verklaard dat [medeverdachte 1] pooier was en dat er verschillende meisjes voor hem in de prostitutie werkten. Hij was ‘de grote man’ en ‘de grote baas’ van de groep die bij hem hoorde. Voorts wordt in tapgesprekken tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] (1 en 4) en in een gesprek tussen ene [betrokkene 5] en [medeverdachte 3] (3) gesproken over de groep/gemeenschap en wordt gezegd dat [medeverdachte 1] de baas is.
Binnen de organisatie waren bodyguards actief die de vrouwen die als prostituee werkten moesten beschermen. Voor dit werk werden de bodyguards door de organisatie betaald. Of wel rechtstreeks door de mannen, zoals blijkt uit een tapgesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 7] (20) ofwel door de vrouwen zelf, zoals [slachtoffer 1] heeft verklaard (35). In een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] (5), dat twee minuten later gevolgd wordt door een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] (6), wordt gesproken over de aanschaf en de verdeling van de kosten van kogelwerende vesten voor [verdachte] en anderen (de rechtbank begrijpt: ter bescherming van de bodyguards). [medeverdachte 3] zegt hierover dat “wij de helft als bedrijf op ons nemen”. Met deze verdeling (en de bijbehorende betalingsregeling) gaat [medeverdachte 1] vervolgens akkoord. Blijkbaar heeft [medeverdachte 1], zo concludeert de rechtbank, als leider van de organisatie het laatste woord hierin.
De werktijden van de bodyguards werden bepaald door [medeverdachte 1], in overleg met [medeverdachte 3]. Dit leidt de rechtbank af uit drie tapgesprekken die kort na elkaar gevoerd zijn. In het eerste gesprek, tussen [medeverdachte 3] en [verdachte], beklaagt [verdachte] zich over zijn lange werktijden en vraagt hij of hij thuis mag blijven omdat hij pijnlijke voeten en griep heeft (17). In een direct daarop volgend tapgesprek overleggen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] hierover en wordt beslist dat [verdachte] om 12 uur á 1 uur kan beginnen met werken (18). De dag daarop overleggen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] over de werktijden van de bodyguards. [medeverdachte 1] is daarbij degene die de beslissing neemt over de aan te houden werktijden (19).
Binnen de organisatie wordt getracht om eenmaal bezette kamers voor de organisatie te behouden: als de vrouw van een deelnemer aan de organisatie een kamer ‘teruggeeft’, wordt dit doorgegeven aan een andere deelnemer zodat een andere vrouw in die kamer kan werken (2).
Verder blijkt uit een tapgesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] (7) dat toen ‘[alias verdachte]’ (de rechtbank begrijpt: [verdachte]) en ‘[medeverdachte 9]’ (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 9]) op 8 januari 2007 door de politie waren aangehouden, vanuit de organisatie voor een advocaat is gezorgd.
En als op 7 februari 2007 tenslotte de politie begint met ontmanteling van de organisatie, breekt onrust uit. In een tapgesprek tussen [medeverdachte 2] en verdachte wordt besproken dat er een inval is gedaan en dat ‘ze’ (de rechtbank begrijpt: de politie) ook achter verdachte aanzitten. Daarop instrueert [medeverdachte 2] verdachte: “Pak je simkaart, eet het op, kauw erop en slik het door” (55), kennelijk met de bedoeling sporen uit te wissen.
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat sprake is geweest van een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, onder leiding van in elk geval [medeverdachte 1]. Als deelnemer kunnen verder in elk geval aangemerkt worden [medeverdachte 7] (9, 10), [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (9, 10) en [medeverdachte 8] alias [alias medeverdachte 8] (8, 9). De structuur bestond hierin dat [medeverdachte 1] veel zaken, zoals de werktijden, bepaalde en die via mededeelnemers, zoals [medeverdachte 3], liet doorgeven aan de lager op de ladder van de organisatie staande bodyguards. Ook de secundaire arbeidsvoorwaarden (kogelwerende vesten) werden geregeld en via de lijn [medeverdachte 1]-[medeverdachte 3] doorgegeven naar de onderste geledingen. De organisatie is gedurende de gehele aan verdachte tenlastegelegde periode in Nederland actief geweest en is daarmee als duurzaam aan te merken. De stelselmatigheid komt tot uiting in de grote hoeveelheid vrouwen die tot slachtoffer van mensenhandel werden gemaakt door de verschillende deelnemers aan de organisatie.
Het oogmerk van de organisatie
De groep personen onder leiding van [medeverdachte 1] had, zo verklaren de getuigen [getuige 6] en [getuige 3], op diverse plaatsen in Nederland een aantal vrouwen voor zich werken als prostituee (8 en 9). Ook andere vrouwen hebben verklaard over seksuele uitbuiting door leden van de organisatie, met betrekking tot henzelf en/of andere vrouwen. Sommige vrouwen verklaren ook over geweld dat daarbij gebruikt werd. De rechtbank verwijst in dit verband naar verklaringen van [getuige 4], [getuige 12] (42), [getuige 13] (45) en [getuige 14] (46). Deze verklaringen worden op hoofdlijnen ondersteund door hetgeen de getuige [getuige 15] (43) verklaart. Voorts heeft [getuige 5] verklaard dat de groep meisjes voor zich aan het werk had en heeft hij gezien dat [medeverdachte 1], [alias medeverdachte 2] en [alias medeverdachte 3] mensen in elkaar sloegen als ze foto’s van meisjes namen. Hij heeft ook verklaard dat [medeverdachte 1] hem met een vuurwapen heeft bedreigd om te zorgen dat hij voor hem zou blijven werken (10).
In dit verband is ook van belang dat [verdachte] en [medeverdachte 9] op 8 januari 2007 een onbekend gebleven man op de Wallen in Amsterdam in elkaar hebben geslagen. De man is geslagen en gestompt en hij is tegen zijn hoofd en tegen zijn lichaam geschopt terwijl hij op de grond lag (11). In een tapgesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] van diezelfde 8e januari 2007 zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] dat [alias verdachte] en [medeverdachte 9] vast zitten en ‘drie dagen hebben gekregen’. [medeverdachte 2] zegt dat hij eerst heeft gebeld met [alias medeverdachte 3] om te vragen of ‘ze’ een advocaat hadden gestuurd. [medeverdachte 1] zegt daarop tegen [medeverdachte 2] dat het eerste wat ‘we’ zullen doen, vroeg in de ochtend, is een advocaat sturen (7). Uit het feit dat [medeverdachte 1] met [medeverdachte 2] overlegt over het regelen van een advocaat en zich daarvoor kennelijk verantwoordelijk acht, leidt de rechtbank af dat de mishandeling waarvoor [verdachte] en [medeverdachte 9] waren aangehouden in het kader van die organisatie was gepleegd.
Tot slot blijkt uit verschillende getuigenverklaringen dat leden van de organisatie beschikten over vuurwapens (8, 10, 45 en 47). Tijdens een doorzoeking in een woning in Amsterdam, op 7 februari 2007, zijn onder verdachte een revolver en een aantal patronen in beslag genomen (12).
De mishandeling van prostituees is in de hiervoor genoemde individuele gevallen gepleegd teneinde de betreffende vrouwen te dwingen om als prostituee te werken en hun inkomsten (deels) af te staan. De mishandeling van klanten van prostituees is het gevolg van de werkwijze van de organisatie als het gaat om de bescherming van de vrouwen die – voor de organisatie – in de raamprostitutie werkten. De wapens werden gebruikt om mensen bang te maken en onder druk te zetten.
Er is, met andere woorden, sprake geweest van het door verschillende leden van de organisatie meermalen, en dus stelselmatig, plegen van het misdrijf mensenhandel. Ook werden regelmatig daarmee samenhangende misdrijven, mishandeling, wapenbezit en bedreigingen (…) en afpersing (…) gepleegd. Ook daarop had de organisatie het oogmerk. Een organisatie die, zoals de rechtbank bij de vaststelling van het bestaan ervan al heeft overwogen, duurzaam en gestructureerd was, waar werkzaamheden waren verdeeld. Uit dit alles leidt de rechtbank af dat het oogmerk van de organisatie op het plegen van de in de tenlastelegging onder 4 genoemde misdrijven was gericht.
De deelneming aan de organisatie door verdachte
Verdachte heeft geen verklaring af willen leggen over de organisatie die zich bezig houdt met mensenhandel. Hij heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen.
De rechtbank leidt uit het dossier af dat verdachte in de tenlastegelegde periode verschillende werkzaamheden heeft verricht op de Wallen in Amsterdam. Deze werkzaamheden hielden het volgende in.
Het oppassen op prostituees en het wegbrengen van prostituees naar een taxi, naar een winkel en/of naar hun huis
Dit leidt de rechtbank af uit een drietal tapgesprekken waarin verdachte opdracht krijgt van [medeverdachte 2] om op een aantal meisjes te passen (15) en waarin verdachte zich tegenover [medeverdachte 3] onder meer beklaagt over het feit dat hij het zo druk heeft met het wegbrengen van de verschillende meisjes (16 en 17).
Het controleren van de prostituees
De rechtbank leidt uit de eerder (…) genoemde tapgesprekken tussen [medeverdachte 3] en verdachte af dat [medeverdachte 3] op 8 september 2006 en op 14 september aan verdachte vraagt om te kijken hoeveel minuten een klant binnen is bij zijn meisje en wat voor persoon naar buiten komt. Verdachte voldoet – zoals gezegd – aan die opdracht (21, 21A, 22 en 23).
Uit een tapgesprek tussen [getuige 4] en een onbekende vrouw, waarin geklaagd wordt dat [alias verdachte] het doorvertelt als ze bij elkaar binnen komen, leidt de rechtbank af dat het verdachtes taak is om aan de betreffende pooier door te geven als meisjes – tegen de opdrachten van de pooiers – bij elkaar naar binnen gaan (24). Uit het gesprek blijkt ook dat zelfs de telefoons van de vrouwen door hun man gecontroleerd worden. Daarnaast geeft verdachte in een tapgesprek met [medeverdachte 3] aan hem door dat twee meisjes beiden een kamer zijn ingegaan en niet naar buiten komen (39). [medeverdachte 3] geeft dat op zijn beurt dezelfde dag nog telefonisch door aan [medeverdachte 1] (40). Dat de vrouwen in opdracht van [medeverdachte 1] geen contact met elkaar mochten hebben wordt nog eens duidelijk in een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en verdachte, waarin [medeverdachte 1] dit met zoveel woorden tegen verdachte zegt. Hij moet er op toezien dat dit niet gebeurt (49).
Het ontvangen en ophalen/inzamelen van geld bij de prostituees
Deze werkzaamheid leidt de rechtbank af uit tapgesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 1] (25) en [medeverdachte 3] (26).
Het introduceren en inwerken van nieuwe bodyguards
Deze werkzaamheden blijken uit een tweetal tapgesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 3] (27 en 28). Voorts heeft verdachte enkele dagen na deze tapgesprekken tegen een politieagent verteld dat de man die op dat moment bij verdachte liep ([medeverdachte 9]) hem ging opvolgen als bodyguard op de Wallen (29). Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte degene was die [medeverdachte 9] moest introduceren bij de prostituees en inwerken.
Het ronselen van een andere bodyguard
[getuige 1] heeft verklaard dat hij door verdachte benaderd is om als bodyguard te gaan werken (13).
Het regelen van kamers waar de prostituees konden werken
Dat verdachte kamers regelde voor prostituees leidt de rechtbank af uit een drietal tapgesprekken, één tussen verdachte en [medeverdachte 3] (32) en twee tussen verdachte en ene [betrokkene 5] (33 en 36).
Zoals hiervoor bij de beantwoording van de vraag of sprake was van een organisatie reeds is vastgesteld, werden de werktijden van verdachte bepaald en werd verdachte betaald door en/of in opdracht van de leiding van de organisatie, bestaande uit onder meer [medeverdachte 1] bijgestaan door [medeverdachte 3]. In dit verband is tevens van belang dat één van de prostituees, [slachtoffer 1], voor verdachte en medeverdachte [medeverdachte 9] een huis had gehuurd waar ze beiden konden wonen (34). De huur van deze woning betaalde [slachtoffer 1] met het protectiegeld dat de prostituees moesten betalen (35).
Verweer: geen wetenschap van het oogmerk van de organisatie (opzet bij verdachte)
Volgens de raadsman heeft verdachte niet deelgenomen aan een criminele organisatie omdat hij geen wetenschap had van het oogmerk van de organisatie.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Verdachte heeft in opdracht van verschillende leden van de organisatie prostituees gecontroleerd en informatie verstrekt als daarom gevraagd werd. Het was hem bekend dat sommige prostituees niet met elkaar mochten praten of bellen. Hij gaf daarover desgewenst ook informatie (20, 21, 21A, 22, 23, 39, 40).
Uit een verklaring van [getuige 1], die door verdachte benaderd is om als bodyguard te gaan werken, blijkt dat verdachte wist welk meisje voor welke pooier werkte: “[alias verdachte] noemde de namen. Hij zei: die is van dat groepje. Daar moet je afblijven, anders gaan ze je doodmaken, gaan ze je slopen” (13). [getuige 1] heeft deze verklaring afgelegd op 22 april 2007 en zegt dan dat hij sinds ongeveer 18 maanden op de Wallen werkzaam is. De rechtbank leidt hieruit af dat het aanwijzen van de meisjes eind 2005 heeft plaatsgevonden. Daarnaast blijkt uit een tapgesprek dat [medeverdachte 3] op 8 september 2006 telefonisch opdracht heeft gegeven aan verdachte om wél naar [alias slachtoffer 4] en níet naar [slachtoffer 4] om te kijken (de rechtbank begrijpt: op te passen). [medeverdachte 3] zegt dan over [slachtoffer 4]: “die werkt niet meer voor ons, die is van Hells Angels” en “die is niet van ons” (48). Verdachte begrijpt dit en gaat ermee akkoord. De rechtbank leidt ook uit dit tapgesprek af dat verdachte ervan op de hoogte was dat de meisjes op wie hij paste voor de groep werkten.
Tenslotte heeft verdachte zelf, samen met [medeverdachte 9], deel genomen aan een ernstige mishandeling. Toen zij door de politie werden opgepakt zorgde [medeverdachte 1] voor een advocaat. De rechtbank leidt daaruit af dat de mishandeling plaatsvond in opdracht van de criminele organisatie en dat verdachte dat wist.
De rechtbank concludeert op basis van het voorgaande dat verdachte wist dat de organisatie waarvoor hij werkte, het plegen van misdrijven, zoals is tenlastegelegd, tot oogmerk had. Het verweer van de raadsman wordt in zoverre verworpen.
Verweer: geen aandeel in handelingen gericht op verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie
De raadsman heeft gesteld dat verdachte door het enkele beveiligen van meisjes, zonder dat sprake is van buitensporig geweld of afgedwongen betalingen, geen handelingen heeft verricht die verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
De rechtbank overweegt omtrent dit verweer als volgt.
Naar het oordeel van de rechtbank is het in opdracht van een organisatie van mensenhandelaren beschermen van prostituees tegen lastige klanten e.d. aan te merken als deelneming aan die organisatie indien de persoon in kwestie weet heeft van de uitbuiting van die prostituees. Dat verdachte die wetenschap had, heeft de rechtbank hiervoor vastgesteld, mede omdat de werkzaamheden die verdachte voor de organisatie verrichtte uit meer dan alleen het bieden van die bescherming bestonden.
De rechtbank verwerpt dan ook het verweer dat verdachte – kort gezegd – geen handelingen heeft verricht die verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Op basis van het hiervoor overwogene stelt de rechtbank vast dat verdachte behoorde tot de organisatie waarvan in ieder geval [medeverdachte 1], [medeverdachte 3], [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] deel uitmaakten. Met zijn werkzaamheden heeft verdachte een aandeel gehad in en ondersteuning geboden aan gedragingen die strekten tot of rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Bewijsmiddelen rechtbank ten aanzien van feit 10
1.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [medeverdachte 1] (stemherkenning) op 23 januari 2006 om 23.40 uur, pagina 47A/35489E:
U = [medeverdachte 3] en S = [medeverdachte 1]
U: Nee nee.. ik zal zeggen Abi je weet dat [medeverdachte 1] abi onze hoofd is. Welnu, zoals je weet vormen wij een gemeenschap (…) Ik kan niet iets doen zonder het medeweten van de gemeenschap.
S: Hé luister even.. wij vormen een gesloten gemeenschap! Begrijp je. Wij zijn op ons zelf.. wij zijn een gemeenschap!
(…)
S: ‘Jij wil de gemeenschap in, maar heb je met [medeverdachte 1] gesproken dan?’, moet je zeggen.
U: Exact.
S: ‘[medeverdachte 1] abi laat zelfs zijn familie of beste vrienden van daar niet toe in de gemeenschap hier’ moet je zeggen. ’Hij zegt nee.’ moet je zeggen, begrijp je?
2.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [medeverdachte 7] (stemherkenning) van 27 februari 2006 om 13.49 uur, 48/35716A:
[medeverdachte 3] = U en [medeverdachte 7] = H.
H: Luister mijn meisje heeft de kamer [terug] gegeven, weet je.
U: Ja.
H: Jij moet tegen [slachtoffer 1] zeggen, zij wilde die kamer toch.
U: Ja.
H: Dat het niet naar een vreemde gaat, weet je.
U: Ja, ik begrijp het.
H: Kamer... [niet te verstaan] ... weet je.
U: Ja, wat is er nu met jouw meisje, komt ze niet?
H: Vandaag heeft ze haar kamer afgegeven.., laat d’r maar.. [niet te verstaan].. oke dan.
U: Heumm
H: Ik ben al erbij ingeschoten.
U: Maak je daar niet druk om.
H: Nee, ik mij daar ook niet druk om. Je moet het vandaag zeggen, ze heeft vandaag haar kamer terug gegeven weet je.
U: Oke, ik zal het zeggen. Reis! (baas, patroon).
3.
Een tapgesprek tussen NN [betrokkene 5] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 3] (stemherkenning) op 5 september 2006 om 14.01 uur, pagina 50A/37003E:
K: (…) En de Reis (= baas, kapitein, leider) van onze groep is [medeverdachte 1].. kijk hij is 10 jaar jonger dan ik maar ik noem hem Reis.. wat die man ook zegt tegen mij.. als hij zegt sla dan sla ik, als hij zegt dood, dan dood ik.. als hij zegt ga, dan ga ik, als hij zegt schijt, dan schijt ik! Zo is het.. anders loopt dit werk niet.
4.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] (stemherkenning) en [medeverdachte 1] (stemherkenning) op 22 september 2006 om 17.15 uur, pagina 47/35311A-C:
[medeverdachte 1] = S en [medeverdachte 3] = U
S: Luister het is niet makkelijk om een rang te hebben emmi (oom).
U: Ja.
S: Jij bent de hoogste in rang daar.
U: Is zo.
S: Ja het is niet makkelijk.
U: Na jou kom ik. [medeverdachte 7] abi is vertrokken.
S: Dan moet jij het kunnen verdragen, het is niet makkelijk, dat weet je.
5.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (wordt genoemd) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (wordt genoemd) van 19 oktober 2006 om 23.53 uur, pagina 47A/35492A en 35492B:
[medeverdachte 3] = U en [verdachte] = Z
Z: Hallo.
U: Hallo wat ben je aan het doen.
Z: Wat moet ik doen, ik zit te wachten op een kogelvrije vest.
U: Wat?
Z: Vest, vest.
U: Luister er is een (1) vest, we zullen voor jullie beiden een vest laten brengen. Maar de vesten zijn heel erg duur, ouwe.
Z: Hou dan 100 pegels in elke keer van ons rekening in.
U: Luister even de vesten kosten 700 pegels.
Z: Oke dan je hoeft mijn week geld niet te betalen deze week.
U: Een moment. [verdachte].. luister even naar mij.. er is geen sprake niet geven.
Z: Mijn excuses.
U: Zijn wij zo slecht dat we geen geld geven.
Z: Mijn excuses.
U: Luister goed naar mij.. deze vesten kosten 700 pegels.. je hebt vesten voor 500 pegels, voor 350 pegels.. maar die zijn slecht.
Z: het moet stevig zijn.
U: Wij.. er wordt ook ijzer er tussen in gezet waar geen mes doorheen kan, daarom zijn deze 200 – 300 pegels duurder vanwege dat het niet doorsteekbaar is met een mes.. begrijp je het.
Z: Akkoord.
U: Luister daarom is het zo dat wij de helft als bedrijf op ons nemen en de helft zullen jullie bij moeten dragen.
Z: De helft jullie.
U: Ja. Voor jullie is het dan 350.
Z: Akkoord.
U: Wij zullen dan elke week 50 pegels inhouden op jullie weekgeld.
Z: Akkoord mijn broeder. Wanneer krijgen we de jassen?
U: Is dat akkoord?
Z: Akkoord. Akkoord. Jouw wil is mijn bevel!
(…)
Z: (…). wanneer krijgen we de vesten.
U: De vesten aanstaande maandag en vermoedelijk is al eentje aanwezig, we zullen laten brengen.
Z: Als hier een is geef die aan mij direkt, de andere..
U: We zullen zien, ik zal jou terugbellen. Tot ziens.
6.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) van 19 oktober 2006 om 23.55 uur, pagina 47A/35493:
[medeverdachte 3] vertelt wat hij gedaan heeft en zegt dat hij elke dag [alias verdachte] en de zijnen belt om te vragen of alles goed gaat, en dat [alias verdachte] gevraagd heeft wanneer hun vesten zullen komen. [medeverdachte 3] heeft verteld dat er vesten zijn die niet met een mes doorstoken kunnen worden en ook kogelwerend zijn dat die 700 kosten en dat er ook goedkope zijn voor 400, 500 maar dat die slecht zijn.
Gesprek gedeeltelijk woordelijk uitgewerkt waarbij U = [medeverdachte 3] en S = [medeverdachte 1] is.
U: De helft gaan wij als bedrijf dragen en de helft moeten jullie betalen en wij zullen per week 50 inhouden op jullie weekloon.
S: 50 kan niet emmi (oom), het moet 100 zijn per keer.
U: Of je 100 of 50 doet, ik weet het niet Reis.
S: Anders komt er geen einde aan.
U: Is dat akkoord.
S: Ja.
7.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 2] alias [alias medeverdachte 2] (stemherkenning) en [medeverdachte 1] (stemherkenning) op 8 januari 2007 om 15.43 uur, pag. 49A/36588A t/m 36588C:
M: Heumm, zijn de jongens vrij gekomen?
S: Nee, ze hebben drie dagen gekregen.
M: Drie dagen gegeven?
S: Ja drie dagen verlengd.
M: Potverdikkemie die klootzakken.
S: Die zij geslagen hebben was een Nederlander.
(…)
M: Ik heb jou gebeld en je werd niet wakker en daarna heb ik [alias medeverdachte 3] gebeld met zo van hebben jullie een advocaat gestuurd..
S: Natuurlijk sturen we een advocaat.
M: Jaa.
S: Je weet het dat is het eerste wat wij doen, vroeg in de ochtend, de advocaat sturen.
(…)
S: Je weet het, we moeten wel.. dat de jongens vrijkomen.
M: Wie zitten er vast, [alias verdachte] zit vast.
S: [alias verdachte] zit vast, [medeverdachte 9] zit vast.
M: [ntv] zit vast.
S: Wat?
M: De broer van [medeverdachte 4] zit vast en verder?
S: Ik weet van hun twee... verder weet ik niet.
M: Ik heb van drie personen gehoord, zoek even uit of er een derde is.
S: Als ik de advocaat kan bereiken zal ik het vragen. Ik weet van twee.
8.
Het proces-verbaal van aangifte van [getuige 6] van 29 oktober 2007, pagina 46A/21411 t/m 21419, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
U toont mij een fotoserie bestaande uit 58 foto's van mannen en u vraagt mij of ik mannen herken.
Foto 02.
De man afgebeeld op foto 02 is de mij bekende [medeverdachte 1]. Hij is de grote man. Als [medeverdachte 1] tegen anderen zegt spring uit het raam, dan springen ze uit het raam. Ik weet dat hij diverse vrouwen voor zich had/heeft werken. Naast de vrouwen in de prostitutie laten werken zou hij zich bezig houden met wapenhandel. Toen ik bij [naam] woonde bracht hij met [betrokkene 3] een wapen naar de woning van [naam] om die daar op te bergen. Dat was een pistool en dat heb ik zelf gezien.
Opmerking verbalisant: De man afgebeeld op foto 02 betreft [medeverdachte 1].
Foto 03.
Dat is de mij bekende [alias medeverdachte 8]. Hij was ook zo'n grote baas als [medeverdachte 1] en heeft verschillende vrouwen voor zich werken in de prostitutie. Hij maakt deel uit van de groep. Daarmee bedoel ik de criminele groep die bij [medeverdachte 1] hoort.
Opmerking verbalisant: De man afgebeeld op foto 03 betreft [medeverdachte 8].
9.
Het proces-verbaal van aangifte van [getuige 3] van 19 november 2007, pagina 46O/26166 t/m 26170, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
U toont mij een fotoboek, bestaande uit een serie van 58 foto's van mannen. Ik kan daar het volgende over verklaren.
Foto 02.
De man afgebeeld op foto 02 is [medeverdachte 1], de man waar ik een relatie mee heb gehad. [medeverdachte 1] was pooier, handelaar van diverse vrouwen. Hij was de grote baas. Ik weet dat [slachtoffer 1] een vrouw van hem was, [naam vrouw 2] was een vrouw van hem, ik dus en dan was er nog een Poolse vrouw. Daarnaast dienden alle mensen die vrouwen hadden werken, die met of naast hem werkten, geld af te dragen aan [medeverdachte 1]. Dat heeft hij altijd gezegd. [medeverdachte 1] handelde naast in mensen ook nog in wapens.
Opmerking verbalisanten: De man afgebeeld op foto 02 betreft [medeverdachte 1].
Foto 03.
De man afgebeeld op foto 03 is mij bekend als [alias medeverdachte 8]. Hij was een pooier, een mensenhandelaar. Hij was de pooier van 3 meisjes, 2 daarvan ken ik met voornaam, [naam] en [naam]. Voor [medeverdachte 1] reed [alias medeverdachte 8] rond op het Zandpad om voor [medeverdachte 1] werkende vrouwen in de gaten te houden.
Opmerking verbalisanten: De man afgebeeld op foto 03 betreft [medeverdachte 8].
Foto 31.
De man afgebeeld op foto 31 is mij bekend als [medeverdachte 7], de broer van [medeverdachte 1]. Hij is pooier. Hij had twee vrouwen, te weten [naam] en [naam meisje 6]. Hij was de pooier van deze twee vrouwen.
Opmerking verbalisanten: De man afgebeeld op foto 31 betreft [medeverdachte 7].
Foto 32.
De man afgebeeld op foto 32 is mij bekend als [alias medeverdachte 3]. Hij had een meisje voor zich werken met de naam [slachtoffer 3]. Hij beschermde mij op het Zandpad.
Opmerking verbalisanten: De man afgebeeld op foto 32 betreft [medeverdachte 3].
10.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 5] van 21 februari 2004, pagina 46A/21396 t/m 21401, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Sinds een maand of twee werk ik als boodschappenjongen voor een groep pooiers op de Wallen in Amsterdam. Het zijn allemaal Turkse mannen en ik ken alleen hun voornaam. Ze zijn genaamd [medeverdachte 1], [medeverdachte 7], [alias medeverdachte 2], [alias medeverdachte 3] (…). [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] zijn broer van elkaar. Ze komen allemaal uit Duitsland en kennen elkaar al heel lang. Die groep heeft meisjes voor zich werken. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] zijn de leiders van de groep. Ik weet dat ze ook met wapens bezig zijn. Ik heb bij [medeverdachte 1] een vuurwapen gezien, omdat [medeverdachte 1] mij daarmee heeft bedreigd. Hij liet mij dat wapen zien en zei dat ik voor hem moest blijven werken. [medeverdachte 1] regelt wapens, (…) en meisjes. Ik denk dat de groep minimaal 10 meisjes hier heeft werken. Dan hebben ze ook nog meisjes in Den Haag.
Ik zal vertellen wat ik moet doen van [medeverdachte 1]. Als een meisje problemen heeft met een klant krijg ik een telefoontje van [medeverdachte 1]. Ik moet van [medeverdachte 1] daar dan naar toe. Ik moet van [medeverdachte 1] dan de klant in elkaar slaan. Ik heb gezien dat [medeverdachte 1], [alias medeverdachte 2] en [alias medeverdachte 3] mensen in elkaar slaan als ze foto’s nemen van de meisjes. Ik weet dat [medeverdachte 1], [alias medeverdachte 2] en [alias medeverdachte 3] een paar weken geleden met een paar Marokkanen gevochten hebben. Iedereen in de buurt is bang van de groep. Ik weet dat pooiers van andere meisjes uit de buurt die niet van de groep zijn protectiegeld betalen aan [medeverdachte 1].
De vrouwen en wapens halen ze in Duitsland. Ik ben daar één keer bij geweest. Ik bedoel met wapens van die kleine wapens die je bij je kunt dragen.
De groep ragt hier de boel af. Iedereen bedreigen en de boel in elkaar slaan, mensen bang maken. Ik ben zeer bang voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] en die vrienden van hun. Als ze weten dat ik tegen hen aangifte wil doen, dan maken zij mij af. [alias medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben gezien dat ik naar het politiebureau werd gebracht. Ze zeiden allebei in de Turkse taal dat ik niets moest zeggen, anders was ik de lul.
Ik ben aangehouden omdat ik een hoertje bedreigd zou hebben. Ik ben wel naar dat meisje toegegaan. Dat gebeurde in opdracht van [medeverdachte 1]. Ik moest tegen haar zeggen dat zij al haar geld aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] moest geven. Ik moest haar gaan bedreigen. [medeverdachte 1] zei tegen mij dat als zij moeilijk ging doen ik dan maar wat klappen moest geven.
Ik heb 2 maanden lang elke avond gewerkt voor [medeverdachte 1]. Ik moest werken van hem. Ik kon geen avond vrij krijgen.
Ik ben ervan overtuigd dat alle door mij genoemde meisjes tegen hun wil werken voor [medeverdachte 1], [medeverdachte 7], [alias medeverdachte 3], (…) en [alias medeverdachte 2]. Ik weet van alle meisjes dat zij hun verdiende geld moeten afstaan.
11.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] van 8 januari 2007, pagina 49/36152 en 36153, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
“Ik [verbalisant 1], brigadier van politie, dienstdoende bij Wijkteam Beursstraat, verklaar het volgende:
Naar aanleiding van een openlijke geweldpleging welke is gepleegd op maandag 8 januari 2007 omstreeks 01:51 uur op de openbare weg de [adres] verklaar ik het volgende.
Het personeel van de afdeling cameratoezicht heeft hiervan tijdens hun dienst waarnemingen gedaan. Ik verbalisant heb de camerabeelden uitgekeken. Te zien op deze beelden is een zeer ernstige openlijke geweldpleging/ poging doodslag.
- maandag 8 januari 2007 te 01:51 uur:
Ik zag dat de verdachte [medeverdachte 9] een onbekend gebleven man vasthield aan de achterzijde van zijn lichaam. Ik zag dat [verdachte] voor het slachtoffer stond en tot twee maal direct achter elkaar met zijn linkerarm een felle krachtige slaande beweging maakt naar het hoofd van het slachtoffer. Ik zag dat het slachtoffer in een reflex kennelijk uit zelfbescherming [verdachte] raakte in zijn gezicht. Vervolgens zag ik dat [verdachte] met grote kracht zijn rechterhand naar achteren bracht een uithaalde naar de borst van het slachtoffer en hem raakte. Ik zag dat [medeverdachte 9] het slachtoffer naar achteren trok met de bedoeling hem op de grond te krijgen. Door deze combinatie van het trekken van [medeverdachte 9] en het slaan van [verdachte] kwam het slachtoffer ten val op de grond. Ik zag dat een omstander [verdachte] vastpakte bij zijn arm om hem kennelijk te doen stoppen met geweldplegingen. Echter [verdachte] trok zich hier niets van aan. Ik zag dat het slachtoffer nog steeds op de grond lag. Ik zag dat [verdachte] met zijn rechterbeen grote kracht schopte tegen de benen van het slachtoffer. Het slachtoffer kon niets doen en lag hulpeloos op de grond. Ik zag dat twee onbekend gebleven andere mannen, welke niet zijn aangehouden ook beiden een trappende beweging maakten naar het lichaam van het slachtoffer. Ik zag dat [medeverdachte 9] met zijn been intrapte op het slachtoffer dat op de grond lag. Ik zag dat [verdachte] bukte bij het slachtoffer en met zijn rechterhand insloeg op het lichaam van het slachtoffer. Ik zag dat een omstander [verdachte] wilde tegenhouden van zijn geweldplegingen. Ik zag dat [verdachte] dit niet duldde. Ik zag dat [verdachte] de omstander wegduwde en doorging met zijn geweld. Ik zag dat [medeverdachte 9] bukte en twee keer insloeg op het slachtoffer. Tegelijkertijd zag ik dat [verdachte] vervolgens tenminste twee keer met grote kracht als ware hij aan het voetballen, intrapte op het slachtoffer. Vervolgens zag ik dat [medeverdachte 9] vier keer intrapte op het slachtoffer in de richting van zijn hoofd en hem ook daarbij raakte.
Verdachte
Naam : [verdachte] (man)
Voornamen : [verdachte]
Geboren te : [geboorteplaats]
Geboren op : [geboortedatum]
Geboorteland : Turkije
(…)
Verdachte
Naam : [medeverdachte 9] (man)
Voornamen : [medeverdachte 9]
Geboren te : [geboorteplaats]
Geboren op : [geboortedatum]
Geboorteland : Bondsrepubliek Duitsland”
De kennisgeving van inbeslagneming van [verbalisant 2], inspecteur van politie, van 7 februari 2007, pagina 47A/4195 en 4196, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In beslag genomen onder [medeverdachte 5], [adres] te [plaats]:
Omschrijving goederen
- 12 patronen .32 S&W met vol loden punt
- een kluis met daarin een revolver Arminus model HW5, cal 32 S.u.W serienummer 115332 en 7 patronen .32 SeW 03.
13.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 1] van 22 april 2007 – voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte –, pagina 49/36250 en 36251:
V: Sinds wanneer bent u in Nederland werkzaam op de Wallen in Amsterdam?
A: Sinds ongeveer 18 maanden.
V: Hoe bent u daar terecht gekomen?
A: Ik kwam uit de gevangenis en ik ben naar huis gegaan. Na een ruzie thuis ben ik naar de Wallen naar de brug bij de Old Sailor gegaan. Ik heb toen kennis gemaakt met [alias verdachte]. Na drie dagen maakte ik kennis met [alias verdachte]. [alias verdachte] stond daar altijd. [alias verdachte] heet [verdachte].
Opmerking: wij toonden verdachte een foto uit het fotoboek genummerd 12 (de rechtbank begrijpt: foto 12 uit ordner 16).
A: Dat is de [alias verdachte] die ik bedoel. Na drie weken vroeg [alias verdachte] aan mij of ik ook bodyguard werk wilde doen.
V: Welke werkzaamheden deed u op de Wallen te Amsterdam?
A: Ik moest gewoon als er problemen waren hem eruit halen en naar buiten, dat ging dan om klanten die vervelend waren. Ik wist dat ik naar een vrouw moest omdat ik dan gebeld werd. [alias verdachte] heeft mijn telefoonnummer aan de meisjes gegeven. De meisjes gaven aan mij hun naam door en ik wist dan waar ik heen moest. Toen ik pas begonnen was, belden ze [alias verdachte] en ik ging dan met [alias verdachte] mee en [alias verdachte] zei mij dan wie het waren. Ik moest na het werk de vrouwen naar de taxi brengen.
V: Wat dachten de meisjes voor wie jullie werken?
A: Wij kregen geld van de meisjes, niet van de pooiers. Elke week gaven de meisjes geld aan [alias verdachte]. Per meisje gaven ze 50 euro aan [alias verdachte]. Maar het waren meisjes van pooiers. Het ging wel om 30 meisjes. Dat wist ik omdat ik hoorde: dat meisje is van die pooier, die is van die en die is van die. [alias verdachte] wees mij de meisjes aan en zei dit meisje is van die pooier en dat meisje van die. Hij noemde de namen. Hij zei: die is van dat groepje. Daar moet je afblijven, anders gaan ze je doodmaken, gaan ze je slopen.
[alias verdachte] vertelde mij toen ik pas met hem werkte en hij mij de meisjes liet zien een verhaal. [alias verdachte] vertelde tegen mij dat, in de tijd dat ik nog niet met hem werkte, een prostituee een neus had gebroken of zo. Dat had een klant gedaan. Ik weet niet welke prostituee dat was. [alias verdachte] vertelde tegen mij dat hij toen bij de pooiers had moeten komen. De pooiers hadden hem toen twee blauwe ogen geslagen, en ze hadden gezegd: jij had daar moeten zijn, en als ons meisje wat gebroken wordt, breken we jou ook. [alias verdachte] vertelde toen dat ik dingen niet bij de meisjes moest doen en wat wel en dat zij, de pooiers, dat anders bij mij zouden doen.
V: Noemde [alias verdachte] daarbij namen?
A: Ja altijd [medeverdachte 1] en [alias medeverdachte 2]. De grote jongens.
V: Heeft [alias verdachte] gezegd dat [medeverdachte 1] en [alias medeverdachte 2] hem hadden mishandeld?
A: Ja.
Vervallen
15.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 2] alias [alias medeverdachte 2] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 8 januari 2006 om 20.10 uur, pagina 48/35620A en 35620B:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 2]/[alias medeverdachte 2] = N.
N: (…) Wij gaan met jou zitten praten. Ik ga alleen maar aan jou 3, 4 personen geven. Wij gaan met jou een prijs afspreken. Jij moet dan alleen maar op die 4 personen oppassen. Daarna als jij op anderen let, zal ik je krijgen.
Z: Hoe?
N: Ik laat alleen maar 3, 4 personen aan jou zien. Jij moet dan alleen maar op hen letten.
Z: Abi, toen ik daar stond, gaf jij geld aan mij, zij gaven geen geld aan mij.
N: Ja, [medeverdachte 7] wil jou niet.
Z: Ik heb het tegen hem gezegd. Ik heb tegen [naam] gezegd. [naam] zei gisteren tegen mij: “als je wil kan ik wel met hen gaan praten”. Ik heb gezegd: “ik wil niemand. Ik sta vandaag hier voor mijn abi. Als mijn abi tegen mij zegt dat er hier 3, 4 personen zijn en of ik hier wil staan, doe ik dat voor hem. Ik doe geen werk meer voor [medeverdachte 7] abi. Toen ik hier weg ging, werd ik door een persoon geroepen die mij geld gaf omdat ik geen geld had en voor die persoon sta ik hier”.
N: Oke, [verdachte], ik bel je later.
Z: Moet ik nu gaan of niet?
N: Ga jij maar erheen en let op de meisje van [naam] en [naam].
Z: Ja.
16.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (wordt genoemd) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (zegt naam) van 1 oktober 2006 om 00.32 uur, pagina 48A/35986A-B:
[medeverdachte 3] = U en [verdachte] = Z.
U: Het meisje van [betrokkene 5] abi zou jou gisteren gebeld hebben.. . ze zou gezegd hebben van breng mij naar de taxi... heb je haar niet gebracht? Wat heb je gedaan?
Z: Ik heb haar niet gebracht abi!
U: Waarom? Hoezo?
Z: Heb haar niet gebracht! Ik zweer het je, je kunt het vragen. Bij [slachtoffer 1] waren er drie Engelsen, eentje heb ik naar buiten gewerkt.. die man zat te slaan.
(…)
Z: Ik heb het tegen de vrouw gezegd, er is stress.. zij zegt: “O heb je stress, oke geen probleem” en is zij gegaan. Wat moet ik doen? Ik kan mij niet in 30 stuks delen en ik ben ook geen inktvis... en tevens is het zo dat wat mij moe maakt is niet dinges, de klanten enzo... Die wegbrengen, deze wegbrengen, hierheen brengen, [getuige 2] naar [slachtoffer 3] brengen, [slachtoffer 1] naar de taxi brengen, [naam vrouw 2] wegbrengen, [naam meisje 7]/[naam meisje 7] naar de Bijenkorf brengen, [naam meisje 8] wegbrengen… dinges [alias slachtoffer 4] naar huis brengen.. . [alias slachtoffer 4] woont hier 3 á 4 straten verderop, stel dat er een probleem is bij [naam meisje 7]?... Begrijp je en later “[verdachte] was niet op tijd” het is niet op tijd komen maar ik breng iedereen naar huis...
17.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [alias verdachte] (stemherkenning) van 29 oktober 2006 om 20.28 uur, pagina 48A/35908A:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U.
Z: Hallo.
U: Ja.
Z: [alias medeverdachte 3] neem mij niet kwalijk dat ik je lastig val. . ik heb veel pijn in mijn voeten.
U: Wat is er aan de hand?
Z: Ik heb tot half negen gewacht broeder wat moet ik doen...
U: Heumm
Z: Tot half negen..
U: Nee toch! Op wie heb je als laatste gewacht?
Z: Op wie ik heb zitten wachten [naam], [naam meisje 7] en het meisje van [betrokkene 5] [naam meisje 8]. Ik ben pas om half negen gekomen en de zwellingen van mijn voeten zijn nog steeds niet afgenomen.
U: Wie is [naam meisje 8], meisje van [betrokkene 5]?
Z: Die van [betrokkene 5] toch, [naam meisje 8] [ntv]..
U: Ja.
Z: Ze zijn om half negen naar huis gegaan.. [betrokkene 2] was net wakker geworden, hij is ze komen halen. Ik heb nog niet geslapen. Ik lig als een blok.
U: Wat moeten we doen?
Z: Ik heb griep. Gisteren aan [betrokkene 2] het laten zien. Ik heb gezegd van [betrokkene 2] kijk zie je hoe mijn haren staan van de kou.. Je hoort mijn stem broeder heb ik gezegd. . ik heb niet eens 1 dag...[ntv].. Waarom laat je ze tot half negen hier mijn broeder heb ik gezegd.. Ja oke knijp je ogen een keer dicht zegt hij ([betrokkene 2]).. Hoe? Op welke wijze moet ik het volhouden heb ik gezegd?
U: Heummm.
Z: “[slachtoffer 1] wegbrengen, [naam vrouw 2] wegbrengen, [slachtoffer 3] wegbrengen, [naam meisje 3] wegbrengen, [naam meisje 8] wegbrengen.. mevrouw die van [bedrijf] naar de passage moet, die moet weggebracht worden.. Hoe moet ik dat redden broeder.. dan heb je toch geen voeten meer over, zelfs een beer zou er kapot aan gaan man.. Genade alsjeblieft!”.
U: Is goed, ik zal praten.
18.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [medeverdachte 1] (stemherkenning) van 29 oktober 2006 om 20.34 uur, pagina 48A/35909A:
[medeverdachte 1] = S en [medeverdachte 3] = U
U: Wat ik wilde zeggen is dat [alias verdachte] gebeld heeft.
S: Ja,
U: Zijn stem klonk heel slecht, hij is ook ziek.
S: Ja.
Hij zei van broeder ik heb kou gevat.. Hij zei tegen mij laat mij vandaag blijven, niet gaan.
S: Wat zei hij, blijven, niet naar het werk gaan zei hij?
U: Ja. Ik heb gezegd van dat ik het niet zou weten maar dat hij om 12 uur, 1 uur kan gaan beginnen.
S: Ja natuurlijk dat kan.
19.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) van 30 oktober 2006 om 23.38 uur, pagina 48A/35913 en 35914:
[medeverdachte 3] = U en [medeverdachte 1] = S.
U: Wat ik wilde vragen, de bodyguards werken die door de week van 7 tot 4 uur in de ochtend?
S: Zij hebben geen normale tijden.. niet meer..
U: Is het zo?
S: Wanneer de meisjes gaan dan gaat hij ook, je moet dat laten voor wat het is...
U: Ja.
(…)
U: [alias verdachte]... euhmn hij zei dat zij wel tot 6 uur in de ochtend blijven, tot 7 uur blijven ze ook wel door de week. Ik heb gezegd van het kan niet [alias verdachte].. Hij zweerde dat het zo was.. ik zei nog tegen hem van verwissel niet de weekeinden. . . Hij zei toen nee en zei van zeg het tegen REIS. .of hij op de hoogte is..
S: Nee ik ben niet op de hoogte.. dat ze doordeweeks zo lang blijven..
U: Hij zegt in de weekeinden ben ik tot 8 uur in de ochtend hier, in het weekeinde maakt het niet uit of ik hier om half negen hier ben.. hij vraagt of het door de week ook zo is.
S: Haa..
U: Ik heb [alias verdachte] gevraagd of hij niet in de war is... of hij de waarheid zegt. Hij heeft gezworen.
S: Welk meisje blijft daar?
U: Ik weet het niet abi, ik zal dat te weten komen en jou terugbellen..
S: Vraag het aan hem en we betalen hem ook dienovereenkomstig meer geld.. het is niet als vroeger..
U: Ik heb gezegd van ik weet het niet, Reis heeft het zo gezegd toen hij in Turkije was, normaal is het door de week van 7 tot 4 en in de weekeinde. .8 uur half negen moet je daar zijn heb ik gezegd..
S: ... we betalen dienovereenkomstig ook meer geld..
U: Hoe moet ik het zeggen.. wat moet ik nu zeggen abi..
S: We betalen dienovereenkomstig ook meer geld maar je moet wel even te weten komen welk meisje daar blijft, we zijn daar nieuwsgierig naar.
U: Zal ik zeggen mijn broer vraagt welke meisjes. zeg het maar.
S: Hij moet blijven., het is zoals altijd, hij moet gaan als het laatste meisje vertrokken is.
20.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 30 oktober 2006 om 23.41 uur, pagina 48A/36102A en 36102B:
U: Welke meisjes werken door de week zo lang?
Z: Ten eerste het meisje van [betrokkene 2] gegarandeerd.. 6 uur, 7 uur.. helemaal geen probleem, ik zit als een ezel te wachten.. Ze zitten mij aan te staren en zitten te lachen.. Daarna [slachtoffer 1] ook hetzelfde.. en ‘yenge’ (yenge = tante wordt de partner/echtgenote van een mannelijk familielid, vriend genoemd) gaat ook om 4 uur naar huis.. zij zegt van niemand is meer in de straat.. Kijk het is niet zo dat ik aan het klagen ben broeder. Ik ben alleen. Ik heb tot half negen in de ochtend hier zitten wachten. Geloof mij.
U: Hoe kan [slachtoffer 1] werken, dat kan niet dat [slachtoffer 1] werkt, misschien is het een keer voorgekomen.
Z: Ze heeft nu een andere kamer genomen. Ze werkte beneden, ze is nu naar nummer 50 gekomen, hier kan ze van 7 uur tot 7 uur werken.. Tot 7 uur in de ochtend. Ik.. geloof mij ik kan het niet meer aan ik ben 37 jaar oud.. als ik iemand bij mij zou hebben dat een van ons gaat en de andere blijft en dat we om de dag kunnen wisselen.. dat is ook niet zo. We hebben niemand aangenomen. Niemand zegt iets. Ik.. Ik zeg dit niet omdat ik ziek ben maar normaal door de weeks.. vrijdag en zaterdag zal ik tot 8 uur in de ochtend wachten en ik heb ook gewacht en ik heb altijd mijn woord gehouden..
U: Ik begrijp het.
Z: Maar zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag..
U: Nou oke.. wacht even we gaan het zo doen.. Reis (baas).. wist niet dat zoiets het geval was..
(…) Ik zal dan tegen Reis zeggen..euh..(…) Ik zal naar Reis een telefoonnummer sturen. Hij zal jou bellen en je zult dan met Reis spreken, is dat Oke. Is dat goed?
Z: Akkoord (…) Jij kunt praten met hem het is niet nodig dat ik het vertel..
U: Als ik praat dan gaat het niet.. Jij moet vertellen en zeggen van abi er komen voorvallen voor van zo en zo …”Abi ik wil alles voor jou doen maar als bepaalde dingen zo gebeuren..voor jou wil ik alles wel doen maar jij hebt in het begin tegen mij gezegd van zo en zo zal het gebeuren en later is alles langer gaan duren” moet je zeggen.. Ik blijf alleen over en ik zeg dan ook niets.. begrijp je moet je zeggen.. je moet het zo vertellen..
Z: We hebben in jouw woning gepraat, er waren 8 vrouwen, kun jij je herinneren?
U: Ja.
Z: Dat zal ik ook vertellen, er waren 8 vrouwen, we werkten met twee personen samen met [betrokkene 6], wij kregen met ons beiden 1000 lira. Ik krijg 500 lira en doe het werk van [betrokkene 6] en breng de meisjes ook weg.. ik doe het alleen.
U: Jij moet zeggen van ik vraag niet om geld..(…) mijn lichaam kan het niet aan. Ik breng de meisjes heen en weer en na een bepaald tijdstip verdraagt mijn lichaam het niet. Geloof mij abi moet je zeggen.
Z: Dank je wel voor je advies.
21.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 8 september 2006 om 01:36 uur, pagina 40/18403A:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U
Z: Zeg het maar?
U: Kijk eens, wat ik tegen jou wil zeggen, je moet even naar mijn meisje toegaan en onopvallend kijken of er iemand in de kamer is.
Z: Is goed mijn beste broeder.
21A.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 8 september 2006 om 01:40 uur, pagina 40/18404:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U.
U: Hallo?
Z: Zij is bezet.. bezet.
U: Oke maar kijk even.. ehh het is al 3 a 5 minuten dat ze binnen zijn.. hoeveel minuten later men naar buiten gaat en wat voor persoon naar buiten komt qua type.
Z: Is goed mijn beste broeder. Ik zal meteen kijken.
22.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 14 september 2006 om 00.49 uur, pagina 40/18407A:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U.
Z: zeg het maar broeder.
U: Wat ben je aan het doen?
Z: Goed dank Allah. Ik ben bij de brug.
U: Goed. Is mijn meisje bezet?
Z: Wacht, ik zal even kijken. Vermoedelijk, ja.
U: Kijk even wie daar naar buiten komt.
Z: Is goed broeder.
23.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 14 september 2006 om 00.57 uur, pagina 40/18408A:
[verdachte]: Hij is naar buiten gekomen, de man weet ook niet waarom ik zit te wachten.
[medeverdachte 3]: Goed.
[verdachte]: Het is een Amerikaan.
[medeverdachte 3]: Is het zo. Is goed.
24.
Een tapgesprek tussen [getuige 4] (de rechtbank begrijpt: [getuige 4]) en NN-vrouw op 11 februari 2006 om 19.27 uur, pagina 46E/22706:
A: Ik kan je nummer gewoon beter wissen (…)
(…)
Ja, want anders ik krijg alleen maar problemen (…) als je komt ik kan wel gewoon zo’n beetje door het raam maar ik kan echt niet meer bij je naar binnen want [alias verdachte] die vertelt ook alles (…)
NN: [alias verdachte] ik help hem nog weet je want hij kwam bij mijn deur want hij had een paar mensen in elkaar geslagen en ik liet hem binnen en dan zat hij op de wc te wachten tot hij weer weg kan, dan hielp ik hem en daarna gaat hij gewoon jouw vriend lopen bellen.
A: Ja maar dat zijn ze verplicht want anders wordt [alias verdachte] in elkaar geslagen.
(…)
Ik kan je nummer echt niet houden, ze ziet nou zelf dat hij overal achter komt (…) Maar ja, gelukkig heeft hij een vrouwenstem gehoord, dat jij het bent (…)
NN: Ja anders had je nog meer klappen gehad.
25.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 23 september 2006 om 02:06 uur, pagina 49/36127A-B:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 1] = S.
Z: Ik heb van twee vrouwen de dinges genomen, het geld en ik moet nog van twee nog ontvangen…heb je nog andere wensen abi?
S: Nee, je moet de lijst die [slachtoffer 1] aan jou heeft gegeven ophalen, hetgeen ik gezegd heb.
Z: Ze heeft mij geen lijst gegeven.. Begrijp me niet verkeerd ik ga naar de vrouwen toe en zij zeggen dan van moeten we het vandaag betalen, we hebben geen geld.. de zaken gaan niet goed.. Dit zeggen ze allemaal.
(…)
S: Maakt niet uit van [naam], je moet het van zijn meisje nemen. Luister, van het meisje van [betrokkene 2], [naam], van het meisje van [medeverdachte 6], die meisje in de passage [alias slachtoffer 4] of zoiets... Wie heb je verder daar [naam meisje 3] is vandaag niet aanwezig, die [naam meisje 4] is er niet.
Z: [naam meisje 3] is vandaag hier.
S: Is [naam meisje 3] aanwezig? Dan ook van haar vragen.. Van [naam meisje 3] moet je 130 nemen, is dat goed.
Z: Is goed.
26.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 6 oktober 2006 om 22:48 uur, pagina 49/36130:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U.
Z: (…) Ik wilde zeggen.. ik ga straks bij de dames het geld inzamelen.
U: Ja..
Z: Kan ik mijn eigen geld pakken?
U: Ga maar eerst inzamelen.. Daarna bekijken we het wel.
Z: Zeg alsjeblieft niet ‘we bekijken het’.. Ik heb mijn vrouw beloofd.
U: ja oke man. Zamel het eerst maar in. Ik zeg enkel ‘daarna’ mijn beste.
Z: Oke ik zal straks beginnen met inzamelen. Oke broeder?
27.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 13 november 2006 om 19:24 uur, pagina 24/10813:
[medeverdachte 3] = U en [verdachte] = Z.
U: Er is nu een bodyguard gekomen. Naar de straat zal een bodyguard komen, ben jij in de straat?
Z: Ik ben in de straat.
U: Goed.. Hij zal samen met [slachtoffer 1] komen, dat je het weet je moet bij de jongen blijven.
Z: De jongen niet alleen laten, hij moet bij mij blijven.
(…)
Z: Hoe heet de jongen?
U: .. moet je met iedereen laten kennismaken.. Hoe heette hij [naam]?.. [naam].
Vanuit de achtergrond bij [medeverdachte 3] hoor je een derde persoon mompelen
Z: Is hij een Duitser?
U: Dinges.. Nee hoor een Turk, geen Duitser.. [naam], [naam].
Z: Oke is goed. Laat hem mij bellen als hij gekomen is.
U: Niet jou bellen, je moet weten dat hij met [slachtoffer 1] zal komen.
Z: Oke goed.
28.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 15 november 2006 om 01.59 uur, pagina 24/10814:
[medeverdachte 3] = U en [verdachte] = Z.
U: heb jij gisteren niet aan de jongen de meisjes niet laten zien.
Z: Ik heb ze allemaal laten zien.. Alleen [naam meisje 3] en [naam meisje 7]/[naam meisje 7] (fonetisch) waren er niet en die twee heb ik vandaag laten zien. Ik heb ze allemaal laten zien en daarna heb ik op een papier geschreven die en die zijn daar.
U: Waarom doe jij zo [alias verdachte], een keer kom je naar je werk en dan weer niet?
(…)
U: Reis zegt, vrijdag is zijn laatste dag.
Z: Is geen probleem..
[medeverdachte 3] vraagt waarom [verdachte] zoiets gedaan heeft. [verdachte] vertelt dat hij sinds 3 maanden aan een stuk door heeft gewerkt zonder een dag vrij te krijgen. Hij was ziek en toen heeft hij vrij gekregen een dag.
Z: Ik heb aan de vriend alle meisjes getoond.. hij weet hun allen.
U: Tot vrijdag hem leren en wat je nadien gaat doen moet je zelf weten.. uitrusten of in bed blijven liggen.. Wat ik ook tegen Reis zeg... hij heeft mij nu drie vier keer gebeld en mij gevraagd of ik het heb gezegd... ik kan niets meer zeggen.. Jij moet maar een maandje gaan uitrusten.
Z: is goed.
29.
Het proces-verbaal van bevindingen van 20 november 2006, pagina 49/36150, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op zaterdag 18 november 2006 te 01.30 uur stelde ik, [verbalisant 3], inspecteur van politie, dienstdoende bij Wijkteam Beursstraat, een onderzoek in. Naar aanleiding hiervan verklaar ik het volgende.
Op genoemde datum en rond genoemd tijdstip kwam ik op de [adres], ter hoogte van perceel [nummer], de ambtshalve mij bekende [verdachte] tegen. [verdachte] verklaarde dat de man die bij hem liep hem ging opvolgen als bodyguard op de Wallen. De man die bij hem liep overhandigde mij een Duits identiteitsbewijs voorzien van het nummer [nummer], welke te naam was gesteld van [medeverdachte 9].
Betrokken
Naam : [verdachte] (man)
Voornamen : [verdachte]
Geboren te : [geboorteplaats]
Geboren op : [geboortedatum]
Geboorteland : Turkije
(…)
Betrokken
Naam : [medeverdachte 9] (man)
Voornamen : [medeverdachte 9]
Geboren te : [geboorteplaats]
Geboren op : [geboortedatum]
Geboorteland : Bondsrepubliek Duitsland”
Vervallen
Vervallen
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 22 oktober 2006 om 4.27 uur, pagina 42B/19329:
[medeverdachte 3]=U en [verdachte]=Z.
U: Luister vandaag werkt het meisje van ons [alias medeverdachte 8] daar.
Z: Ja [naam] (fon).
U: Die kamers van haar huurt/verhuurd.
Z: Dat heb ik geregeld.. zij stond veel aan de deur en die andere vrouwen zeggen van omdat die vrouw aan de deur staat kunnen de anderen niet eens met ons praten.. ik heb gezegd van kan mij niets schelen.
U: Wat heb je geregeld?
Z: De kamer, de kamer.
33.
Een tapgesprek tussen [verdachte] alias [alias verdachte] (naam genoemd) en [betrokkene 5] (stemherkenning) van 16 november 2006, 19.42 uur, pagina 45/20628A:
[verdachte]=Z en [betrokkene 5]=K
K: Euhmm [alias verdachte], ik wilde die dinges vragen.. ‘ je had gisteren tegen mij gezegd, dat er een raam’ vrij was.. Het is echt vrij.. Er werkt daar een [niet te verstaan] meisje, zou je voor die raam kunnen vragen of mijn meisje morgen daar kan werken?
Z: Voor wanneer abi?
K: voor morgen.
Z: oke is goed, ik bel nu.
K: Ha.. als je alsjeblieft mij op de hoogte kunt brengen graag, stuur een sms of laat een keer overgaan dan bel ik jou direkt terug. Is dat goed.
Z: Ik bel direkt.
K: Oke is goed dan mijn beste. Bedankt.
Z: Graag gedaan.
34.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris van het verhoor van [slachtoffer 1] van 9 oktober 2009, pagina 6, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Het klopt dat ik een huis huurde voor de bodyguards. [medeverdachte 9] en [alias verdachte] hebben daar samen gewoond. Ik weet niet of [alias verdachte] daar daadwerkelijk heeft overnacht. Ik ben daar niet vaak geweest. [alias verdachte] was een vaste bodyguard. Ik heb mijn plicht gedaan door hun woonruimte te verschaffen.
35.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 1] van 3 maart 2007 – voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte –, pagina 48A/36054 t/m 36057:
V: Hoeveel is het bodyguard geld?
A: 100 euro, dat is een vaste prijs. Dit is wat de meisjes per week moeten betalen.
V: Moet jij dat geld elke week ontvangen?
A: Ik kijk of iedereen heeft betaald, anders is het niet eerlijk.
V: Komt dat geld bij jou?
A: Soms bij andere meisjes. Ik doe het graag. Ik ontferm me daar over, want die jongens moeten toch ook betaald worden.
V: Voor wie doe je het?
A: Voor de jongens. Zij zijn er ook als ik ze nodig ben.
V: Hoeveel meisjes betalen bodyguardgeld?
A: De laatste tijd ongeveer vier vijf meisjes inclusief mezelf. Het verschilt heel erg, meisjes komen en meisjes gaan.
(…)
V: Wat doet [alias verdachte]?
A: [alias verdachte] werkt als bodygard voor de meisjes. [alias verdachte] werkt voor ons ja. Voor de meiden.
V: Wat is de bemoeienis van [medeverdachte 1] hierin?
A: [medeverdachte 1] wil dat [alias verdachte] het geld krijgt, hij zorgt ervoor dat [alias verdachte] ook betaald krijgt, die hoeft het niet voor niets te doen.
V: Zijn er nog meer meisjes die [alias verdachte] betalen voor zijn bodyguard werkzaamheden?
A: De meisjes die bij mij in de buurt wonen, [slachtoffer 3], [naam meisje 5]. [alias verdachte] is een bekende op de wallen, iedereen kent hem. Ik weet niet op welke meisjes hij nog meer let. Hij behandelt iedereen met respect. [alias verdachte] is wel de man die altijd in de [bedrijf] was.
V: Wie nam het van [alias verdachte] over als hij vrij was?
A: Ik denk dat ik niet een dag weet dat [alias verdachte] vrij was.
V: Wat krijgt [alias verdachte] betaald per week?
A: 500 euro.
V: Wat gebeurt er met de rest van het geld?
A: Voor de rest van het geld huur ik een huis voor de bodyguards.
36.
Een tapgesprek tussen [verdachte] (stemherkenning) en [betrokkene 5] (stemherkenning) van 16 november 2006 om 22.18 uur, pagina 46/20630A:
Z: Oke Abi …ik zal voor een kamer kijken voor jou, moet het bij de kanaal of er tussen in?
(…)
K: het moet een kamer zijn waar zij in het weekeinden tot 6 uur kan werken zonder dat ze hoeft te verhuizen, bij die kanaal (…) bij die sexshop, daar tegenover.
Z: Zodra ik het geregeld heb zal ik jou bellen.
37.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris van het verhoor van de getuige [getuige 16] van 6 oktober 2009, pagina 4, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
De naam [verdachte] zegt mij wel iets. Ik ben informatiespecialist. Ik ben verantwoordelijk voor het verzamelen en veredelen van informatie. Ik maak de informatie geschikt voor doorleiding naar de andere diensten. Ik doe dit betreffende mijn wijkgebied. Mijn wijkgebied is het hele wallengebied (de rechtbank begrijpt: in Amsterdam). U vraagt mij of [verdachte] wel eens tegen mij gezegd heeft dat hij bodyguard was. Dat woord heeft hij wel eens in de mond genomen. Ik heb [verdachte] wel eens mee zien lopen met meisjes. Ze werden dan bij hun werkplaats opgehaald en naar de taxi gebracht of naar de illegale taxi, snorders.
Als u mij vraagt of [verdachte] mij gezegd heeft of hij daarvoor geld ontving, dan zeg ik: “Ja”. Hij zei dat hij € 50,00 op een avond ontving. Hij zei dat hij dit van [medeverdachte 7], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] of één van de andere jongens ontving. Als u mij vraagt of hij geld van de meisjes ontving van of van de jongens, dan zeg ik u van de jongens. Dat is wat hij mij vertelde. Ik ben er nooit bij geweest dat hij geld ontving.
Vervallen
39.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3]/[alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte]/[alias verdachte] (stemherkenning) op 22 september 2006 om 06.22 uur, pagina 46K/25173A:
Z = [verdachte] en U = [medeverdachte 3]
Z: (…) dinges, [naam meisje 7] (fon) en het meisje van [naam] …
U: Heumm.
Z: Zij zijn nog niet vertrokken. Ze komen hun kamer niet uit en [naam meisje 7] heeft haar telefoon uitgezet.
U: Ja.
Z: ik zit al een half uur te wachten en ze moeten nog steeds vertrekken.
U: Gottegot. Ik weet het ook niet broeder.
40.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] (stemherkenning) en [medeverdachte 1] (stemherkenning) op 22 september 2006 om 17.15 uur, pagina 46K/25176B:
U = [medeverdachte 3] en S = [medeverdachte 1]
U: Dinges … Wat ik tegen jou wil zeggen abi, ik ben vanochtend om 6:22 gebeld.
S: Door wie?
U: Door [alias verdachte].
(…)
U: Hij zei tegen mij van het meisje van [naam] en het meisje van [naam] zijn beiden een kamer binnengegaan en komen niet naar buiten, wat zit daar mee, ze zitten al een uur binnen. Allah Allah … ik heb gezegd van hoe moet ik weten wat dit is.
41.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] en [verbalisant 5] van 2 mei 2006, pagina 46E/22542 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisanten:
Op dinsdag 2 mei 2006 hadden wij, verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4], een gesprek met:
[getuige 4]
geboren op 20 augustus 1982 te Amsterdam.
[getuige 4] verklaart dat [naam vrouw 3] (de rechtbank begrijpt: [naam vrouw 3]) een vriendin was en werkte voor [alias medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2]). [naam vrouw 3] heeft pasgeleden een maagbloeding opgelopen door een van de mishandelingen door [alias medeverdachte 2]. Vlak hierna moest [naam vrouw 3] alweer aan het werk in de prostitutie.
42.
Het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 12] van 25 mei 2004, pagina 1/118 t/m 120, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik heb van augustus 2003 tot april 2004 als prostituee in Amsterdam gewerkt. Ik werkte daar naast twee meisjes die voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] werken. Deze meisjes ken ik als [naam meisje 6], ik noem haar [alias naam meisje 6], en [slachtoffer 1] (noot verbalisanten: hiermee worden bedoeld [naam meisje 6] en [slachtoffer 1]).
[alias naam meisje 6]/[naam meisje 6] is de vriendin van [medeverdachte 7]. Zij wordt gedwongen tot prostitutie door [medeverdachte 7]. [medeverdachte 7] gebruikt veel geweld tegen haar. Ik heb regelmatig blauwe plekken op haar lichaam gezien. Ik heb ook vaak gehoord dat [medeverdachte 7] bij [alias naam meisje 6] in de kamer was. Ik hoorde dan ruzie, gegil van [alias naam meisje 6] en dat er kennelijk geweld tegen haar werd gebruikt. [alias naam meisje 6] vertelde mij ook dat [medeverdachte 7] haar sloeg. Ze vertelde mij dat ze klappen van hem kreeg als ze niet genoeg verdiende. Ze kreeg veel klappen. Ze ging niet bij hem weg. Dat wilde ze wel, maar ze vertelde tegen me dat ze bang was dat hij naar haar familie zou gaan. Die weten niet dat ze in de prostitutie werkt. Zij moet al haar verdiende geld afgeven aan [medeverdachte 7].
[slachtoffer 1] is de vriendin van [medeverdachte 1]. Zij krijgt veel klappen van [medeverdachte 1]. Ze heeft heel vaak blauwe plekken. Dat heb ik vaak gezien. Ik heb haar zien werken met twee blauwe ogen. Ze vertelde me toen dat ze door [medeverdachte 1] in elkaar was geslagen omdat ze had aangepapt met een neger-pooier. [slachtoffer 1] is doodsbang voor [medeverdachte 1]. [slachtoffer 1] werkt elke week 4 dagen en gaat elke week naar Turkije om het geld aan [medeverdachte 1] te brengen.
Over [medeverdachte 7], [medeverdachte 1] en [alias medeverdachte 2] ([medeverdachte 2]) kan ik het volgende vertellen.
(…)
De loopjongens die voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werken halen geen geld op voor ze. [medeverdachte 7], [medeverdachte 1] en [alias medeverdachte 2] ontvangen hun geld rechtstreeks uit handen van de meisjes. De loopjongens moeten boodschappen voor de meisjes doen en moeten klanten eruit werken als dat nodig is. De loopjongens krijgen 150 euro per week per te beschermen meisje.
Voor [alias medeverdachte 2] werkt in ieder geval een meisje genaamd [alias slachtoffer 2]. [medeverdachte 1] heeft naast [slachtoffer 1] ook [naam vrouw 2] voor zich werken en [medeverdachte 7] heeft naast [alias naam meisje 6] ook [naam] voor zich werken.
43.
Het proces-verbaal van bevindingen van 12 augustus 2006, pagina 2/528 t/m 532, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisanten:
Op 12 augustus 2006 verscheen aan het bureau van politie de ons bekende [getuige 15] (geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]) en verklaarde het volgende.
[alias medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en [alias medeverdachte 2] zouden zich regelmatig ophouden in Alkmaar en verblijven regelmatig in Vinkenveen. Eveneens zouden hier veel dames verblijven, alsmede andere pooiers. Wij, verbalisanten, weten dat indien [getuige 15] verklaart over [alias medeverdachte 3] dat hiermee bedoeld wordt [medeverdachte 3], met [medeverdachte 1] bedoeld wordt [medeverdachte 1] en met [alias medeverdachte 2] bedoeld wordt [medeverdachte 2].
[getuige 15] verklaarde dat [slachtoffer 3], een meisje dat in een politie-uniform werkt, van [alias medeverdachte 3] is. [alias medeverdachte 2] heeft [naam] en een Marokkaans meisje voor zich werken. [naam vrouw 2], [slachtoffer 1] en [naam meisje 4] zouden voor [medeverdachte 1] moeten werken. [medeverdachte 7] heeft ook meisjes voor zich werken.
Vervallen
45.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 13] van 9 december 2006, pagina 17/8345 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
[getuige 14] en ik werkten in de prostitutie in Alkmaar. Vrienden van ons [medeverdachte 1] ( de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) en [betrokkene 3] vertelden ons dat we beter naar Amsterdam konden gaan. Vanaf het moment dat we daar werkten moesten we aan hen geld afdragen. [medeverdachte 1] regelde mijn geldzaken en [betrokkene 3] die van [getuige 14]. We betaalden 500 á 600 euro per dag. Ook moesten we de kamerhuur van 130 euro betalen. Ik kreeg 50 euro voor mezelf van [medeverdachte 1]. In november werd ik door [medeverdachte 1] mishandeld. Hij vroeg me de oorbellen uit te doen en sloeg me toen in gezicht, ik klapte tegen de muur. [getuige 14] en [betrokkene 3] waren er bij. Daarna sloeg hij nog een keer, ik klapte weer tegen de muur. Het deed pijn en ik werd draaierig en misselijk. Hij dacht dat ik zonder condoom had gewerkt. [betrokkene 3] was er ook bij. Hij zat op een stoel. [medeverdachte 1] zei “Mocht ik nog zoiets horen dan maak ik je af”. Hij was buiten zichzelf en agressief. Ik ben bang van [medeverdachte 1] ik heb een vuurwapen bij hem gezien in de Porsche. [medeverdachte 1] heeft ook altijd een dolk bij zich en een tasje met geld.
46.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 14] van 9 december 2006, pagina 17/8355 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik ben met mijn vriendin [getuige 13] in Alkmaar in de prostitutie gaan werken. In de zomer van 2006 ontmoetten we daar [betrokkene 3]. Hij was een klant. Als hij kwam was dat altijd met een grote groep. De baas was [medeverdachte 1].
Een aantal weken geleden werden we door [medeverdachte 1] en [betrokkene 3] opgehaald. We gingen naar het [hotel] in Den Haag. [medeverdachte 1] zei tegen [getuige 13] dat ze haar oorbellen moest uitdoen. Ik zag dat [medeverdachte 1] [getuige 13] plotseling opzettelijk en met kracht heel hard met zijn vlakke hand in het gezicht sloeg. Deze klap was zo hard dat ze met haar hoofd tegen de muur terechtkwam. Ik zag dat [getuige 13] direct begon te huilen en in een soort shock terechtkwam. Hierna zag ik dat [medeverdachte 1] [getuige 13] nogmaals opzettelijk en met kracht in haar gezicht sloeg met zijn vlakke hand. Ik schrok hier heel erg van. Ik zag dat [getuige 13] naar aanleiding van deze mishandeling een blauwe plek aan de zijkant van haar hoofd kreeg. Ook zag ik dat een gedeelte van het wit van haar oog rood was geworden. De volgende dag was de handafdruk van [medeverdachte 1] nog steeds te zien in het gezicht van [getuige 13].
47.
Het proces-verbaal van verhoor van aangifte van [getuige 3] van 15 oktober 2007, pagina 46O/26128, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Ik heb gezien dat [medeverdachte 1] een vuurwapen opborg in een kast bij mij op de slaapkamer. Dat was toen mijn dochter al geboren was. Dat was medio november 2004. Ik heb wel eens gezien dat [medeverdachte 1], [alias medeverdachte 3] of [medeverdachte 7] een vuurwapen verstopten in het gat in de badkamer. Het gat in het plafond van de badkamer van mijn werkkamer op het Zandpad.
48.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 8 september 2006 om 20.00 uur, pagina 48A/36106A:
[verdachte]: Hallo?
[medeverdachte 3]: Jaa.
[verdachte]: Ja.
[medeverdachte 3]: Je hoeft niet naar die meisje te kijken, is dat akkoord?
[verdachte]: Is goed, ik weet het. Ik wist dat het zo zou worden.
[medeverdachte 3]: Je moet alleen naar het meisje van [medeverdachte 6] (fonetisch) kijken en niet naar zijn vroegere meisje.
[verdachte]: Kijken we dan niet om naar [alias slachtoffer 4]?
[medeverdachte 3]: Wel naar [alias slachtoffer 4] kijken en niet naar [slachtoffer 4] kijken.
[verdachte]: Wel naar [alias slachtoffer 4] omkijken en niet naar [slachtoffer 4], is akkoord.
[medeverdachte 3]: Heb je het begrepen?
[verdachte]: Ik heb het begrepen.
[medeverdachte 3]: Die werkt niet meer voor ons die is van Hells Angels.. begrijp je die vroegere meisje van hem, die is niet van ons.
[verdachte]: [alias slachtoffer 4].. Is dat die kleine. (kleine lengte).
[medeverdachte 3]: Zij had toch jou laatst gebeld en gezegd van ik kan niet komen werken.
[verdachte]: Moet ik niet naar haar omkijken.
[medeverdachte 3]: Om die moet je je bekommeren en niet om die andere.
[verdachte]: Goed. Als die jongen hier is dan zal ik jou bellen en hij zegt mijn meisje is hier ook en betrekt [betrokkene 2] erin dit en dat.
[medeverdachte 3]: Oke je moet je erom bekommeren, klopt.
[verdachte]: Naar wie moet ik dan omkijken, hij heeft nu twee meisjes.
[medeverdachte 3]: Hij geen twee meisjes, hij heeft een (1) meisje.
[verdachte]: die beneden.. als hij bij mij is zal ik bellen.
[medeverdachte 3]: Is goed.
49.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 23 december 2006 om 01:44:18 uur, pagina 23/10608:
S: Luister naar mij. [betrokkene 1] mag niet naar [slachtoffer 1] en [slachtoffer 1] mag niet naar [betrokkene 1]
toe gaan.
[verdachte] zegt dat hij het gezegd heeft.
S: Wat ik tegen jou zeg is dat er geen bezoek mag komen voor onze meisjes. Voor [slachtoffer 1] is het verboden. Absoluut verboden. Ik zeg het tegen jou dat jij het weet en [medeverdachte 9] is ook op de hoogte. Ik heb zonet [slachtoffer 1] gebeld en ik heb haar huid vol gescholden. Als zij naar huis komt zal ik haar [onverstaanbaar] doen.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 22‑11‑2013
Uit de rest van het gesprek is af te leiden dat ‘[getuige 10]’ is: [getuige 10], destijds de vrouw van de vader van [slachtoffer 1], die vader komt vervolgens aan de lijn en wordt door ‘[getuige 10]’ aangekondigd : maar je vader moest je nog hebben.