RO 2010/46
Jaarrekeningenrecht. Rechtspleging. Heeft de OK terecht geoordeeld dat Conew B.V. haar vordering op een gefailleerde debiteur niet hoeft af te waarderen tot nihil nu, na de vaststelling van de jaarrekening, gebleken is dat deze vordering op een bestuurder van de failliete debiteur kan worden verhaald? (Thijsius Holding B.V. / Conew B.V.)
HR 16-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5416 (Thijsius/Conew)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 april 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/04242
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BL5416
- Roepnaam
Thijsius/Conew
- JCDI
JCDI:ADS874525:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL5416, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL5416, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑09‑2008
- Wetingang
Essentie
Jaarrekeningenrecht. Rechtspleging.
Heeft de OK terecht geoordeeld dat Conew B.V. haar vordering op een gefailleerde debiteur niet hoeft af te waarderen tot nihil nu, na de vaststelling van de jaarrekening, gebleken is dat deze vordering op een bestuurder van de failliete debiteur kan worden verhaald?
Samenvatting
Thijsius Holding B.V. (hierna: Thijsius) heeft in juni 2001 7,35% van de gewone aandelen en één prioriteitsaandeel in Conew B.V. (hierna: Conew) gekocht. De definitieve koopprijs zou worden vastgesteld op basis van de intrinsieke waarde van de aandelen. In verband met de vaststelling van de koopprijs heeft Thijsius in rechte gevorderd dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.