JWB 2009/55
Bewijslastverdeling
HR 20-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG8795
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 februari 2009
- Zaaknummer
C07/194HR
- LJN
BG8795
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG8795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG8795, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑02‑2009
- Wetingang
Art. 150 Rv
Essentie
Bewijslastverdeling
Samenvatting
Casus
Mevrouw X houdt zich bezig met de makelaardij in verzekeringen. Van Vezeno (later: Avéro, nu:Achmea) heeft haar een volmacht verleend. Deze volmacht is ingetrokken door Avéro wegens betrokkenheid bij frauduleus handelen. Mevrouw X heeft vervolgens Avéro gedagvaard. Avéro heeft in reconventie een verklaring voor recht gevorderd dat Mevrouw X jegens Avéro geen aanspraak kan maken op een exorbitant hoge commissie. Mevrouw X stelt dat 10% is overeengekomen. Het door de rechtbank gelaste deskundigenonderzoek meldt dat een gebruikelijke commissie 2,5% is. De rechtbank vond het verschil zo groot dat Mevrouw X naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.