Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/10.2.3:10.2.3 Eiswijziging
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/10.2.3
10.2.3 Eiswijziging
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS503478:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De vraag die thans aan de orde is, betreft de vraag of het scheidsgerecht bevoegd is tot kennisneming van de veranderde of vermeerderde eis. De overeenkomst tot arbitrage moet zich uitstrekken tot de veranderde of vermeerderde eis. Met name bij de verandering van de grondslag van de eis zal hierbij een probleem kunnen bestaan.
Indien met de vermeerdering of verandering van de grondslag van de eis de zaak ingevolge art. 1020 lid 3 Rv niet langer vatbaar is voor arbitrage, zal het scheidsgerecht zich ambtshalve op grond van art. 1052 lid 2 Rv onbevoegd moeten verklaren voorzover het de vermeerderde of veranderde eis betreft (zie ook 10.4 en 11.2.3.3). Indien de zaak met de vermeerderde of veranderde eis nog steeds vatbaar is voor arbitrage, doch niet valt binnen de reikwijdte van de overeenkomst tot arbitrage, zal het scheidsgerecht zich slechts onbevoegd verklaren als de wederpartij die in het arbitraal geding is verschenen, zich ingevolge art. 1052 lid 2 Rv tijdig op het ontbreken van een geldige arbitrageovereenkomst beroept (zie 11.2.2). Indien de wederpartij niet in het arbitraal geding is verschenen, zal het scheidsgerecht zich ambtshalve onbevoegd kunnen verklaren (zie 11.2.3.2). Vraag is op welk moment de wel verschenen wederpartij nog tijdig een beroep op het ontbreken van een geldige overeenkomst tot arbitrage kan doen. Ingevolge art. 1052 lid 2 Rv moet een partij zich voor alle weren erop beroepen dat het scheidsgerecht onbevoegd is (zie daartoe 11.2.2). In reglementen is eisverandering of -vermeerdering veelal nog in een later stadium van het arbitraal geding toegestaan. Zo kan dit op grond van art. 34 NAI Reglement nog geschieden uiterlijk aan het begin van de laatste zitting of, bij gebreke daarvan, bij de laatst toegestane memorie. De wederpartij kan zich tegen de verandering of vermeerdering verzetten als zij als gevolg van de verandering of vermeerdering onredelijk in de verdediging wordt bemoeilijkt of het geding onredelijk wordt vertraagd (art. 34 lid 2 NAI Reglement). Ik meen dat de wederpartij zich hierbij ook nog steeds zal moeten kunnen beroepen op het ontbreken van een geldige arbitrageovereenkomst voorzover het de veranderde of vermeerderde eis betreft. Het beroep moet, dunkt mij, geschieden in het op de eiswijziging eerstvolgende schriftelijk stuk of bij de eerstvolgende mondelinge behandeling (zie voorts 11.2.2).
Indien de zaak bij de gewone rechter aanhangig wordt gemaakt geldt mutatis mutandis hetzelfde. Indien de eisende partij de grondslag van de eis wijzigt of de eis vermeerdert, zodanig dat daarop een overeenkomst tot arbitrage tussen partijen van toepassing is, dan zal de wederpartij zich daarop moeten kunnen beroepen en zal — indien dit beroep terecht wordt gedaan — de rechter zich onbevoegd moeten verklaren voorzover de overeenkomst tot arbitrage zich uitstrekt tot de veranderde of vermeerderde eis (zie art. 1022 lid 1 Rv) (zie voorts 12.4).