4.2.5.3 Tussenbalans 'andere aantastingen'

Beziet men de parlementaire geschiedenis en de rechtspraak van de Hoge Raad ten aanzien van het begrip 'andere persoonsaantastingen', dan tekent zich globaal het volgende beeld af. Een recht op vergoeding van immateriële schade wegens 'aantasting van de persoon op andere wijze' bestaat bij ernstige schendingen van de persoonlijke levenssfeer, onder - vooralsnog onduidelijke -omstandigheden bij schending van het auteursrecht, en voorts in gevallen van geestelijk letsel. Met betrekking tot die laatste groep van gevallen lijkt de Hoge Raad enerzijds in te stemmen met een door de hoven doorgaans gehanteerde vrij hoge drempel, maar moet deze drempel anderzijds niet onoverkomelijk worden geacht. Op de inpassing en verdere vormgeving van de genoemde categorieën zal in hoofdstuk 5 nader worden ingegaan.