NJ 2022/18
Erfrecht. Verzoek opheffing legaten op voet art. 4:123 BW; maatstaf.
HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1962
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 december 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/03990
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS631526:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Verbintenissenrecht / Algemeen
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1962, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:597, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑12‑2020
- Wetingang
Art. 4:123; 6:258 BW
Essentie
Erfrecht. Verzoek opheffing legaten op voet art. 4:123 BW; maatstaf.
Samenvatting
Art. 4:123 BW bepaalt in lid 1 dat de rechter op verzoek van de legataris of van hem die met het legaat belast is, de verbintenissen uit een legaat kan wijzigen of geheel of gedeeltelijk opheffen op grond van na het overlijden van de erflater ingetreden omstandigheden welke van dien aard zijn, dat de andere partij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van die verbintenissen niet mag verwachten. Lid 2 bepaalt dat de rechter bij een wijziging of opheffing zoveel mogelijk de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.