Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1805 inzake de wederzijdse erkenning van bevriezingsbevelen en confiscatiebevelen
Artikel 38 Verslaglegging en evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 18-12-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2018, PbEU 2018, L 303 (uitgifte: 28-11-2018, regelingnummer: 2018/1805)
- Inwerkingtreding
18-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2018, PbEU 2018, L 303 (uitgifte: 28-11-2018, regelingnummer: 2018/1805)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Uiterlijk op 20 december 2025, en vervolgens iedere vijf jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening, onder meer wat betreft:
- a)
de mogelijkheid voor de lidstaten om uit hoofde van artikel 4, lid 2, en artikel 14, lid 2, verklaringen af te leggen en in te trekken;
- b)
de wisselwerking tussen de eerbiediging van de grondrechten en de wederzijdse erkenning van bevriezingsbevelen en confiscatiebevelen;
- c)
de toepassing van de artikelen 28, 29 en 30 inzake het beheer van en het beschikken over bevroren en geconfisqueerde voorwerpen, de teruggave van voorwerpen aan slachtoffers en de compensatie van slachtoffers.