V-N 2021/30.9
Rijnvarende kan geen interstatelijk overleg afdwingen over toepassing art. 16 Vo (EG) 883/2004
HR 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1026, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2021
- Magistraten
Koopman, Fierstra, Cools
- Zaaknummer
20/01343
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS276342:1
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Verzekeringsplicht
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1026, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:354, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:393, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑04‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de nationale autoriteiten van twee of meer EU-lidstaten slechts de bevoegdheid hebben om in onderlinge overeenstemming van de bepalingen inzake de verzekeringsplicht af te wijken.
Samenvatting
X werkt van 1 januari 2010 tot en met 31 oktober 2014 voor een in Luxemburg gevestigde werkgever aan boord van een Rijnvaartschip. De werkgever heeft in die periode in Luxemburg socialeverzekeringspremies voor hem betaald. Volgens de Svb is de exploitant van het schip in Nederland gevestigd, zodat X, op grond van de vanaf 1 mei 2010 geldende aanwijsregels uit de op art. 16 Vo (EG) 883/2004 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.