De faillissementspauliana
Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/5.5.2:5.5.2 Verbetering verhaalsmogelijkheden schuldeisers
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/5.5.2
5.5.2 Verbetering verhaalsmogelijkheden schuldeisers
Documentgegevens:
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS377121:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie ook Abendroth 2006, p. 64. Het tegenoverstelde mag niet worden afgeleid uit HR 18 april 2003, JOR 2003/ 160, nt. Bartman (Rivier de Lek/Van de Wetering). Zie anders Rb. Almelo 9 februari 2011, LJN: BP 6539, r.o. 4.8.
Bijvoorbeeld door de afstand van een pand- of hypotheekrecht door een schuldeiser.
Zie bijvoorbeeld HR 19 oktober 2001, NJ 2001, 654; JOR 2001/269, nt. NEDF (Diep straten/Gilhuis q.q.), r.o. 3.6 en Rb. Leeuwarden 17 januari 2007, JOR 2007/250, nt. NEDF, r.o. 5.6.5.
Kennelijk anders Wessels 2010, nr. 3101.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het spreekt haast voor zich dat nadeel bestaande uit een verslechtering van de verhaalsmogelijkheden van bepaalde schuldeisers, alleen kan worden opgeheven door voordeel bestaande uit een verbetering van de verhaalsmogelijkheden van diezelfde schuldeisers. Voordelen die ten goede zijn gekomen aan (de schuldeisers van) een vennootschap die tot dezelfde groep behoort als de schuldenaar zijn met betrekking tot het beroep op de faillissementspauliana derhalve in beginsel niet relevant.1
Is het (vrije) voor verhaal vatbare actief van de schuldenaar vermeerderd,2dan zal dit in veel gevallen leiden tot een verbetering van de verhaalspositie van de benadeelde schuldeisers. Bij een vermindering van de verifieerbare vorderingen op de schuldenaar ligt dit anders. De voldoening van een schuld door de schuldenaar leidt in de regel slechts tot een voordeel voor de voldane schuldeiser en niet tot een verbetering van de verhaalspositie van de (overige) benadeelde schuldeisers. In het beste geval heeft de voldoening voor hen een neutraal effect, bijvoorbeeld als een schuldeiser is voldaan die in geval van faillissement een uitkering van dezelfde omvang zou hebben gekregen. Van een voordeel is mogelijk wel sprake als de desbetreffende schuldeiser niet ten laste van de schuldenaar, maar ten laste van een derde is voldaan. Het actief dat tijdens faillissement door de curator had moeten worden aangewend om deze schuldeiser te voldoen, komt dan 'vrij' ten gunste van de overige schuldeisers, zonder dat hier een prestatie uit de boedel tegenover heeft gestaan.
Het gebeurt in de praktijk geregeld dat een schuldeiser onder dreiging van beslaglegging, faillissementsaanvraag of beëindiging van de (krediet)overeenkomst voldoening van of zekerheidstelling voor zijn vordering afdwingt. Wordt de voldoening of zekerheidstelling in een nadien uitgesproken faillissement aangevochten, dan stelt de desbetreffende schuldeiser zich wel eens op het standpunt dat ook rekening moet worden gehouden met bepaalde voordelen die voor de overige schuldeisers verbonden zouden zijn aan de aangevochten rechtshandeling. Deze zouden er dan in bestaan dat het faillissement nog enige tijd is uitgesteld, niet tot beslaglegging is overgegaan, de kredietovereenkomst nog enige tijd is voortgezet, aan de schuldenaar uitstel van betaling is verleend, etc. Het verbaast niet dat een dergelijk betoog zelden gehoor vindt.3 Het enkele feit dat genoemde omstandigheden zich hebben voorgedaan, leidt immers niet tot enige verbetering van de verhaalsmogelijkheden van de benadeelde schuldeisers.4