Aanwijzingsregeling Liftinstituut als instantie belast met EEG-typeonderzoek en EEG-controle liftonderdelen
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 03-04-1999
- Bronpublicatie:
17-03-1999, Stcrt. 1999, 64 (uitgifte: 01-01-1999, regelingnummer: WBJA/W2/98/41683)
- Inwerkingtreding
03-04-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-03-1999, Stcrt. 1999, 64 (uitgifte: 01-01-1999, regelingnummer: WBJA/W2/98/41683)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien uit de in artikel 8 bedoelde controles blijkt dat een liftonderdeel niet overeenstemt met het type ten aanzien waarvan door het Liftinstituut een verklaring van EEG-typeonderzoek is afgegeven, doet het Liftinstituut, indien de geconstateerde afwijkingen gering zijn en ten gevolge daarvan de veiligheid of de gezondheid niet in gevaar wordt gebracht, aan de aanvrager een schriftelijke waarschuwing toekomen, vergezeld van een verzoek de geconstateerde afwijkingen binnen een daarbij aangegeven termijn ongedaan te maken. Het Liftinstituut kan afzien van het doen van een verzoek bedoeld in de eerste zin. In dit geval dat het over tot een verhoging van het aantal controles bedoeld in artikel 8.
2.
Indien uit de in artikel 8 bedoelde controles blijkt, dat de geconstateerde afwijkingen belangrijk zijn en daardoor de veiligheid of de gezondheid in gevaar wordt gebracht, gaat het Liftinstituut over tot schorsing of intrekking van de verklaring van EEG-typeonderzoek. Ingeval van schorsing van de verklaring verzoekt het Liftinstituut aan de aanvrager de geconstateerde afwijkingen binnen een daarbij aangegeven termijn ongedaan te maken. Indien de aanvrager niet binnen de aangegeven termijn aan het verzoek voldoet, trekt het Liftinstituut de verklaring in.
3.
Het Liftinstituut trekt een door hem afgegeven verklaring van EEG-typeonderzoek eveneens in, indien
- a.
de aanvrager het Liftinstituut niet in de gelegenheid stelt om de in artikel 8 bedoelde controles te verrichten;
- b.
de verklaring niet had mogen worden afgegeven;
- c.
de aanvrager liftonderdelen op de markt brengt die voorzien zijn van merktekens of aanduidingen, die tot verwarring met het EEG-merkteken aanleiding kunnen geven, en
- d.
de aanvrager niet voldoet aan de bepalingen van deze regeling.
4.
Indien het Liftinstituut van afwijkingen als bedoeld in het eerste of tweede lid in kennis wordt gesteld door een andere lid-staat van de Europese Economische Gemeenschap, of door een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte erkende instantie, neemt het een maatregel als bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid eerst na overleg met die instantie.
5.
De beslissing tot schorsing of intrekking van een verklaring van EEG-typeonderzoek is met redenen omkleed en wordt bij gedagtekend schrijven medegedeeld aan de aanvrager.