RvdW 2014/12
Kennelijk onredelijk ontslag. Aan het middel te stellen eisen; art. 407 lid 2 Rv. Art. 80a lid 1 RO.
HR 06-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1631
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/04235
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1631, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2013
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag. Aan het middel te stellen eisen; art. 407 lid 2 Rv. Art. 80a lid 1 RO.
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: mr. F.A. Broersma,
tegen
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine, te Rotterdam, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. J. Spier:
1.
[eiser] heeft tegen Zadkine een vordering ingesteld gegrond op kennelijk onredelijk ontslag. In eerste aanleg is die vordering gedeeltelijk toegewezen. In het thans bestreden arrest is zij afgewezen.
2.
Mr. Broersma, die blijkens het petitum van de cassatiedagvaarding kennelijk meent bij Uw Raad als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.