Gst. 2018/53
Aanlegverbod archeologie mag in Erfgoedverordening i.p.v. bestemmingsplan.
ABRvS 24-01-2018, ECLI:NL:RVS:2018:209, m.nt. J.W. van Zundert
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 januari 2018
- Magistraten
Mrs. R. van der Spoel, G.M.H. Hoogvliet en F.D. van Heijningen
- Zaaknummer
201607044/1/A1
- Noot
J.W. van Zundert
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS36679:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Erfgoed, monumenten en archeologie
Omgevingsrecht / Handhaving
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:209, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Aanlegverbod archeologie mag in Erfgoedverordening i.p.v. bestemmingsplan.
Samenvatting
Hoewel de gemeenteraad op grond van art. 38a van de Monumentenwet 1988, zoals dit destijds luidde, bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening moet houden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten, betekent dit niet dat uitsluitend in een bestemmingsplan daarover regels kunnen worden gesteld. Uit art. 38, eerste lid, van de Monumentenwet 1988, volgt immers dat de gemeenteraad in het belang van de archeologische monumentenzorg bij een verordening regels kan vaststellen. Juist omdat zowel in een verordening als in een bestemmingsplan regels ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.