Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/21.2.8.2.4:21.2.8.2.4 Geen onderliggende dienst
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/21.2.8.2.4
21.2.8.2.4 Geen onderliggende dienst
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS368208:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
D.M.P.M. Stevens, Het verrichten van diensten onder bezwarende titel als belastbaar feit in de omzetbelasting, (diss.) Maastricht 2001, blz. 300-301.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Indien ervan wordt uitgegaan dat het (ontbreken van) rechtstreeks verband (al dan niet in combinatie met de gelieerdheid van partijen) niet het fundament voor onbelastbaarheid is, moet worden nagegaan of het leerstuk anderszins Europeesrechtelijk te onderbouwen is. Benadrukt zij dat, nu het interne diensten betreft, de kwestie of de penvoerder dan wel de participanten de afnemer van de prestatie is / zijn, niet aan de orde is. Slechts aan de orde is, of de handelingen van de penvoeder als diensten (al dan niet onder bezwarende titel) zijn aan te merken.
D.M.P.M. Stevens draagt als mogelijke onderbouwing voor het leerstuk van kosten voor gemene rekening aan, dat weliswaar aangenomen moet worden dat er bezwarende titel is, doch dat ervan uit moet worden gegaan dat er in het geheel géén onderliggende prestatie (dienst) aan te wijzen valt.1
Ik acht dit moeilijk denkbaar. Op de eerste plaats veronderstelt een bezwarende titel een rechtstreeks verband tussen een vergoeding en een prestatie. Net zoals een lijn niet gespannen kan zijn als er niet twee bevestigingspunten zijn, kan een bezwarende titel niet worden opgehangen als de bevestigingspunten handeling en vergoeding niet overeind staan. Bovendien is aan doorbelasting van interne kosten juist inherent dat de penvoerder handelingen verricht jegens de overige participanten. Zonder handelingen van de penvoerder jegens de overige participanten is er ook geen grond om kosten door te belasten. Elke handeling die geen levering van goederen is, is een dienst (art. 24 lid 1 Btw-richtlijn, ex art. 6 lid 1 Zesde richtlijn, vgl. art. 4 lid 1 Wet OB).
De handelingen van een penvoerder zijn niet aan te merken als leveringen van goederen (zie paragraaf 21.2.3). Derhalve moeten de handelingen van de penvoerder wel als diensten zijn aan te merken. Zoals hiervoor is aangegeven, is van een bezwarende titel sprake. De diensten van de penvoerder worden dus verricht onder bezwarende titel. Het niet in de heffing van btw betrekken van deze diensten (prestaties) acht ik bezien vanuit het algemene karakter van de btw dan ook niet juist.