Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Europese Centrale Bank
Artikel 9 Eurosysteem/ESCB-comités
Geldend
Geldend vanaf 24-01-2014
- Bronpublicatie:
22-01-2014, PbEU 2014, L 95 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: ECB/2014/1 2014/179/EU)
- Inwerkingtreding
24-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2014, PbEU 2014, L 95 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: ECB/2014/1 2014/179/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Accounting (V)
9.1.
De Raad van bestuur richt comités op en ontbindt deze. Zij verlenen bijstand bij de werkzaamheden van de besluitvormende organen van de ECB en brengen via de directie verslag uit aan de Raad van bestuur.
9.2.
Met betrekking tot beleidskwesties die betrekking hebben op het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, brengen de comités die bijstand verlenen bij de werkzaamheden van de ECB inzake de aan de ECB uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013 opgedragen taken verslag uit aan de Raad van toezicht en, waar nodig, aan de Raad van bestuur. In overeenstemming met haar eigen procedures geeft de Raad van toezicht mandaat aan de vicevoorzitter om via de directie verslag uit te brengen aan de Raad van bestuur met betrekking tot al deze werkzaamheden.
9.3.
Comités bestaan uit ten hoogste twee leden van elke NCB van het Eurosysteem en de ECB, die door de presidenten van de centrale banken, respectievelijk de directie worden benoemd.
9.4.
Bij het verlenen van bijstand bij de werkzaamheden van de besluitvormende organen van de ECB inzake de aan de ECB uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013 opdragen taken, bevatten de comités één lid van de centrale bank en één lid van de nationale bevoegde autoriteit uit iedere deelnemende lidstaat, te benoemen door iedere president van de centrale bank na overleg met de respectievelijke nationale bevoegde autoriteit indien de nationale bevoegde autoriteit geen centrale bank is.
9.5.
De Raad van bestuur stelt de mandaten van de comités vast en benoemt hun voorzitters. De voorzitter is doorgaans een personeelslid van de ECB. Zowel de Raad van bestuur als de directie zijn gerechtigd de comités om studies over specifieke onderwerpen te verzoeken. De ECB verleent de comités secretariële bijstand.
9.6.
Iedere nationale centrale bank die geen deel uitmaakt van het Eurosysteem kan eveneens ten hoogste twee personeelsleden aanwijzen om deel te nemen aan de vergaderingen van een comité wanneer aangelegenheden worden behandeld die tot de bevoegdheden van de Algemene Raad behoren en wanneer de voorzitter van een comité en de directie dit wenselijk achten.
9.7.
Vertegenwoordigers van andere Unie-instellingen en -organen en van derden kunnen eveneens worden uitgenodigd deel te nemen aan de vergaderingen van een comité, wanneer de voorzitter van een comité en de directie dit wenselijk achten.