NJ 2009, 386
Schadevergoeding bij overlijden. Schade door derven levensonderhoud; maatstaf; verplichting met gemengd karakter: volledige schadevergoeding en alimentatierechtelijk karakter; vereiste van behoeftigheid; 'hetgeen overledene feitelijk placht te verstrekken': uitsluitend financiële bijdragen?
HR 10-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG8781, m.nt. J.B.M. Vranken (Philip Morris/Bolink)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 april 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/11948
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- Noot
J.B.M. Vranken
- LJN
BG8781
- Roepnaam
Philip Morris/Bolink
- JCDI
JCDI:ADS49767:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG8781, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG8781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑08‑2007
- Wetingang
BW art. 6:108
Essentie
Schadevergoeding bij overlijden. Schade door derven levensonderhoud; maatstaf; verplichting met gemengd karakter: volledige schadevergoeding en alimentatierechtelijk karakter; vereiste van behoeftigheid; 'hetgeen overledene feitelijk placht te verstrekken': uitsluitend financiële bijdragen?
De verplichting tot schadevergoeding als neergelegd in art. 6:108 BW lid 1 onder a BW heeft een gemengd karakter. Enerzijds dient de omvang van die plicht — die in beginsel strekt tot volledige schadevergoeding — te worden bepaald door de bijdrage die de overleden echtgenoot zou hebben geleverd in het levensonderhoud van de achterblijvende partij te vergelijken met de positie waarin de nabestaande door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.