Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht
Einde inhoudsopgave
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/5.5.6:5.5.6 Een aandeelhoudersovereenkomst als beoordelingsmaatstaf
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/5.5.6
5.5.6 Een aandeelhoudersovereenkomst als beoordelingsmaatstaf
Documentgegevens:
A.J.M. Klein Wassink, datum 14-05-2012
- Datum
14-05-2012
- Auteur
A.J.M. Klein Wassink
- JCDI
JCDI:ADS595023:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Hof Amsterdam 25 april 2002, JOR 2002, 128 (GorillaPark).
HR 31 december 1993, NJ 1994, 436 (Verenigde Bootlieden), Van der Sangen 2008, p. 4 en 5.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In aanvulling op de in de voorgaande paragrafen besproken in de wet vastgelegde gronden voor vernietiging van een besluit, zal ik in de volgende paragraaf een in rechtspraak en literatuur tot ontwikkeling gekomen grond bespreken.
Het gaat dan om de vraag of een besluit wegens strijd met een tussen de aandeelhouders gesloten overeenkomst vernietigd kan worden. Aandeelhouders kunnen afspraken maken ter nadere regeling van de tussen hen bestaande verhoudingen en die afspraken vastleggen in een aandeelhoudersovereenkomst. Besluiten in strijd met de tussen de aandeelhouders gemaakte afspraken kunnen in het Nederlandse rechtspersonenrecht niet rechtstreeks aan de aandeelhoudersovereenkomst getoetst worden. In boek 2 BW is dat niet als grond voor de toetsing van een besluit opgenomen. Toch wordt in de toetsing van besluiten, zij het voorzichtig, wel rekening gehouden met tussen de aandeelhouders gemaakte afspraken. Een voorbeeld daarvan is te vinden in de GorillaPark uitspraken waarin het ging om de manier waarop de aandeelhouders elkaar aan de tussen hen gesloten overeenkomst over een voor het voortbestaan van de vennootschap noodzakelijke financiering probeerden te houden.1 En ook de Hoge Raad houdt, zie bijvoorbeeld het arrest Verenigde Bootslieden, rekening met de door de aandeelhouders onderling gemaakte afspraken die zij in een aandeelhoudersovereenkomst hebben vastgelegd.2 Ik vind dat een goede ontwikkeling. De tussen de aandeelhouders gemaakte afspraken vormen de grondslag van hun samenwerking. Zolang die afspraken niet in strijd zijn met dwingend recht kan bij de toetsing van besluiten daarmee rekening gehouden worden. Als na invoering van het wetsontwerp flexibilisering bv-recht, er meer mogelijkheden komen om aanvullende afspraken te maken, zal dat belang alleen maar toenemen. In art. 2:21 lid 3 NA BW is de mogelijkheid een besluit te toetsen aan een aandeelhoudersovereenkomst wel opgenomen. Hiermee loopt het Antilliaanse recht voor op het Nederlandse. In mijn voorstel voor een andere benadering van de toetsing van besluiten zal ik dit punt meenemen.