O&A 2016/64
HR, 27-05-2016, nr. 11/02221: Commerz Nederland/Havenbedrijf Rotterdam
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 mei 2016
- Zaaknummer
11/02221
- LJN
BY6102
- Roepnaam
Commerz Nederland/Havenbedrijf Rotterdam
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:994, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:34, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2016
ECLI:NL:HR:2013:470, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑08‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY6102, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BY6102, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑04‑2011
- Wetingang
Art. 107 en 108 VWEU, art. 3:40 BW, art. 6:162 BW
Partij(en)
Commerz Nederland/Havenbedrijf Rotterdam
Uitspraak
Samenvattingen
Commerz heeft kredietfaciliteiten aan enkele vennootschappen van RDM ter beschikking gesteld. Betrokkene X, enig bestuurder van Havenbedrijf Rotterdam N.V. (hierna: HbR), heeft garanties ondertekend waarin HbR zich jegens Commerz garant stelde voor de nakoming van de verplichtingen van de RDM-vennootschappen uit hoofde van de kredieten. De gemeente Rotterdam (hierna: de Gemeente) is enig aandeelhouder van HbR. Korte tijd later heeft Commerz de kredieten opgezegd en aflossing van de onder de kredieten openstaande bedragen verlangd. Aangezien geen betaling is gevolgd, heeft Commerz HbR op basis van de garanties aangesproken tot betaling van de openstaande bedragen. ...