Einde inhoudsopgave
Wet maritiem beheer BES
Artikel 63
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 401 (uitgifte: 03-11-2017, kamerstukken: 34710)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2017, Stb. 2017, 463 (uitgifte: 07-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Waterrecht (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Het stilleggen van werkzaamheden geschiedt door middel van overhandiging door de met het toezicht belaste persoon aan de gezagvoerder van het schip of aan degene, belast met het beheer van het bouwwerk, van een ondertekende en gedagtekende kennisgeving, waarin de reden van stillegging van werkzaamheden staat vermeld.
2.
Wanneer naar het oordeel van die persoon overhandiging niet mogelijk is, geschiedt het stilleggen mondeling door een kennisgeving aan de naar zijn oordeel daarvoor meest gerede persoon, zo spoedig mogelijk gevolgd door overhandiging van de schriftelijke kennisgeving aan de gezagvoerder van het schip of aan degene, belast met het beheer van het bouwwerk.
3.
De beheerder alsmede de naar het oordeel van de met het toezicht belaste persoon in aanmerking komende diensten, worden onverwijld van het bevel tot stillegging van werkzaamheden in kennis gesteld.
4.
Indien het stilleggen van werkzaamheden geschiedt wegens verontreiniging of dreigende verontreiniging van het mariene milieu, dan worden de Inspectie Leefomgeving en Transport en de met de zorg voor het milieu belaste dienst van het betrokken openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba ingelicht.