Hof Amsterdam, 19-03-2013, nr. 200.103.308/01
ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ6690
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
19-03-2013
- Zaaknummer
200.103.308/01
- LJN
BZ6690
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Vervoersrecht (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ6690, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑03‑2013; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2622, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 19‑03‑2013
Inhoudsindicatie
Aansprakelijkheid graafschade; verjaring. Mededeling aan het einde van een sommatiebrief in kleinere letter waarin derde meedeelt namens netbeheerder op te treden. Dat daarbij wordt toegevoegd "ter zake van aansluitingen en aanpassingen op het electriciteitsnetwerk" doet er niet aan af dat baggeraar Krul heeft moeten begrijpen dat de derde ook met betrekking tot het onderwerp van de brief, de door Krul veroorzaakte graafschade, namens de netbeheerder sommeerde en daarmee de verjaring stuitte. Het beroep op verjaring faalt.
Partij(en)
arrest
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.103.308/01
zaak-/rolnummer rechtbank Haarlem : 174140 / HA ZA 10-1369
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 maart 2013
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AANNEMINGSBEDRIJF [ X ] EN ZONEN B.V.,
gevestigd te Wieringermeer, gemeente Hollands Kroon,
APPELLANTE,
advocaat: mr. J. Blussé van Oud-Alblas te Rotterdam,
tegen:
de naamloze vennootschap
LIANDER N.V.,
gevestigd te Arnhem,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. F.J. van Velsen te Haarlem.
1. Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna [ X ] en Liander genoemd.
[ X ] is bij dagvaarding van 27 januari 2012 in hoger beroep gekomen van een tussenvonnis van de rechtbank Haarlem van 2 november 2011, gewezen tussen Liander als eiseres en [ X ] als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- -
memorie van grieven, met producties;
- -
memorie van antwoord.
[ X ] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog de vorderingen van Liander zal afwijzen, met beslissing over de proceskosten.
Liander heeft geconcludeerd tot bekrachtiging, met beslissing over de proceskosten.
[ X ] heeft bewijs van haar stellingen aangeboden.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 12 februari 2012 doen bepleiten, [ X ] door mr. Blussé van Oud-Alblas en Liander door mr. Van Velsen, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
2. Feiten
2.1.
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.7 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Voor zover de grieven tegen deze feitenvaststelling opkomen, zal het hof de feiten vaststellen met inachtneming van die grieven.
2.2.
Op 10 oktober 2006 heeft bij baggerwerkzaamheden in de Rijn in de gemeente Leiden een dekschuit van [ X ] met een van haar twee spudpalen een 50kV oliedrukkabel geraakt en beschadigd (hierna: het schadevoorval).
2.3.
In een brief van 19 oktober 2006 van Nuon Tecno BV (hierna: Tecno) is [ X ] aansprakelijk gesteld voor de door het schadevoorval ontstane schade. In deze brief is voorts op de volgende bladzijde, in een ander lettertype, vermeld:
“Op grond van de Elektriciteitswet 1998 heeft Nuon het beheer van haar elektriciteitsnetten overgedragen aan de nv Continuon Netbeheer te Arnhem. De nv Continuon Netbeheer is dus contractspartner inzake alle (bestaande en nieuwe) aansluitingen alsmede aanpassingen op het elektriciteitsnet van Nuon. Nuon Tecno BV handelt ter zake van aansluitingen en aanpassingen op het elektriciteitsnetwerk namens en in opdracht van de nv Continuon Netbeheer.”
2.4.
Bij brief van 9 mei 2007 heeft Tecno aan [ X ] een factuur gestuurd ad € 139.440,41 inzake het schadevoorval met het verzoek het schadebedrag per ommegaande te betalen.
2.5.
Bij brief van 20 februari 2008 heeft Tecno aan [ X ] een herinnering gestuurd met het verzoek het schadebedrag binnen veertien dagen te betalen. Tevens is in deze brief vermeld dat indien betaling uitblijft, Tecno de invordering voor het schadebedrag en de wettelijke rente langs gerechtelijke weg zal voortzetten.
2.6.
Bij brief van 14 oktober 2008 heeft Tecno aan [ X ] bericht dat de brief strekt tot stuiting van de verjaring van de vordering.
2.7.
Onder de brieven van 9 mei 2007, 20 februari 2008 en 14 oktober 2008 staat vermeld:
”Nuon Tecno BV is onderdeel van de Nuon-groep. K.v.K. 09119276.”.
3. Beoordeling
3.1.
In deze procedure vordert Liander vergoeding van de schade die door het schadevoorval is ontstaan. Zij legt aan die vordering onder meer ten grondslag dat Liander (voorheen nv Continuon Netbeheer) netbeheerder is en uit dien hoofde in haar vermogen de betreffende schade heeft geleden. Tecno heeft de in het geding gebrachte (sommatie-)brieven aan [ X ] namens en in opdracht van Liander geschreven, hetgeen blijkt uit de hierboven onder 2.3 weergegeven tekst onder de brief van 19 oktober 2006. [ X ] heeft verweer gevoerd en onder meer gesteld dat, kort gezegd, de onder 2.3 tot en met 2.6 genoemde brieven niet door Liander maar door Tecno zijn verzonden, zodat de vorderingen van Liander zijn verjaard door het verstrijken van de in artikel 8:1793 BW bedoelde termijn van twee jaar.
3.2.
In het bestreden tussenvonnis heeft de rechtbank overwogen dat de vordering van Liander niet is verjaard. [ X ] komt tegen die overweging op.
3.3.
[ X ] stelt dat de verjaring is voltooid en voert daartoe onder meer aan dat de hierboven genoemde brieven van Tecno aan [ X ] niet als rechtshandelingen van Liander kunnen worden aangemerkt, zodat deze niet tot gevolg kunnen hebben dat stuiting als bedoeld in art. 3:317 BW heeft plaatsgevonden. De in de brief van 19 oktober 2006 opgenomen vermelding, hierboven onder 2.3. weergegeven, heeft [ X ] niet hoeven begrijpen als mededeling dat Tecno met betrekking tot de aansprakelijkstelling namens Liander optrad. [ X ] wijst er in dit verband onder meer op dat de betreffende mededeling op een afzonderlijke tweede pagina is afgedrukt in cursieve kleine letters. [ X ] wijst er voorts op dat bij die mededeling is vermeld “ter zake van aansluitingen en aanpassingen op het elektriciteitsnetwerk”, en dat zij daaruit niet hoefde te begrijpen dat de mededeling ook zou gelden bij verhaal van schade uit onrechtmatige daad.
3.4.
Het hof stelt voorop dat voor stuiting van verjaring vereist is dat de schuldeiser zich door een schriftelijke aanmaning of mededeling ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Met [ X ] is het hof van oordeel dat het hierbij gaat om stuiting als bedoeld in artikel 3:317 BW. Voorwaarde is dat de wederpartij had behoren te begrijpen dat de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt.
3.5.
De brief van 19 oktober 2006 maakt er melding van dat Liander het elektriciteitsnetwerk beheert en dat Nuon Tecno BV ten aanzien van aansluitingen en aanpassingen van dit netwerk namens en in opdracht van Liander handelt. De omstandigheid dat deze vermelding afzonderlijk op de tweede pagina van de brief en in cursieve letters is vermeld, doet er, anders dan [ X ] betoogt, niet aan af dat de vermelding voldoende leesbaar is en voldoende duidelijk deel uitmaakt van de inhoud die afzender Tecno met de brief beoogde over te brengen.
3.6.
Het hof is voorts van oordeel dat de toevoeging “ter zake van aansluitingen en aanpassingen op het elektricitieitsnetwerk” niet meebrengt dat [ X ] mocht concluderen dat de mededeling dat Tecno namens Liander handelt niet zou gelden bij verhaal van schade uit onrechtmatige daad. De brief vermeldt immers ook dat Liander de netbeheerder is en bevat aldus een aanwijzing dat Liander uit dien hoofde schuldeiser van de schadevordering is. Naar het oordeel van het hof kon [ X ] daarom niet voetstoots aannemen dat de mededeling dat Tecno namens Liander handelt voor dit geval geen betekenis had. De brief bevat bovendien geen enkele specifieke aanwijzing dat Tecno, hoewel niet zij maar Liander netbeheerder is, niettemin zelf de betreffende schade zou hebben geleden en daarom beoogde met de brief voor zichzelf een sommatie te sturen. Dat in de brief onder meer nog wordt gesproken over “door ons gemaakte kosten” en “door ons geleden schade”, maakt dat niet anders, omdat de mededeling op de tweede pagina nu juist, als hierboven overwogen, de strekking had dat Tecno namens de netbeheerder Liander handelde, zodat voldoende duidelijk was dat het ging om de kosten en schade van Liander. Onder de geschetste omstandigheden diende [ X ] te begrijpen dat de tekst “Nuon Tecno BV handelt ter zake van aansluitingen en aanpassingen op het elektriciteitsnetwerk namens en in opdracht van de nv Continuon Netbeheer” betekende dat de sommatie namens netbeheerder Liander werd geschreven.
3.7.
Het hof oordeelt verder dat [ X ], gelet op het hiervoor overwogene met betrekking tot de brief van 19 oktober 2006, heeft moeten begrijpen dat ook de latere brieven (van 9 mei 2007, 20 februari 2008 en 14 oktober 2008) namens Liander werden verzonden, ook al stond de hiervoor aangehaalde mededeling niet opnieuw onder die brieven. Tecno hoefde naar het oordeel van het hof niet steeds opnieuw mee te delen in welke hoedanigheid zij deze latere brieven schreef. Aldus concludeert het hof dat Liander de verjaring van haar vordering tijdig heeft gestuit, zodat de vordering van Liander niet is verjaard.
3.8.
Voor zover [ X ] nog stelt dat onvoldoende is komen vast te staan dat Liander eigenaar is van het beschadigde netwerk, zodat evenmin voldoende vaststaat dat Liander - en niet een ander - de gestelde schade heeft geleden, en voor zover dit in dit stadium van de procedure al aan de orde is, heeft Liander naar het oordeel van het hof voldoende toegelicht dat zij als beheerder van het electriciteitsnetwerk ook de economisch eigenaar daarvan is en uit dien hoofde de gestelde schade kan hebben geleden.
3.9.
Het bewijsaanbod van [ X ] wordt als onvoldoende relevant gepasseerd.
3.10.
Uit het hiervoor overwogene vloeit voort dat de grieven falen. Het bestreden tussenvonnis zal worden bekrachtigd. Gelet op die uitkomst zal [ X ] worden verwezen in de proceskosten.
4. Beslissing
Het hof:
- -
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
- -
verwijst de zaak ter verdere afdoening naar de rechtbank te Haarlem;
- -
veroordeelt [ X ] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Liander begroot op € 4.713,-- aan verschotten en € 7.896,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C. Toorman, R.H. de Bock en M.W.E. Koopmann en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2013.