RAV 2019/41
Tussentijdse opzegging verzekeringsovereenkomst. Is sprake van een tussentijdse opzeggingsgrond van zodanige aard, dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer gevergd kan worden van de verzekeraar?
HR 29-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:447
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00245
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS55747:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:447, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:179, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Verzekeringsovereenkomst. Tussentijdse opzegging.
Is sprake van een tussentijdse opzeggingsgrond van zodanige aard, dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer gevergd kan worden van de verzekeraar?
Samenvatting
Bloembollen Zijpe heeft een rechtsbijstandsverzekering afgesloten bij DAS. Op grond van art. 15.3 van de polisvoorwaarden zijn de verzekeringnemer en DAS in geval van een overeenkomst met bepaalde contractduur, niet zijnde één jaar, bevoegd om de verzekering op te zeggen binnen twee maanden nadat de gebeurtenis die voor DAS tot verlening van rechtsbijstand kan leiden, door een verzekerde is gemeld. De verzekering eindigt dan op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.