Einde inhoudsopgave
Landsverordening belastingfaciliteiten investeringen [Curaçao]
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2024
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 6 werkt terug t/m 01-01-2017.
- Bronpublicatie:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Voor de toepassing van deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen: de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen, bedoeld in artikel 1 van de Algemene verordening I.U. en D. 1908;
- b.
de Inspecteur: de Inspecteur der Belastingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen;
- c.
de Directeur: de Sectordirecteur Fiscale Zaken, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen;
- d.
sociale woningbouw: de bouw van volkswoningen die bedoeld zijn om zonder winstoogmerk te worden verhuurd aan ingezetenen die niet in staat zijn om zelfstandig een woning te kopen of te huren;
- e.
vreemdeling: eenieder aan wie geen toelating tot verblijf als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening toelating en uitzetting, is toegekend of verleend;
- f.
onafhankelijk deskundige: een deskundige als bedoeld in artikel 121, zesde lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- g.
onderzoek en ontwikkeling: het proces dat is gericht op proces- of productinnovatie;
- h.
transport en logistiek: het geheel aan activiteiten dat is gericht op vervoer van goederen en het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van goederenstromen en de wetenschap daarover;
- i.
creatieve industrie: activiteiten die zijn gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid en intellectueel eigendom;
- j.
moderne landbouw of moderne visserij: vormen van landbouw en visserij waarbij wordt gebruik gemaakt van moderne machines en technieken;
- k.
groene energie: elektriciteit opgewekt uit duurzame energiebronnen.
2.
Onder bedrijf wordt voor de toepassing van deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen verstaan:
- a.
een onderneming tot exploitatie van hotels of andere gelegenheden tot verblijf en ontspanning, waarvan de bouw en eerste inrichting een investering vergt van ten minste NAf 5.000.000, die aan ten minste tien in het lokale bevolkingsregister ingeschreven personen blijvend en voltijds werk zal verschaffen bij de aanvang van de bedrijfsactiviteiten en welke gericht is op de bevordering van het vreemdelingenbezoek;
- b.
een onderneming die zich grondontwikkeling ten doel stelt, waarbij percelen braakliggende grond tot ontwikkeling worden gebracht, door het bouwrijp maken van de grond, het aanleggen van infrastructuur al dan niet in combinatie met de bouw van onroerende zaken, waarvan de ontwikkeling buiten de waarde van de grond een investering vergt van ten minste NAf 5.000.000 en welke gericht is op de bevordering van het vreemdelingenbezoek dan wel op sociale woningbouw;
- c.
een industrie danwel een onderneming, niet zijnde een bedrijf als bedoeld in onderdelen a en b waarvan de oprichting een investering vergt, dan wel in het kader van zijn bedrijfsvoering een investering van ten minste NAf 5.000.000, die aan ten minste tien in het lokale bevolkingsregister ingeschreven personen blijvend en voltijds werk zal verschaffen bij de aanvang van de bedrijfsactiviteiten en waarvan de activiteiten geheel of nagenoeg geheel zijn gericht op:
- 1°
onderzoek en ontwikkeling, ter zake van proces- of productinnovatie;
- 2°
lucht- of ruimte- of scheepvaart;
- 3°
onderwijs;
- 4°
gezondheidszorg;
- 5°
transport en logistiek;
- 6°
creatieve industrie;
- 7°
moderne landbouw of moderne visserij;
- 8°
het opwekken alsmede het leveren van groene energie;
- 9°
informatie technologie;
- 10°
bosbouw;
- 11°
mijnbouw en delfstoffen;
- 12°
winning en distributie van water, rioolsysteem, afvalverwerking en sanering (herstel);
- 13°
groot- of kleinhandel;
- 14°
reparatie van motorvoertuigen of motorfietsen;
- 15°
maatschappelijke dienstverlening;
- 16°
cultuur of sport en recreatie.
Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen met betrekking tot de aard en omvang van de genoemde activiteiten en sectoren nadere regels worden gesteld;
- d.
een bedrijf als bedoeld in onderdeel a en c, waarvan de uitbreiding, verbetering of vernieuwing een investering vergt van ten minste NAf 5.000.000. De investerings- en oprichtingseis, bedoeld in onderdelen a en c, zijn niet van toepassing op de uitbreiding, verbetering of vernieuwing.
3.
De minimaal vereiste bedragen genoemd in het tweede lid, dienen binnen drie jaar nadat voor het eerst een beroep wordt gedaan op deze landsverordening te worden besteed.
4.
Onder industrie als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, wordt voor de toepassing van deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen verstaan een onderneming die hier te lande goederen verwerkt, bewerkt of assembleert tot een nieuw handelsproduct.
5.
Het tweede lid, onderdeel b, is slechts van toepassing ten aanzien van gronden welke behoren tot een door Uitvoeringsorganisatie Openbare Werken goedgekeurd verkavelingsplan.
6.
Als bedrijf bedoeld in het tweede lid, wordt slechts beschouwd die welke toebehoort aan een besloten vennootschap of een naamloze vennootschap of een vennootschap naar buitenlands recht opgericht die met een van deze rechtsvormen vergelijkbaar is.
7.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen de bedragen, het aantal personen, de soort activiteiten en sectoren, als bedoeld in het tweede lid worden gewijzigd.
8.
Voor de toepassing van deze landsverordening wordt een maand gelijkgesteld met 30 dagen.