AB 2020/418
De Raad anticipeert op de beoogde inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet door voortaan in geval van vernietiging van een boetebesluit zelf te voorzien met als uitgangspunt dat bij de berekening van de hoogte van de boete een beslagvrije voet geldt ter hoogte van vijfennegentig procent van de toepasselijke bijstandsnorm.
CRvB 04-08-2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1525, m.nt. C.W.C.A. Bruggeman
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
4 augustus 2020
- Magistraten
Mrs. J.N.A. Bootsma, M.F. Wagner, E.C.G. Okhuizen
- Zaaknummer
17-6077 PW
- Noot
C.W.C.A. Bruggeman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS242524:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2020:1525, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 04‑08‑2020
- Wetingang
Art. 8:72a Awb
Essentie
De Raad anticipeert op de beoogde inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet door voortaan in geval van vernietiging van een boetebesluit zelf te voorzien met als uitgangspunt dat bij de berekening van de hoogte van de boete een beslagvrije voet geldt ter hoogte van vijfennegentig procent van de toepasselijke bijstandsnorm.
Samenvatting
Nu de wetgever voor de uitgestelde invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet geen inhoudelijke, maar alleen praktische en technische gronden heeft (gehad) en om verschil met door bestuursorganen opgelegde boetes te voorkomen, ziet de Raad in de oproep van de staatssecretaris ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.