RvdW 2023/249
Zedenzaak. Ontucht met 5-jarig nichtje dat op dat moment bij haar opa en oma logeerde en aan de zorg van 30-jarige verdachte was toevertrouwd, art. 247 jo. 248 lid 2 Sr. 1. Bewijsklacht. Steunt bewezenverklaring op inhoud van stukken (NFI-rapportages en door deskundige afgelegde verklaring) die niet onder bewijsmiddelen zijn opgenomen? 2. Bewijsklachten. Verweer dat uitkomsten van DNA-onderzoek m.b.t. aantreffen van celmateriaal van verdachte op aangetroffen onderbroek niet redengevend kunnen worden geacht voor bewezenverklaring. HR: art. 81 lid 1 RO.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 februari 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
21/00606
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:235, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1206, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2022
Essentie
Zedenzaak. Ontucht met 5-jarig nichtje dat op dat moment bij haar opa en oma logeerde en aan de zorg van 30-jarige verdachte was toevertrouwd, art. 247 jo. 248 lid 2 Sr. 1. Bewijsklacht. Steunt bewezenverklaring op inhoud van stukken (NFI-rapportages en door deskundige afgelegde verklaring) die niet onder bewijsmiddelen zijn opgenomen? 2. Bewijsklachten. Verweer dat uitkomsten van DNA-onderzoek m.b.t. aantreffen van celmateriaal van verdachte op aangetroffen onderbroek niet redengevend kunnen worden geacht voor bewezenverklaring. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/00606 ...