Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/85/EU tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten
Artikel 4 [Begrotingsprognoses]
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2024
- Bronpublicatie:
29-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1265 (uitgifte: 30-04-2024, regelingnummer: 2024/1265)
- Inwerkingtreding
30-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1265 (uitgifte: 30-04-2024, regelingnummer: 2024/1265)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Begroting
1.
De lidstaten zien erop toe dat de jaarlijkse en meerjarige begrotingsplanning is gebaseerd op realistische macro-economische en budgettaire prognoses die van de meest actuele informatie gebruikmaken. De begrotingsplanning is gebaseerd op het meest waarschijnlijke macrobudgettaire scenario of op een meer prudent scenario. De macro-economische en budgettaire prognoses worden vergeleken met de recentste prognoses van de Commissie en indien passend die van andere onafhankelijke instanties. Aanzienlijke verschillen tussen de macro-economische en budgettaire prognoses van de lidstaat en de prognoses van de Commissie worden toegelicht, onder meer als het niveau of de groei van variabelen in externe aannames aanzienlijk afwijkt van de waarden in de prognoses van de Commissie.
2.
De Commissie maakt de methoden, aannames en relevante parameters waarop haar macro-economische en budgettaire prognoses zijn gebaseerd, openbaar.
3.
Ter ondersteuning van de lidstaten bij de voorbereiding van hun begrotingsprognoses stelt de Commissie prognoses op voor de uitgaven van de Unie op basis van het niveau van de in het kader van het meerjarig financieel kader geprogrammeerde uitgaven.
4.
Vervallen.
5.
De lidstaten geven aan welke instelling verantwoordelijk is voor het opstellen van macro-economische en budgettaire prognoses en maken de officiële macro-economische en budgettaire prognoses die voor begrotingsplanning zijn opgesteld openbaar. Ten minste eenmaal per jaar gaan de lidstaten en de Commissie een technische dialoog aan over de aannames die ten grondslag liggen aan de voorbereiding van de macro-economische en begrotingsprognoses.
6.
De macro-economische en budgettaire prognoses voor de jaarlijkse en meerjarige begrotingsplanning worden onderworpen aan regelmatige, objectieve en alomvattende ex-postevaluaties door een onafhankelijke instantie of andere instanties die functioneel autonoom zijn ten opzichte van de begrotingsautoriteiten van de lidstaten, niet zijnde de instantie die de prognose opstelt. De resultaten van die evaluatie worden openbaar gemaakt en bij toekomstige macro-economische en budgettaire prognoses op gepaste wijze in aanmerking genomen. Indien uit de evaluatie een significante afwijking blijkt die gedurende ten minste vier opeenvolgende jaren van invloed is op de macro-economische prognoses, neemt de betrokken lidstaat de nodige maatregelen en maakt hij die openbaar.