RvdW 2016/43
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Beding in (onder)aannemingsovereenkomst op grond waarvan bestuurlijke boeten wegens overtreding Wet arbeid vreemdelingen (Wav) kunnen worden verhaald op wederpartij; nietigheid o.g.v. art. 3:40 BW?; bijzondere omstandigheden die nietigheid meebrengen?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 december 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/02931
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Roepnaam
Wijnen Bouw Horst/Muller Complete Afbouw
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Vermogensrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3568, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2389, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2015
- Wetingang
Art. 3:40 BW; art. 392 Rv; art. 2 Wet arbeid vreemdelingen
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Beding in (onder)aannemingsovereenkomst op grond waarvan bestuurlijke boeten wegens overtreding Wet arbeid vreemdelingen (Wav) kunnen worden verhaald op wederpartij; nietigheid o.g.v. art. 3:40 BW?; bijzondere omstandigheden die nietigheid meebrengen?
In de onderhavige prejudiciële procedure gaat het om een contractueel beding in een (onder)aannemingsovereenkomst, op grond waarvan de partij aan wie als werkgever in de zin van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) wegens een eigen overtreding van art. 2 lid 1 Wav een bestuurlijke boete is opgelegd, het bedrag van die boete mag verhalen op zijn ...