Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/3.6.2.1
3.6.2.1 Systematiek vermogensovergang onder algemene titel in perspectief
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS438234:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Voetnoten
Voetnoten
Verstappen 1996, p. 253. Hoewel het proefschrift van Verstappen dateert van vóór het van kracht worden van de splitsingswetgeving in Nederland en de invoering van Boek 4 BW betreffende het nieuwe erfrecht, is de door hem beschreven problematiek en doctrine bij rechtsopvolging onder algemene titel krachtens fusie en erfopvolging nog steeds actueel voor juridische splitsing, ervan uitgaande (i) dat de vermogensovergang bij juridische splitsing niet wezenlijk verschilt van die bij juridische fusie en (ii) de vermogensovergang onder algemene titel bij erfopvolging bij de invoering van Boek 4 BW betreffende het nieuwe erfrecht niet van karakter is veranderd. Een belangrijke aanwijzing hiervoor is dat artikel 3:80 lid 2 BW geen wijziging heeft ondergaan bij de invoering van de splitsingswetgeving (anders dan een tekstuele aanpassing) en evenmin is gewijzigd bij de invoering van Boek 4 BW betreffende het nieuwe erfrecht.
Verstappen 1996, p. 254 – 255.
Verstappen 1996, p. 255.
Verstappen 1996, p. 257.
Als gevolg van een zuivere splitsing gaat het gehele vermogen van de gesplitste vennootschap onder algemene titel over op twee of meerdere verkrijgende vennootschappen (artikel 2:334a lid 2 BW). Eenzelfde overgang vindt plaats bij afsplitsing, zij het dat bij een afsplitsing niet het gehele vermogen hoeft over te gaan, maar ook een gedeelte van het vermogen van de gesplitste vennootschap kan overgaan op de verkrijgende vennootschap (artikel 2:334a lid 3 BW). Het gedeelte van het vermogen dat niet overgaat, wordt door de afsplitsende vennootschap behouden. Voor wat betreft het behouden vermogen vindt er uiteraard geen vermogensovergang plaats.
De vermogensovergang van de gesplitste vennootschap op iedere verkrijgende vennootschap vindt plaats onder algemene titel. In artikel 3:80 lid 2 BW wordt de splitsing als bedoeld in artikel 2:334a BW aangemerkt als één van de wijzen waarop goederen onder algemene titel kunnen worden verkregen, naast de verkrijging onder algemene titel krachtens erfopvolging, boedelmenging, juridische fusie en goedkeuring van een overdrachtsplan als bedoeld in de artikelen 3:1591, 3:159p en 3:159s van de Wet op het financieel toezicht. Naar Nederlands recht zijn andere overgangen onder algemene titel dan die genoemd in artikel 3:80 BW niet mogelijk.
De rechtsopvolging onder algemene titel vertoont wat betreft de splitsende vennootschap bij zuivere splitsing gelijkenissen met de rechtsopvolging van de verdwijnende vennootschap door de verkrijgende vennootschap krachtens fusie en met de rechtsopvolging krachtens erfopvolging van een erflater. Zowel bij zuivere splitsing, als bij fusie als bij erfopvolging bestaat de vennootschap niet meer na de splitsing, respectievelijk fusie, respectievelijk het overlijden van de erflater. Het gehele vermogen van de gewezen vennootschap (of natuurlijke persoon) gaat over.
Bij afsplitsing gaat niet het gehele vermogen over, tenzij het gehele vermogen wordt afgesplitst naar een nieuw op te richten naamloze vennootschap of besloten vennootschap en de afsplitsende rechtspersoon bij de splitsing alle aandelen daarvan verkrijgt. De afsplitsende rechtspersoon blijft voortbestaan. De vergelijking wat betreft de splitsende vennootschap bij afsplitsing met de splitsende vennootschap bij zuivere splitsing, de verdwijnende vennootschap bij fusie en de erflater in geval van erfopvolging, gaat in dit geval niet op. Het ligt dan eerder voor de hand de positie van de afsplitsende vennootschap te vergelijken met die van echtgenoten of geregistreerde partners bij de vermogensovergang onder algemene titel krachtens boedelmenging. Bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap is de vermogensovergang immers niet gekoppeld aan het overlijden van de echtelieden of geregistreerde partners, net zoals de vermogensovergang bij afsplitsing niet gekoppeld is aan het ophouden te bestaan van de splitsende vennootschap.
De vermogensovergang onder algemene titel van de splitsende vennootschap op de verkrijgende vennootschap(pen) is een belangrijk element van de juridische splitsing en één van de belangrijkste voordelen van de juridische splitsing ten opzichte van andere wijzen van splitsing, zoals de overdracht van activa en passiva (beschreven in paragraaf 3.2) en de overdracht van aandelen (beschreven in paragraaf 3.3.). Bij de juridische splitsing gaat het gehele vermogen – in het geval van een zuivere splitsing – of een gedeelte van het vermogen – bij een afsplitsing – onder algemene titel en van rechtswege over op de verkrijgende vennootschappen. Deze overgang onder algemene titel heeft tot gevolg dat er geen bijzondere leveringsformaliteiten moeten worden verricht, zoals wel het geval is bij een overdracht van activa en passiva en aandelen. Speciale leveringsvoorschriften, zoals krachtens Nederlands recht de levering van registergoederen bij notariële akte en inschrijving in de openbare registers, hoeven niet te worden nageleefd bij de vermogensovergang onder algemene titel ten gevolge van een splitsing.
Een ander belangrijk kenmerk van de overgang onder algemene titel is dat de verkrijger onder algemene titel de rechtspositie van zijn voorganger voortzet. De rechtsopvolger verkrijgt het gehele vermogen van de rechtsvoorganger of een gedeelte daarvan. Bij juridische fusie en juridische splitsing is deze regel niet neergelegd in een aparte wettelijke bepaling, maar volgt uit de definities van zuivere splitsing en afsplitsing in artikel 2:334a BW. Een bepaling waarin het saisine-beginsel is neergelegd, zoals in het erfrecht in artikel 4:182 BW, ontbreekt bij de fusie- en splitsingsregeling.
Hoewel het rechtsgevolg van erfopvolging en juridische splitsing, namelijk: een vermogensovergang onder algemene titel, gelijk zijn, kunnen niet zonder meer alle kenmerken en rechtsgevolgen van de overgang onder algemene titel welke zich openbaren bij erfopvolging geacht worden ook op te komen bij juridische splitsing. Het zou voor de hand liggen om de problematiek bij rechtsopvolging onder algemene titel bij splitsing (gelijk als bij fusie) te behandelen zoals bij erfopvolging, omdat de overgang onder algemene titel zich vanuit het erfrecht heeft ontwikkeld.1 Verstappen constateert echter dat een aantal belangrijke verschillen tussen fusie, splitsing en erfopvolging bestaat en dat om die reden ook belangrijke verschillen bestaan tussen de vermogensovergang bij fusie en splitsing enerzijds en erfopvolging anderzijds.
Bij erfopvolging wordt de vermogensrechtelijke positie van een natuurlijk persoon voortgezet door de erfgena(a)m(en). Bij een fusie of splitsing zal de verkrijgende vennootschap of zullen de verkrijgende vennootschappen de vermogensrechtelijke positie van de verdwijnende vennootschap voortzetten en zal de organisatie of onderneming, welke verbonden was aan de verdwijnende vennootschap, voortleven in de verkrijgende vennootschap of vennootschappen. Er is sprake van een zekere continuïteit van de door de verdwijnende vennootschap uitgeoefende activiteiten.2 Tevens is de oorzaak van de overgang onder algemene titel bij erfopvolging anders dan die bij fusie of splitsing. Aan een fusie of splitsing ligt een rechtshandeling ten grondslag, terwijl dat bij erfopvolging niet het geval is.3 De wet verbindt aan het rechtsfeit van overlijden van de erflater het rechtsgevolg ‘erfopvolging’ en daarmee de overgang onder algemene titel.
Bij een zuivere splitsing is altijd sprake van twee of meerdere rechtsopvolgers die de positie van de gesplitste vennootschap voortzetten, bij een afsplitsing kan één rechtsopvolger de rechtspositie van de afsplitsende vennootschap voortzetten. Een ander verschil tussen de vermogensovergang bij erfopvolging en splitsing is dat bij erfopvolging, wanneer er één erfgenaam is, die erfgenaam het gehele vermogen van de erflater onder algemene titel zal verkrijgen. Deze situatie vertoont gelijkenissen met een afsplitsing naar een nieuw op te richten dochtervennootschap, waarbij de splitsende vennootschap alle aandelen zal verkrijgen (het gaat hier om de splitsing in de zin van artikel 2:334c lid 2 jo. 2:334hh lid 1 BW). Het geval van erfopvolging door meerdere erfgenamen kan echter minder eenvoudig vergeleken worden met de zuivere splitsing of afsplitsing waarbij het vermogen op meerdere verkrijgende vennootschappen overgaat. De erfgenamen volgen de erflater, of zij nu erfgenaam zijn krachtens het versterferfrecht of krachtens testament, op in een aandeel in de nalatenschap (artikel 4:11 lid 1 BW en artikel 4:115 BW). Bij een splitsing waarbij meerdere vennootschappen optreden als verkrijgende vennootschap, is dat niet het geval. Iedere verkrijgende vennootschap verkrijgt hetgeen krachtens de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving aan die vennootschap wordt toegedeeld (artikel 2:334a lid 2, 3 BW). De krachtens de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving verkregen goederen vormen op het moment van het van kracht worden van de splitsing niet noodzakelijkerwijs een aandeel in een onverdeeldheid, zoals wel het geval is bij een nog niet verdeelde nalatenschap het geval is (artikel 3:189 lid 2 BW).
Ten slotte heeft splitsing, evenals fusie, een ruilkarakter: in mil voor de vermogensovergang van de splitsende rechtspersoon op de verkrijgende rechtspersoon, worden lidmaatschapsrechten of aandelen in die verkrijgende rechtspersoon toegekend (artikel 2:334e lid 1 BW). Tegenover een verkrijging onder algemene titel als erfgenaam staat geen tegenprestatie en het ruilkarakter ontbreekt.
Vanwege de verschillen tussen enerzijds erfopvolging en anderzijds fusie of splitsing, kunnen niet zonder meer de regels betreffende de overgang onder algemene titel bij erfopvolging op splitsing toegepast worden. De verschillen sluiten echter een overeenkomstige toepassing ook niet uit. Verstappen pleit daarom voor een onderzoek naar de gelijkwaardigheid van de situatie die zich bij fusie – en splitsing – voordoet met de erfrechtelijke situatie, voorafgaande aan de eventuele analoge toepassing van de erfrechtelijke regels op fusie en splitsing.4
Zoals de regels omtrent de vermogensovergang onder algemene titel bij erfopvolging analoog kunnen worden toegepast op de vermogensovergang onder algemene titel bij fusie en splitsing, zo zouden ook de regels omtrent de vermogensovergang onder algemene titel bij boedelmenging analoog kunnen worden toegepast op de vermogensovergang onder algemene titel bij splitsing. Bij afsplitsing ligt analoge toepassing van de regels omtrent de overgang onder algemene titel bij boedelmenging misschien nog wel meer voor de hand dan de toepassing van de regels bij erfopvolging, omdat bij boedelmenging, net als bij afsplitsing, een vermogensovergang plaatsvindt, zonder dat de (rechts)persoon van wie het vermogen overgaat ophoudt te bestaan.
Net als bij overeenkomstige toepassing van de regels met betrekking tot de overgang onder algemene titel bij erfopvolging bij fusie of splitsing, kunnen de regels omtrent de vermogensovergang onder algemene titel bij boedelmenging niet zonder meer worden toegepast op afsplitsing, al is een overeenkomstige toepassing ook niet uitgesloten. Een belangrijk verschil is dat bij boedelmenging de echtelieden of geregistreerde partners een aandeel in een huwelijks- of partnerschapsgemeenschap krijgen (artikel 1:93 jo. 1:80b BW), terwijl bij afsplitsing niet noodzakelijkerwijs een aandeel in een gemeenschap wordt verkregen door de verkrijgende rechtspersoon, maar vermogensbestanddelen worden verkregen overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving (artikel 2:334a lid 3 BW).