NJB 2015/822
Witwassen van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf (vergelijk HR 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702, NJ 2014/302; HR 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702, NJ 2014/302): de rechtsregels daarover gelden niet wanneer het gaat om voorwerpen die ‘middellijk’ afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf (bijvoorbeeld doordat onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen nadien zijn omgezet in andere voorwerpen)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/01760
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:950, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:432, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2015
- Wetingang
(RO art. 80a)
Essentie
Witwassen van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf (vergelijk HR 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702, NJ 2014/302; HR 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702, NJ 2014/302): de rechtsregels daarover gelden niet wanneer het gaat om voorwerpen die ‘middellijk’ afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf (bijvoorbeeld doordat onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen nadien zijn omgezet in andere voorwerpen)
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat zij – kort gezegd – ‘voorwerpen, te weten een woning/pand en loods/bedrijfsruimte en aanhorigheden, aan de [a-straat 1] te Kaatsheuvel en een woning/pand en ...