Hof 's-Gravenhage, 02-04-2010, nr. 22-005763-08
ECLI:NL:GHSGR:2010:BM3982
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
02-04-2010
- Zaaknummer
22-005763-08
- LJN
BM3982
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2010:BM3982, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 02‑04‑2010; (Hoger beroep)
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2012:BV5575
Cassatie: ECLI:NL:HR:2012:BV5575, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 02‑04‑2010
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de eendaadse samenloop van: medeplegen van verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd, alsmede medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd en mishandeling. Verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden met aftrek van voorarrest.
Partij(en)
Rolnummer: 22-005763-08
Parketnummer: 10-642978-07
Datum uitspraak: 2 april 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van
28 oktober 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 5 januari 2010 en 19 maart 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
- 1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 19 januari 2007 te Rotterdam, meermalen, althans eenmaal (telkens), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk één of meer geldbedragen (totaal 40.550,00 euro of daaromtrent), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan Holland Casino, in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk goed verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking van/als dealer/casinomedewerker, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 19 januari 2007 te Rotterdam, meermalen, althans eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Holland Casino (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedragen (totaal 40.550,00 euro of daaromtrent), in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- -
aan de roulettetafel geen zogenaamde sweep (sein dat geen geld meer ingezet mag worden) gegeven,
en/of
- -
(vervolgens) fiches op de winnende burenprint op het speelveld van de roulettetafel geplaatst/ingezet terwijl het winnende nummer al gevallen was,
Waardoor Holland Casino (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
- 2.
hij op of omstreeks 06 november 2007 te Rotterdam opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen met kracht op/tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 200 uren met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
- 1.
hij op tijdstippen in de periode van 01 september 2006 tot en met 19 januari 2007 te Rotterdam, meermalen, telkens,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk geldbedragen (totaal 40.550,00 euro of daaromtrent), die geheel of ten dele toebehoorden aan Holland Casino,
en welke goederen zijn mededader telkens uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als dealer/casinomedewerker, onder zich had telkens wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
en
hij op tijdstippen in de periode van 01 september 2006 tot en met 19 januari 2007 te Rotterdam, meermalen, telkens
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen, Holland Casino telkens heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (totaal 40.550,00 euro of daaromtrent), hebbende zijn mededader telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en bedrieglijk, meermalen, telkens
- -
aan de roulettetafel geen zogenaamde sweep (sein dat geen geld meer ingezet mag worden) gegeven,
en
- -
vervolgens fiches op de winnende burenprint op het speelveld van de roulettetafel geplaatst/ingezet terwijl het winnende nummer al gevallen was,
waardoor Holland Casino telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
- 2.
hij op 06 november 2007 te Rotterdam opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen met kracht tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem onder 1 tenlastegelegde nu de verklaringen die medeverdachte [medeverdachte] heeft afgelegd bij de politie niet betrouwbaar zijn en derhalve niet tot het bewijs kunnen dienen. Ter adstructie van zijn betoog heeft de raadsman, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat [medeverdachte] ter terechtzitting in eerste aanleg heeft verklaard niet te blijven bij zijn eerdere verklaringen en het hem tenlastegelegde heeft ontkend. Zonder de belastende verklaring van [medeverdachte] is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden om te kunnen concluderen dat de verdachte tezamen en in vereniging met [medeverdachte] heeft gehandeld.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft zowel tijdens zijn verhoren bij de politie als tegenover het personeel van Holland Casino Rotterdam verklaard schuldig te zijn aan het hem tenlastegelegde en het casino te hebben benadeeld door tijdens zijn werkzaamheden aldaar samen te spelen met de verdachte. De verklaringen van [medeverdachte] vinden bevestiging in de bevindingen van de spelobservanten en ook in de beeldopnames die door Holland Casino zijn gemaakt van de tenlastegelegde periode, welke beelden tevens door het hof ter terechtzitting in hoger beroep zijn waargenomen. Het hof acht derhalve de verklaringen van [medeverdachte] die hij voor de zitting in eerste aanleg heeft afgelegd betrouwbaar en deze verklaringen kunnen dienen tot het bewijs.
Daar komt bij dat voor het door het hof waargenomen handelen van de medeverdachte als croupier alleen maar een redelijke uitleg bestaat ingeval de verdachte met hem samenspeelde en deelde in de opbrengst. De verweren worden derhalve verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
De eendaadse samenloop van:
Medeplegen van Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
alsmede
Medeplegen van Oplichting, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting mondeling in afwijking van zijn schriftelijke verklaring gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte en zijn medeverdachte hebben zich gedurende een langere periode op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan de eendaadse samenloop van verduistering en oplichting, waarbij het hof voor de straftoemeting acht heeft geslagen op het bepaalde in artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht. Door aldus te handelen hebben de verdachte en zijn medeverdachte financieel nadeel voor Holland Casino teweeggebracht. Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van zijn vriendin en daarmee inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 3 maart 2010, is de verdachte eerder veroordeeld voor het plegen van een strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
- 3.
(drie) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, mr. R.C.A. Duindam en mr. J.A.C. Bartels, in bijzijn van de griffier
mr. M. ter Riet.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 2 april 2010.