NJB 2017/1410:Niet-ontvankelijkheid in de vervolging wegens schending vervolgingsbeleid door dagvaarding verdachte in plaats van deze transactie aan te bieden? In casu heeft het Openbaar Ministerie gebruik kunnen en mogen maken van een discretionaire bevoegdheid, nu het Openbaar Ministerie onder specifieke omstandigheden kan afzien van het aanbieden van een transactie die volgens de hier toepasselijke richtlijnen (in beginsel) in aanmerking zou komen. Daarvoor is mede van belang dat het hof – door naast het ontbreken van een (bekende) vaste woon- of verblijfplaats van de verdachte, ook de, kennelijk op een rechterlijke beoordeling van principiële geschilpunten gerichte, proceshouding van de verdachte en de daarmee samenhangende doelmatigheid in zijn beoordeling te betrekken – tot uitdrukking heeft gebracht dat het openbaar ministerie op die gronden redelijkerwijs heeft kunnen beslissen dat het een zaak betrof die zich niet leende voor een transactievoorstel