RCR 2016/22
Nietigheid verhaalsbeding. Nietigheid ex art. 3:40 BW van contractueel beding tot het verhalen van bestuurlijke boeten?
HR 11-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3568 (Wijnen Bouw Horst/Muller Complete Afbouw)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 december 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/02931
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Roepnaam
Wijnen Bouw Horst/Muller Complete Afbouw
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922980:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Vermogensrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3568, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2389, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
Nietigheid verhaalsbeding. Bestuurlijke boete. Prejudiciële vraag.
Is een contractueel beding met betrekking tot het verhalen van bestuurlijke boeten nietig in de zin van art. 3:40 BW?
Samenvatting
Opdrachtgever heeft de realisatie van een nieuwbouwproject uitbesteed aan een hoofdaannemer, die op zijn beurt een onderaannemer heeft ingeschakeld. In de overeenkomsten tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer, waar de algemene inkoopvoorwaarden en onderaannemingsvoorwaarden van hoofdaannemer en het bij het nieuwbouwproject behorende bestek deel van uitmaken, is een verhaalsbeding opgenomen, dat bepaalt dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.